Goal, april 2013
Waar begin je? Ik weet niet eens een mooie titel om er boven te zetten. Moet ik zijn verdiensten voor de club weer eens opnoemen? Die weet iedereen toch al wel. Consul, wedstrijdsecretaris, leider, het zal allemaal elders wel terugkomen.
Toch geloof ik dat velen nog niet door hebben hoe groot het verlies is voor GFC. Natuurlijk is het erg voor Hermien, Bert en Noël. Voor Annet, Sander en de kleinkinderen. Ook voor mijn ouders. Al 43 jaar lang elke zondagavond kaarten. En ineens kan dat niet meer. Maar ook GFC gaat hem missen. Zeker GFC. Niet alleen vanwege de vele functies die hij had, maar vooral vanwege de persoon die hij was.
Zelden kende de club iemand die zo onvoorwaardelijk in GFC geloofde. Die zonder enige terughoudendheid supporter was van elk team dat op zaterdag of zondag in roodzwarte strepen het veld op kwam. Nooit kende GFC een grotere optimist en positivo. En dat gaan we zonder twijfel allemaal missen.
Natuurlijk, de kantineomzet zal minder zijn, in de loop der jaren heeft hij genoeg uitgegeven in ons clubhuis. En niet elke supporter was even blij met Jan die altijd hoorbaar en zichtbaar aanwezig was. Liefst aan de linkerkant, waar zijn zoon de achterlijn moest halen. Maar niemand zal ooit getwijfeld hebben aan zijn clubliefde.
Die club waar zijn vader erelid van was. Waar hij zelf opgroeide en waar hij zijn hele leven, week in, week uit, vele uren doorbracht. En ook al zag hij vaker slechte dan goede wedstrijden, hij bleef positief. In een goed seizoen wist hij in november al dat we kampioen zouden worden. In een beroerd seizoen geloofde hij tot ver in maart, zelfs al waren we niet veilig, dat we de laatste periode nog konden pakken.
Hij geloofde dat Bert de beste voetballer van GFC zou worden, dat ik tot ver na mijn veertigste achter de verdediging mee zou kunnen hobbelen, dat Ajax elke voorbereiding blij mocht zijn dat ze bij ons op bezoek mochten komen, dat GFC voor eeuwig hoger zou voetballen dan de Roomsen en Groenen. Aan zijn optimisme zat geen grens.
Zelfs over zijn eigen gezondheid bleef hij optimistisch. Ondanks vele tegenslagen en nog veel meer signalen dat het niet goed ging, zag hij licht aan het eind van de tunnel. Midden in de symbolische stortbui zag hij de zonneschijn alweer achter de wolken. Waar om hem heen nog wel eens getwijfeld werd, kon hij zich al weer verheugen op het eerste pilsje, op de eerste keer naar buiten, op de eerste wedstrijd langs de kant.
Het was hem niet gegund. We hebben afscheid van hem moeten nemen. Maar er zullen nog decennia voorbij gaan voor zijn naam bij GFC een vage herinnering wordt. Ik ben, zoals zo vaak achteraf, blij dat ik hem ooit eerde als man achter de schermen van Goal, in een column van vele jaren terug. Dat ik vond dat hij recht had op de titel GFC-er van het jaar. Vind ik nog steeds. Dan maar postuum.
In 2036 zullen er nog spelers voetballen bij GFC die kunnen vertellen over Jan aan de kant van het veld. In 2057 bij weer een mooi jubileumfeest gaan er nog verhalen over hem naverteld worden. Tot ook hij een voetnoot in de geschiedenis van GFC is geworden. Zoals het uiteindelijk iedereen vergaat. We zullen hem nog lang missen. Ik in ieder geval. En vele GFC-ers met mij, daar ben ik van overtuigd. Rust zacht Jan!
Themaweek 11: Voetbal