Vorige maand gingen we op vakantie. Dat was iets nieuws. Maar het stelde helemaal niet zo veel voor. Je gaat gewoon in de auto zitten en rijdt een stuk weg. Aan het eind van de dag zet je dan een campingbedje ergens neer en daarin kun je slapen.
Nu was slapen toch al geen probleem, in de auto is het zo saai en warm, dan deed ik gewoon de ogen dicht. Wat me wel opviel is dat de mensen ineens heel anders begonnen te praten. Nu praat ik zelf nog niet echt verstaanbaar (op dit weblog gaat het nog trouwens), maar hoe verder we van huis waren, hoe raarder de mensen praten. Papa deed dan ook mee, daar begreep ik helemaal niets van. Mama geloof ik ook niet, die keek net als ik als papa in een andere taal sprak.
Ik vond wel leuk dat we onderweg elke keer op het kleed mochten spelen. Al is het ook leuk om van het kleed af te kruipen, de wereld is zo veel groter dan een rood kleed van Ikea. Ook heb ik ontdekt dat het strand geweldig is. Net een zandbak, maar dan veel groter. En dat zand kun je gewoon eten. In San Sebastian heb ik mijn maag gewoon rond gegeten. Best lekker hoor, zand.
In Frankrijk had ik nog een keer ruzie met een mevrouw van een restaurant. Papa en mama hadden mij gezellig naast hun tafel neergezet in een bijna leeg lokaal. Kwam die mevrouw vertellen dat ‘la bébé’ (dat was ik dus) daar niet mocht zitten. Gelukkig gingen we daar weg, daar wilden we niet meer eten. In Spanje waren ze een stuk aardiger.
De laatste nacht sliepen we op een boerderij. Dat was ook erg leuk. Ik heb een paard geaaid en een klein veulentje gezien. Alleen de hondjes vonden het minder leuk als ik ze vastpakte. Al met al was het maar een drukte die vakantie, maar ik vond het wel erg leuk. Ik hoop dat ik nog vaak mee mag op vakantie met papa en mama.