Jan Cremer – Ik, Jan Cremer
Nog een klassieker die al een tijdje in mijn kast stond te wachten om gelezen te worden. De ophef die het boek veroorzaakte was volgens mij genoeg bewijs dat het een goed boek was. Afgezien van het verhaal zelf, want dat had ik nog niet eens ingezien, is een boek dat taboedoorbrekend bezig is, per definitie de moeite waard om gelezen te worden. Dat wil niet automatisch zeggen dat het een goed boek is, maar het was blijkbaar wel het juiste boek op het juiste moment.
Lezend wist ik lang niet wat ik er mee aan moest. Klopt, ik zag al snel waarom het shockeerde, waarom velen beledigd waren. Alhoewel ik niet begrijp dat je bewust een boek gaat lezen waarvan je weet dat het je zal ontstemmen. Maar goed, ik heb de jaren zestig niet bewust meegemaakt – überhaupt maar vijf dagen – dus is het voor mij lastig oordelen. Dus moet ik het boek an sich beoordelen. En juist als je al zo ver bent in een boek en nog steeds niet weet wat je moet vinden, moet dat ook wel iets zeggen over het verhaal.
Ik vond het niet zo heel boeiend. Ik zag de humor wel, vond het ontbreken van een spellingscontrole wel eens een keer leuk, stoorde me dus niet aan de vele taalfouten, maar ben ook niet zo eenvoudig geschokt. Na veel Brusselmans en Giphart, lijkt Cremer een watje. Daarbij heeft vooral mijn Vlaamse held vaak hoofdfiguren die, in mijn beleving althans, gaan leven. Cremer’s hoofdfiguur is hij zelf, waardoor je continu op zoek bent naar aanwijzingen of het nu een roman is of een autobiografie. Totdat je op een gegeven moment tot de conclusie komt dat het een autobiografische roman is, te veel overduidelijke onwaarheden en onlogische tegenstrijdigheden.
Maar toen ik dat allemaal achter de rug had, betrapte ik me zelf er op dat ik het toch wel een bijzonder boek vond. Ik bleef lezen. Ik wilde verder. Wat dan nog dat het niet goed geschreven is, wat dan nog als het bij elkaar gelogen is, daar gaat het toch niet perse om in een goed boek? Als het verhaal goed is, is de rest irrelevant. En Cremer is toch die onaangepaste authentieke kunstenaar die al wist dat hij een bestseller ging schrijven, voordat er ook maar een letter op papier stond. Lef. Knap.
Concluderend denk ik dat ik een stukje literatuurgeschiedenis heb gelezen van een bijzonder man. Een boek dat zijn plek in de canon van de Nederlandse literatuur zonder twijfel heeft verdiend. Misschien niet op stijl of diepgang, dan toch zeker wel op impact. En dat is ook wat waard. En ondanks dat ik dit boek met plezier heb doorgewerkt, denk ik niet dat ik wat mis als ik het tweede deel (bestseller betekent vervolg) oversla.
Citaat: “Je moet ook altijd je persoonlijke worp wegspoelen, dat gaat niemand wat aan, net zoals de lengte van je lid. Mensen die niet hun uitwerpselen spoorloos laten verdwijnen zijn schaamteloos, onnadenkend en egoïstisch. Als ik een weecee binnen kom en de pot ligt vol stront, is mijn plezier er af.” (p.260)
Nummer: 11-031
Titel: Ik, Jan Cremer
Auteur: Jan Cremer
Taal: Nederlands
Jaar: 1964
# Pagina’s: 347 (10351)
Categorie: Literatuur
ISBN: 2-87427-207-8
Meer:
Officiële site
Wikipedia
Scholieren.com
Facebook
Marc (recensie)
Geschiedenis24.nl