Goal, maart 2015
Een paar jaar geleden werd het derde opgesplitst. Ik voelde me nog niet klaar om lager te spelen, maar kwam toch in het vierde terecht. Op dat moment baalde ik daar van. Al snel werd duidelijk dat GFC de goede keuze had gemaakt. Het nieuwe derde presteerde beter dan verwacht en ik kwam in een team terecht met diverse spelers waar ik nog nooit mee gevoetbald had. Daarbij was ik niet meer de oudste, dat was ook weer een leuke bijkomstigheid.
Dit seizoen kregen we versterking vanuit het derde. Tom voelde zich daar niet helemaal op zijn gemak, hij kwam dus bij ons. Ik zal toegeven dat ik heb getwijfeld of dat een goede keuze was. Tom had wel eens met ons meegetraind, toen hij nog in A2 speelde. Vorig seizoen speelde hij ook al eens mee. Hij maakte niet zo veel indruk. Niet dat dat op ons niveau zo belangrijk is, meer dan dat vroeg ik met af of hij zich thuis zou voelen in een team waar de gemiddelde leeftijd zeker een decennium hoger lag dan zijn eigen leeftijd.
Al snel bleek hij een aanwinst. Hij bracht energie op het middenveld. Hij was niet meer dat schrale jongetje van een paar jaar geleden, er stond nu een flinke kerel die verdedigend op het middenveld heerste en ook aanvallend leuk meedeed. Wij waren blij met hem, maar was hij ook blij met ons?
In de winterstop hebben we meestal een activiteit bij onze sponsor. Een middagje bij De Tapperij, vrouwen en kinderen mogen mee. Een datum prikken bleek niet eenvoudig. Dan konden die niet, dan waren er weer anderen die er niet bij konden zijn. En toen we eindelijk een datum hadden, bleek het de zondag van de Sinterklaasintocht. De helft van het team staat dan met het nageslacht in de voortuin van de familie Ruumpol te kijken naar het water.
Het lukte uiteindelijk toch. En toen kwam de reactie van Tom op de groepsapp. “Ik ben nog te jong voor kinderen. Mag ik mijn moeder meenemen? Die is ongeveer van dezelfde leeftijd als jullie.” Dat was het moment dat ik wist dat het goed zat. Tom hoort in het vierde, zowel binnen als buiten het veld. De reacties op zijn opmerking laat ik even buiten beschouwing hier. Lijkt me verstandig. Belangrijker is dat Tom liet zien dat een voetbalclub meer is dan een potje ballen op zondagochtend. Tom liet zien waarom ik een hekel heb aan het fenomeen ‘vriendenteam’. Eerst veertien man bij elkaar zoeken, dan bij een club aankloppen op voorwaarde dat ze samen mogen spelen. Vooral in Enschede en Almelo zie je die teams. Om een jaar later bij een andere club samen verder te voetballen.
Geen of weinig binding met de club, ik ben blij dat GFC nooit aan dit soort constructies heeft meegewerkt. De club gaat altijd voor het individu, zonder uitzondering. Na een seizoen vriendenteam stoppen er twee, is er een geblesseerd, verhuisd er een voor zijn werk en kiest er een voor om toch weer hoger te gaan spelen. Weg team.
Het vierde is dit seizoen een echt GFC-team. Van Tom tot Jan Kamphuis, dertig jaar ouder dan de benjamin en meerdere generaties er tussen. Een afspiegeling van de club, dat wat voetbal zo mooi maakt. Verbroedering in het veld, weg klassenmaatschappij. De club is voor iedereen.
Het vierde doet het goed dit seizoen. Op moment van schrijven lijkt het zeker dat het team tot het eind van het seizoen mee doet om het kampioenschap. Voorzichtig wordt er gesproken over een platte wagen. Tom doet niet zo vaak meer mee. Stage op Schiphol, juist in het weekend. Maar na de winterstop bleek het mee te vallen. Voor een helftje komt hij nog graag naar het veld, om dan na de rust in de trein naar de luchthaven te stappen. Ik weet zeker dat mochten we in mei kampioen kunnen worden, dat hij er 90 minuten bij is. En misschien komt zijn moeder dan wel kijken.