Het voordeel van stagebegeleiding is dat je nog eens ergens komt. Tenerife bijvoorbeeld. Mooi eiland. Het nadeel is dat de stagiaires meestal precies terecht komen waar je liever niet naar toe gaat. Playa de las Americas bijvoorbeeld.
Mijn stagiaire is lunchen als ik aankom, dus loop ik ook maar even het dorp in om hetzelfde te doen. Ik moet eerst pinnen en heb niet zoveel tijd, dus plof ik op het eerste terras na de geldautomaat neer. Snel een broodje en dan weer weg is het idee. Het is er niet druk, meer dan het halve terras is leeg. De bediening doet wel druk. Er staat een apparaat op tafel waarop ik moet drukken als ik iemand wil spreken. Een ander knopje is voor de rekening. Ik besluit even te wachten. Ik ben nog van de oude stempel. In de horeca draait het om gastvrijheid, even iemand welkom heten, laten merken dat je hem hebt gezien. Het lukt redelijk snel. Ik krijg ook snel wat te drinken en bestel een broodje kip.
Wachtende ontdek ik dat de wifi beter is dan in het hotel, dus kan ik even mijn mail checken, de krant bekijken en wat bladeren op social media om de tijd te doden. Na een kwartier valt het me op dat mijn broodje er nog niet is. Na een half uur is het terras bijna leeg, net als mijn tafel. De dame die mijn bestelling opnam komt langs en kijkt verbaasd. Ook al heb ik net gewoon in het Spaans besteld, ze maakt wat gebaren en met wat losse woordjes (jij mij begrijp?) vraagt ze of ik al heb gegeten. Ik schud mijn hoofd.
Haar reactie verbaast me. Langs me heen schreeuwt ze naar binnen dat tafel 39 nog steeds niets heeft ontvangen. Geen woord van verontschuldiging, geen communicatie. Tien minuten later staat er een bord op tafel, met daarop een broodje. Ook nu weer geen woord. Gewoon neerzetten en doorlopen. Niet ‘Sorry dat het zo lang geduurd heeft’, geen ‘eet smakelijk’, helemaal niets.
De gemiddelde plofkip in de Nederlandse supermarkt heeft meer smaak dan dit gevogelte dat tussen een broodje is gedrukt. Niet alleen de service is beroerd, het eten is smakeloos. Ik druk nu maar meteen op het belletje om de rekening te vragen. Ik moet terug aan het werk en daarna nog weer naar de andere kant van het eiland.
Ook nu duurt het lang. Sterker nog. Er gebeurt niets. Ik zie het meisje van de kassa naar buiten lopen. Haar shift is afgelopen blijkbaar. Maar niemand brengt mijn rekening. Ik besluit om elk personeelslid dat in de buurt komt recht aan te kijken, om te zien of er reactie komt. De tweede hapt. Na een tijdje. Ik vraag om de rekening en hij buigt over mij heen om op het knopje te drukken. ‘Dat had ik al gedaan’, verklaar ik. Geen reactie.
Op de rekening staat alleen een flesje icetea. Ik heb geen zin om een goede rekening te vragen. Ik betaal en geef 10 cent fooi. Ik ben niet gierig, maar hoop dat het statement aankomt.