Goal, maart 2019
Vaak vroeg ik de afgelopen decennia medespelers waarom ze stopten. Meer dan eens was de reactie dat ze het lichamelijk niet meer konden opbrengen. Maandag moeilijk opstaan, dat is een gegeven voor vele voetballers, maar wanneer je ook op dinsdag nog nauwelijks je sokken aankrijgt, dan is het tijd om te stoppen, begreep ik. Blijkbaar heb ik geluk dat ik niet zo blessuregevoelig ben. Sindsdien roep ik dat ik door wil gaan, zo lang ik het vol kan houden.
Dit seizoen is een mooi voorbeeld. Grijze middenmoot, onnodige nederlagen, kansloze verliespartijen. Niet elke zondag is even leuk. Maar zo nu en dan is er dan een sprankje hoop. Zo was er de wedstrijd tegen NEO. Een team zo jong, dat er moeders mee kwamen om te rijden en coachen. Al snel werd er over het hele veld druk gezet, niet onze gebruikelijke speelwijze. En niet alleen dat, het werkte, we kregen kansen. En ook uitzonderlijk: bijna alle kansen werden verzilverd. NEO ging met een flinke nederlaag terug naar Borne.
Onlangs nog, na een serie slechte resultaten mochten we op bezoek gaan bij de koploper Juventa. Thuis kansloos verloren, nog ongeslagen. Na 90 minuten stond er 3-4 op het scorebord van het hoofdveld, de kampioenskandidaat was weg gecounterd. Tevreden zochten we de warme (daar wel) douches op.
Het zijn lichtpunten in een seizoen dat snel vergeten gaat worden. Al twee spelers stopten tijdens het seizoen definitief, anderen zagen we soms maanden niet. Of wel, maar niet in voetbalkleding. 18 spelers is niet genoeg om elf namen op papier te krijgen op zondagochtend. Een deel van ons speelde ooit op zondagmiddag. Wij weten best dat het vier uur eerder iets langzamer gaat. Dat niet elke medespeler hetzelfde inzicht heeft. Voor een enkeling is dat inzicht zo langzamerhand het belangrijkste wat overblijft. We zijn bezig met het vertragen van de lichamelijke achteruitgang.
Jaren geleden, toen ik net op recreatief niveau was beland, was het leuk om tegen jonge teams te spelen. Meewarig keken ze naar de oudjes, die nog zo nodig moesten voetballen. Maar wij wisten dat we slim genoeg waren om ze te verslaan. Nu komen we elftallen tegen met oud-eerste-elftalspelers die onlangs stopten. We weten dat we de nederlaag moeten beperken.
Maar het blijft leuk om te voetballen. Een partijtje op donderdagavond. Een wedstrijd op zondagochtend. Zo nu en dan een goede wedstrijd, vaak een matige, soms een slechte. We kunnen nog een klasse afzakken, maar daarvoor voelen we ons nu nog te goed. Met de bal aan de voet meerdere tegenstanders passeren is er niet meer bij. Een actie betekent meerdere minuten bijkomen. Het shirt wordt gekozen op basis van het aantal X’jes voor de L. Maar we hebben nog zo vaak lol. Foute kleedkamerhumor, ontzettende blunders, geniale ingevingen van medespelers, een gezellige nazit.
Er zullen medespelers afvallen, er zullen anderen voor terugkomen. We zullen steeds moeilijker uit bed komen op maandagochtend. Over een paar jaar dalen we af naar de allerlaagste klasse. Ooit moeten we ons tevreden stellen met walking football. En al die jaren zijn we eigenlijk maar bezig met een ding. Het vertragen van de achteruitgang.