De blik van Van Gaal
05 zondag mrt 2023
Posted themaweek
in05 zondag mrt 2023
Posted themaweek
in04 zaterdag mrt 2023
Posted themaweek
inTags
Mart was nog wel eens onderweg. Mooi voer voor zijn column in de Rails. Ik herinner me een schitterende over een vlucht vanaf Brussel waarin hij de enige gast was, deze gaat over de trein. Stiekem meegenomen destijds, toen de NS nog op tijd reed, betaalbaar was en de reizigers niet als consumenten zag (mei 1994).
Themaweek 136: Mart Smeets
03 vrijdag mrt 2023
Posted themaweek
inTags
In het mapje ‘overig’ vond ik een stukje uit De Gelderlander. Heeft misschien ook wel in andere kranten gestaan. Over een bekend geel bandje. (30 juni 2012)
Precies acht jaar geleden kreeg ik, op de eerste zaterdag van de Tour, in Luik, een klein geel bandje waarin het woord ‘LIVESTRONG’ gestanst was.
Het was een probeersel om de zojuist opgerichte stichting van de Amerikaanse renner Lance Armstrong naam- en merkbekendheid te geven. LIVESTRONG zou de burger moeten herkennen als een medium dat zich bezighield met kanker.
Niet de ziekte alleen, maar alles eromheen en vooral de, als dat mogelijk was, positieve manier van omgaan en leven rond die gewraakte ziekte was van essentieel belang voor alle betrokkenen. Kanker was weliswaar een vreselijke ziekte, bij tijden dodelijk en wreed, maar vanuit de organisatie LIVESTRONG zocht Armstrong naar een duidelijk positieve manier van leven; sterk, niet versagend, inspirerend. Een klein denktankje aan jonge kerels van Nike was op dit idee gekomen en een van hen, de Nederlandse ex-wielrenner en ex-schaatser Dirk Jan van Hameren, gaf me een der eerste exemplaren. Of ik de durf had een goed doel via een simpel polsbandje te willen uitdragen. Ja, dat had ik.
We zijn acht jaar en miljoenen kankerdoden over de hele wereld verder. Maar ook bijna tachtig miljoen (verkochte) bandjes. In het begin dachten mensen dat het bandje directe genezing zou garanderen. Ik kreeg ettelijke verzoeken van patiënten; of ze alsjeblieft een Armstrong-bandje van me konden kopen…
Geel is de kleur van de hoop en die van de leiderstrui in de meest prestigieuze wielerkoers ter wereld. Mensen kunnen op hoop leven, zoals zo vaak blijkt. Mensen die met kanker moeten omgaan, in welke vorm dan ook, gebruiken het woord ‘hoop’ heel vaak. Diezelfde mensen hebben echter ook geleerd dat een sterke, vasthoudende, positieve manier van omgaan met alles dat met kanker te maken heeft een mens meer rust en kracht kan geven. Ik heb het gele bandje al die tijd gedragen op een klein uurtje na in een ziekenhuis toen er een kleine ingreep via de rechterpols moest plaatsvinden. Ooit werd ik ordinair uitgescholden door een dronken pummel die me verweet aan die ‘zielige Armstrong-hysterie’ mee te doen. Van domme mensen valt vaak geen redelijkheid te verwachten. Het geel knelt bepaald niet.
Themaweek 136: Mart Smeets
02 donderdag mrt 2023
Posted themaweek
inJaren lang een column in de Nieuwe Revu. Dat deel van mijn collectie is nog lang niet compleet. Maar er zitten toch mooie stukjes in. Over de nadagen van een oud kampioen. (4 augustus 1993)
Hoogstwaarschijnlijk stapt hij terug met de volgende erelijst van het seizoen 1993: 13e in de Driedaagse van de Panne en 25e in de Ronde van Vlaanderen. Voor de rest niets en nergens. Afgestapt, achtergelaten, achtergebleven en vertrokken door de achterdeur. Greg LeMond zit in Minnesota, zijn pols in het gips, zijn gedachten in de war en niemand in de Europese scene heeft hem dan ook maar een seconde gemist in de Tour. Ja, zijn naam flikkerde even over de kleine computer-schermpjes toen op de laatste Tour-zondagmiddag bekend gemaakt werd dat hij tijdens een training bij hem in de buurt onderuit geslagen was en zijn pols had geknakt. De groep internationale volgers praatte door (over niets), men nam notie van het bericht, de meesten haalden de schouders op. sommigen kregen nog iets van “ach” in de gedachten. want Greg LeMond was immers al vergeten.
Een wonderbaarlijke terugkomst in 1989 had hem een karrelading krediet opgeleverd in de wielerwereld, maar toen hij vanaf 1991 luchtkastelen bestormde en duidelijk werd dat hij in meerdaagse koersen amechtig moest aanpikken, verdween zijn naam voorzichtig naar de categorie ‘have-beens’.
Zijn tergende kwellingen in wedstrijden als de Giro d’Italia en de Route du Sud (voorbereidingsrondjes voor hem op de grote Tour) waren niet om aan te zien. Zei een renner uit de Giro: “Hij loste vaak na een kilometer of dertig al. Niet dat we wandelden. Maar een toerist kon het peloton nog bijhouden. Ik heb wel eens gedacht: wat doet hij hier nog? Wat moet-ie bewijzen? Dan verdween hij zo maar in het achterland en dan zag je wat knechten terugzakken, want zo was het ook. Hij mocht niet alleen sterven.” De woorden kwamen van Bjarne Riis. Ook een wonder in de wielerwereld. Maar anders dan LeMond.
De Amerikaan werd niet gemist tijdens de Tour. ‘Zijn’ GAN-ploeg was een flop. Heel soms durfde de redactie van L’Equipe het nog aan iets over LeMond te schrijven (GAN is immers een hele belangrijke sponsor -9 miljoen- in het Franse fietsen en ook een firma die wel een hele pagina reclame kocht toen Gilbert Duclos- Lasalle uitviel. Daar moet iets tegenover staan) met als hoogtepunt een stuk van een medewerker die naar Minnesota was gereisd om de vleugellamme LeMond daar aan het werk te zien. Trainend, misschien zelfs wel hard trainend: met zweet en een roodaangelopen kop. Om zich te revancheren voor het vreselijke seizoen 1993 dat hij dan nog goed wilde maken met een knallende prestatie tijdens het wereldkampioenschap in Oslo, straks als augustus omklapt in september. Precies de week dat hij in ’83 en in ’89 ook in vorm was en een regenboogtrui kwam afhalen. Maar nee. LeMond was nauwelijks in gang te krijgen, meldde de correspondent en er trok een rimpeling van twijfel door ‘s mans tekst. Zou het ooit nog goed komen?
Je bent zo snel geneigd ‘nee’ te zeggen en misschien moet ik het nu ook maar doen. LeMond is 32 jaar oud (hij is van 25 juni) en heeft de laatste twee jaar geen berg meer behoorlijk opgereden. Maar die kronkelwegen naar de Aubisque of Vars zijn helemaal zijn grootste tegenstanders niet meer.
LeMond de zakenman, de multimillonair, heeft behoorlijke tegenslagen te verwerken gekregen. Heeft zijn vader moeten ontslaan als leidinggevend manager van de fietsenfabriek. Heeft moeten toezien dat hij per week vijftigduizend dollar verlies leed. Heeft geprobeerd de breuk met zijn vader te lijmen, maar natuurlijk bleven er bij die poging flinke splinters over.
En met die achterliggende gevoelens moest hij ook nog trainen. Wat pas later bekend werd: zijn voorbereidingstraining, die hij, eigenwijs als hij is, altijd solo afwerkt in Noord Californië en dus niet bij zijn ploeg in Zuid-Europa, viel totaal in het water. Hevige regenval hield LeMond zeventien dagen van de fiets. Daar in zijn hotelkamer in Californië, voortdurend aan de telefoon, verkeerde dingen etend, verloor Lemond de greep op dit seizoen, verloor hij de aansluiting met het laatste wiel van het peloton.
In zijn drukke sociale leven, zijn zeer te waarderen omgang met journalisten, de tijd die hij aan z’n drie kinderen besteedt bleef nauwelijks nog tijd voor iets dat op geregeld, ascetisch leven leek; een must voor een renner die drie kruisjes achter z’n naam heeft staan. Misschien wel tegen beter weten in, hoopte hij op een goede Tour, maar waar haalde hij die optimistische kijk in hemelsnaam vandaan? Zijn weerstand nam af, hij raakte oververmoeid en een allergie sloop zijn lichaam binnen. In datzelfde lijf zaten nog steeds dertig loden bolletjes van dat ‘freaky’ jachtongeluk uit 1987 en het lichaam van LeMond zei ‘doe het zelf maar. Ik kan niet meer wat drie en vier jaar geleden nog wel ging’.
De familienaam LeMond verliet de Europese wegen op het moment dat hij het bijna drie miljoen-gulden contract (over twee jaar gemeten) bij GAN moest waarmaken.
Waar hij in ’89 een onvergetelijke finale in de Tour neerlegde, waar hij een jaar later zijn ontembare strijdvaardigheid kon tonen. daar was hij nu gedwongen tot een bijna zielig afstappen. Een renner die zo groot was in zijn daden. Die noodlot en medische voorspellingen tartte. Die de wielerwereld zo veel onvergetelijke momenten gaf, moest in de remmen.
Voorgoed? Het lijkt erop. Hij mag dan roepen dat hij graag in Atlanta 1996 tijdens de wegwedstrijd wil starten, maar dat is wel heel erg ver weg. Dat is bijvoorbeeld al, zo lijkt het, te ver voor de generatie echte toppers van nu en die kunnen nog bergen over en splijtende tijdritten afleveren. En in LeMonds bestaan heeft het de afgelopen tijd eigenlijk alleen maar geregend. Waardoor de fiets dus in de schuur bleef. Greg LeMond is een te groot renner geweest om zo, in deze wrede, soms bijna potsierlijke neerwaartse spiraal uit te komen.
Stop gewoon Greg en blijf lekker bij je familie. En dank voor de mooie jaren.
Themaweek 136: Mart Smeets
01 woensdag mrt 2023
Posted themaweek
inTags
28 dinsdag feb 2023
Posted themaweek
in27 maandag feb 2023
Posted themaweek
inTags
Al weer meer dan vier jaar geleden dat ik een themaweek opdroeg aan #DeMart, met een harde schijf vol schitterend materiaal eigenlijk veel te lang geleden. Dus deze week weer zeven keer een stuk(je) uit diverse media van de grootste sportjournalist van Nederland. Te beginnen vandaag met een artikel uit de Volkskrant (15 juni 2015) over de speler die onlangs weer in het nieuws was.
LeBron James speelt de sterren van de hemel. Toch staat zijn club Cleveland Cavaliers achter in de finale van de Amerikaanse basketbalcompetitie.
Door: Mart Smeets 15 juni 2015, 21:00
De ‘misschien wel beste basketballer ter wereld’ staat in een licht onstabiele spagaat op het NBA-parket. Hij weet dat de hele sportwereld naar hem kijkt, hij weet dat alleen hij en helemaal niemand anders, de Cleveland Cavaliers de NBA-titel kan bezorgen, maar hij weet ook dat hij dan moet gaan toveren zeker in de wedstrijd van komende nacht tegen de Golden State Warriors.
Als Cleveland verliest, is de serie voorbij en mist LeBron James de titel, na een reeks bijna schofterig goed gespeelde wedstrijden.
Hoofdpijn
LeBron Raymone James (van 30 december 1984) viel in wedstrijd vier tegen de Golden State Warriors hard met zijn hoofd tegen een televisiecamera. De beelden van de bloedende hoofdwond en het spektakel eromheen waren nog maar net over de wereld gegaan of er diende zich weer een LeBron-gerelateerde stunt aan.
Terwijl hij zijn spelersbroek dichtknoopte, werd zijn geslacht aan het televisievolk over de hele wereld vertoond; geheel toevallig en ook volmaakt onschuldig, maar het was de flinke piemel van een man die een van de invloedrijkste sportmannen ter wereld is. Een man ook die geen stap buiten zijn huis kan doen zonder dat legers camera’s en mensen met blocnotes op hem staan te wachten.
James is schatrijk, ‘outspoken’, democraat (hij maakte reclamefilmpjes met First Lady Michelle Obama), geestig, scherp, cynisch zelfs . Hij acteert sociaal binnen zijn ploeg en is vakbondsman binnen de NBA.
Hele klus
3-2 is de stand in het voordeel van Golden State Warriors in de best-of-sevenserie. De Cleveland Cavaliers van LeBron James moet de komende twee wedstrijden winnen wil het kampioen van de NBA worden. De eerste wedstrijd is dinsdagnacht 3 uur Nederlandse tijd.
Behalve het spelen van zo’n honderd serieuze basketbalwedstrijden in één seizoen, hetgeen in zijn geval geen sinecure is omdat hij altijd zijn redelijk zwakke ploeg dient te dragen, doet hij veel, vaak veel te veel.
Filmrollen, fotosessies, reclamewerk, televisieoptredens en goede-doelen-werk volgen elkaar in een niet aflatende reeks op. Hij heeft managers, personal assistants, secretaresses, koks, chauffeurs en piloten in dienst. Al die mensen draaien in een 24-uurs-economie met de thans 30-jarige superster mee in een wereld waar het zijn primaire taak is de basketbal door de ring te gooien en zijn tegenstanders daar juist van af te houden.
De spagaat van nu is simpel: moet hij solo de NBA-titel trachten binnen te halen of moet hij zich ondergeschikt maken aan het teamspel van zijn Cleveland Cavaliers? Het is een voorwaar nauwelijks uit te voeren sportieve klus.
Consistentie
In de eerste drie wedstrijden van de serie tegen de Warriors speelde James ongegeneerd sterk en bevestigde hij zijn kunnen. In wedstrijd vier ging hij kopje onder en dat ook was een bevestiging: professionele James-watchers zeggen al jaren dat de superster het vermogen mist consistent goed te spelen. Hij lijkt af en toe licht afwezig te zijn in belangrijke fases van wedstrijden en hoewel zijn scores groots en sensationeel zijn, blijken die bij de eindafrekening onvoldoende voor de definitieve zege.
LeBron mist vrije worpen, laat zijn (te verdedigen) man lopen of overspeelt offensief ineens zijn hand. Omdat niemand anders in zijn omgeving hem tijdens time-outs kan overtuigen of instrueren, blijkt hij ineens ook angstig kwetsbaar.
James draagt een stigma met zich mee, dat dezer dagen in kapitalen boven speler nummer 23 (ooit het shirtnummer van ene Michael Jordan) van de Cavaliers hangt: zijn onvermogen om voortdurend gecontroleerd en tactisch winnend basketbal te spelen.
Snapt hij de beperkingen die in zijn medespelers huizen dan niet? Doorziet hij niet dat zijn (eerstejaars) coach niet die oplossingen ziet die hij, LeBron James, dus wel snapt? Is hij inderdaad niet in staat om gedurende 48 minuten geestelijk zo sterk te zijn dat hij lichamelijk ook kan overwinnen?
Turbulente jeugd
In 2004, na het echec van Team USA in Athene, bij de Olympische Spelen, kreeg James er van een aantal vooraanstaande Amerikaanse journalisten flink van langs: ze veroordeelden zijn infantiele, verwende en bij vlagen asociale gedrag. De LeBron van nu heeft zijn leven gebeterd, maar een kleine hoeveelheid van die vervelende trekjes komt blijkbaar nog steeds boven drijven.
Is het vanwege zijn jeugd? Nee, hij kende zijn vader nooit, zijn moeder was nauwelijks 16 jaar toen ze hem op de wereld zette, in een verpauperde arme wijk in Akron, Ohio.
James heeft in zijn jeugd dagelijks moeten knokken om op de been te blijven; zijn moeder deed hem, bijna letterlijk, van de hand. Ze plaatste hem bij een vreemd gezin waar hij goed aardde en katholiek streng werd opgevoed.
Toen hij 18 jaar oud werd, had hij zijn eerste Hummer al voor de deur staan. Vanaf dat moment zijn honderden miljoenen op zijn bankrekening bijgeschreven. Wat hij aanraakt wordt goud. Waar hij loopt, verschaft hij andere mensen plezier en vaak ook – door zijn genereuze manier van ‘geven’ – een tastbaar bewijs van zijn welstand.
De beste
Mensen haten hem omdat hij zo goed is en ze liggen aan zijn voeten omdat hij, op een andere manier, zo goed is. Hij veroorzaakt idioot hoge kijkcijfers dit jaar, is uithangbord voor vele grote firma’s en hij weet toch ook dat zelfs voor hem een etmaal slechts 24 uur telt.
Het lijkt erop dat LeBron James, in alles dat hij doet, tijd tekort komt om zo goed te zijn als hij wil zijn. Hij wil dus overal de beste in zijn, in alles wat hij doet. Dan moet hij nog tweemaal boven zichzelf uitstijgen, maar wat is de overtreffende trap van schofterig goed spelen?
Michael Jordan, de man die alles kon, die ook alles won, kende eveneens zijn rafelrandjes. Jordan leefde als een bijna gokverslaafde, monomane superster en hield dat ook niet altijd vol. Maar hij vond wel de overtreffende trap: een goede ploeg om zich heen formeren. Iedere sterspeler gedijt goed in een ploeg met gemiddeld goede spelers die hun ego kunnen verstoppen.
Themaweek 136: Mart Smeets
14 donderdag apr 2022
Posted Boekbesprekingen 2022
inTags
boeken, boeken 2022, boekrecensie, fryslan, Geert Mak, lezen, themaweek
Het boek is een kwart eeuw oud, de uitgever bedacht dat dat een goed moment was om een nieuwe editie uit te geven. Een nieuw nawoord, maar ook een nieuwe titel. Want in de tussentijd is de Friese naam van het dorp de standaardspelling geworden. Jorwert dus i.p.v. Jorwerd.
Ik las het vijftien jaar geleden, maar was blij dat ik deze nieuwe editie, gesigneerd nog wel, mocht recenseren. En wat kan opmaak een groot verschil maken. De vele foto’s, illustraties, tekeningen en krantenknipsels maken het boek, wat an sich al de moeite waard was, nog meer een must have.
En voor ik het weet, lees ik weer wat ik al eens las. Over het dorp waar zoveel veranderde in een halve eeuw. En Jorwert bleek een metafoor voor het leven. Want niet alleen in het kleine Friese dorpje veranderde er veel, overal op de wereld gebeurt dat. Het boerenleven, ooit de basis van de vooruitgang door de mensheid, is geëvolueerd tot een agrarische industrie, niet voor iedereen geschikt. En met deze vooruitgang wordt ieders leven beïnvloed. Maar dan ook echt alles. De school, de middenstand, de kerk, de gezinnen, het verenigingsleven; alles moet mee in de vaart der volkeren.
In Jorwert verschijnen dus ook buitenstaanders. Zij die vluchten voor de hectiek van de Randstad. Sommigen passen zich aan, doen hun best om te integreren in het dorp, anderen blijven buitenstaanders, leven op zichzelf.
Mak schrijft een prachtige kroniek, in het nawoord, een kwart eeuw na dato geschreven, kijkt hij nog eens terug op zijn tijd in het dorp. En wat er sindsdien nog veranderde. Hij praat met bekenden en over zij die er niet meer zijn. Niet alles is per definitie slechter. Een boer runt zijn boerderij samen met zijn zoon, al doet die dat vanuit Ottawa. Via de computer kan hij vanuit Canada alles volgen en laat hij zijn vader weten als er iets niet klopt. Mak ziet dat de veranderingen nog lang niet voorbij zijn, dat de tijd niet te stoppen is. Dat het dorp nog flink wat voor de kiezen krijgt.
De menselijke maat, de onvermijdelijkheid der dingen, de verandering. Het levert een prachtig boek op.
Citaat: “De buren droegen hem naar het graf dat de kerkvoogd en de man van de bar hadden gegraven, een buurmeisje stond in de deur te huilen, voorzichtig lieten de mannen de touwen onder de kist vieren. Daarna was er koffie met koek. Op het toneel lagen, vooraan, de belangrijkste attributen in Folkerts leven: zijn accordeon, zijn dambord en zijn pakje shag.” (p.415)
Nummer: 22-003
Titel: Hoe God verdween uit Jorwert
Auteur: Geert Mak
Taal: Nederlands
Jaar: 2021 (1996)
# Pagina’s: 421 (773)
Categorie: Geschiedenis
ISBN: 978-90-450-4532-0
Meer:
Mak, Geert – Gedoemd tot kwetsbaarheid
Mak, Geert – Hoe God verdween uit Jorwerd
Mak, Geert – Het ontsnapte land
02 zaterdag apr 2022
Posted Boekbesprekingen 2021, Voetbalboek
inTags
boeken, boeken 2021, boekrecensie, lezen, Marcel van Roosmalen, themaweek, Theo Janssen, Vitesse, voetbal, voetbalboek
Drie Hard Gras specials schreef hij over Vitesse. Bio’s over Theo Bos en Theo Janssen. En veel andere boeken, ontelbaar veel columns, Van Roosmalen produceert erg veel. En de kwaliteit is bijna altijd hoog. Ik heb dan ook vele boeken van hem in de kast staan, maar heb het oeuvre niet compleet. Bijna niet te doen.
Deze titel had ik overgeslagen, niet alles over de Arnhemse voetbalclub is de moeite waard. Met als uitgever Voetbal International heb ik de indruk dat dit boekje een soort van opdracht is geweest. De borrel na een uitzending waar hij te gast was:
‘Zeg Marcel, kun je voor ons niet een boekje over Vitesse schrijven?’
‘Heb ik al drie keer gedaan voor Hard Gras, wie zit daar nu nog op te wachten?’
‘Dat bepalen wij wel, wij gaan over de marketing. Je hebt vast nog wel het een en ander op de harde schijf staan.’
‘Tuurlijk, genoeg over geschreven, tientallen columns de laatste jaren.’
‘Zie je wel, printen, kaftje eromheen en klaar.’
‘Dat is wel heel simpel, lijkt wel oplichten van het publiek.’
‘Onzin jonge, dit is wat het volk wil. Maar ze weten het alleen nog niet. We leggen het boekje een maandje voor ons op tafel en we verkopen er duizenden. Zie ik ze bij Hard Gras nog niet doen.’
‘Maar dan wil ik ook nieuwe dingen doen, een thema voor het boek hebben.’
‘Doe nou niet zo moeilijk joh, voor jou is het toch ook cashen als we er flink wat verkopen?’
‘Nee, dan kan ik mezelf niet meer aankijken en kom ik er bij Vitesse niet meer in. Ik wil nieuwe dingen schrijven.’
‘Je doet maar jongen, als het over een half jaar maar af is.’
Kan nooit bewijzen dat het zo gegaan is, maar het vermoeden is niet vreemd. Fragmenten uit alle drie de Hard Gras specials, oude columns, stukken uit de biografie van Theo Bos, het raamwerk was al snel klaar. Tussendoor een paar keer naar Arnhem en dan zien dat het ineens het laatste seizoen van Theo Janssen blijkt te zijn en dat ook Ester Bal tijdens dat jaar werd ontslagen. Daar is je haakje.
En nog steeds las ik het met plezier, maar de urgentie is er af. De verhalen ken ik deels al. Sommige verhalen zijn overbodig. De klasse van Van Roosmalen is dan natuurlijk dat er niet per se wat hoeft te gebeuren om een leuk verhaal te schrijven. Hij kan ook van een nietszeggende ontmoeting een boeiend stuk maken, een matige wedstrijd door randverschijnselen onvergetelijk en een enkel citaat gebruiken om een bladzijde vol te schrijven.
Dan helpt het ook nog dat het bestuurlijk een zootje is bij de club, dat Janssen door zijn blessure veel tijd doorbrengt met de schrijver en tot de conclusie komt dat hij klaar is met topvoetbal. En zo hebben ze allemaal hun zin. VI met een goed verkopend boek, Van Roosmalen met toch nog iets meer inhoud en Janssen die de titel levert. De lezer mag niet klagen, hij kocht dit boek vrijwillig en heeft genoeg vermaak voor zijn geld.
Citaat: “De afdeling persvoorlichting van de club had de opdracht gekregen om een verhoging in elkaar te knutselen en daarvoor vijftig stoelen neer te zetten. En Ferrer had om microfoons gevraagd, zodat hij voor de mensen achterin ook goed was te verstaan. Die microfoons stonden er, zonder snoer, dat wel. Met z’n vieren keken we naar de Spaanse trainer achter een lange tafel op die verhoging, die vanwege zijn bleke gelaat ‘de spitsmuis’ werd genoemd. Naast hem zijn assistenten in trainingspak. Nadat we elkaar zwijgend hadden aangekeken, zei Ferrer: ‘I am waiting for the press.’ Omdat niemand wat zei, verklapte ik het maar: ‘Mister Ferrer, we are the press.’ Dat was de eerste tegenvaller.” (p.179/180)
Nummer: 21-065
Titel: Schijt
Auteur: Marcel van Roosmalen
Taal: Nederlands
Jaar: 2014
# Pagina’s: 271 (14378)
Categorie: Voetbal
ISBN: 978-90-6797-092-1
Meer:
Roosmalen, Marcel van – Geef me nog twee dagen (Hard Gras 78)
Roosmalen, Marcel van – Gelukkig is het weer voorbij
Roosmalen, Marcel van – Gras groeit niet sneller door aan de sprietjes te trekken
Roosmalen, Marcel van – Je hebt het niet van mij (Hard Gras 48)
Roosmalen, Marcel van – Het is nooit leuk als je tegen een boom rijdt
Roosmalen, Marcel van – Het jaar van de adelaar (Hard Gras 66)
Roosmalen, Marcel van & Jan Dirk van der Burg – Nederland onder het systeemplafond
Roosmalen, Marcel van – Op campagne met Oranje
Roosmalen, Marcel van – Op pad met Pim
Roosmalen, Marcel van – De Pimmels
Roosmalen, Marcel van – Theo Janssen. Op pad met de dikke prins
Roosmalen, Marcel van & Michel van Egmond – Van Didi tot Kaka (Hard Gras 60)
Themaweek 133: Sportboeken
01 vrijdag apr 2022
Posted Boekbesprekingen 2021, Voetbalboek
inTags
biografie, boeken, boeken 2021, boekrecensie, Jimmy Greaves, lezen, themaweek, voetbal, voetbalboek
Een van de laatste keren dat ik bij Kruimeltje binnenliep (al wist ik dat toen niet, dat mijn favoriete tweedehandsboekenzaak er mee zou ophouden), kocht ik een boek van een Engelse voetballer waar ik wel eens van had gehoord.
Greaves was begin jaren zestig een van de beste aanvallers in Engeland. Van Chelsea, via Milan belandde hij bij de club van zijn dromen: Tottenham. Later was hij de spits van het Engelse team dat wereldkampioen werd, al verloor hij zijn basisplek door een blessure en speelde de finale niet.
Dit boek is een voorloper van vele boeken, vooral in Engeland, waarin de speler zijn verhaal aan een ghostwriter vertelt, een manier om bekendheid uit te buiten. Greaves is daar tijdens, maar zeker ook na zijn loopbaan, een expert in geworden.
Het boek vertelt ook veel over de tijd, begin jaren zestig, over de Britse cultuur, over het voetbal in die tijd. Het is dus zowel een tijdsbeeld als een antropologische bron van informatie.
Greaves zelf komt er in dit boek niet zo heel goed uit, zeker zijn tijd in Italië was geen succes, maar wanneer je noch de taal spreekt, noch je interesseert voor de lokale cultuur, dan is de kans dat je als voetballer slaagt niet zo heel groot. Met de ogen van nu, vooral zijn schuld, maar waarschijnlijk waren de Britten in die tijd een stuk milder voor hun voetbalheld, misschien tegenwoordig nog steeds. De flink veranderde Premiership van het laatste decennium zou deze mening misschien kunnen bijstellen.
Al met al zeker geen goed boek, maar wel een erg interessant boek om te lezen en te hebben.
Citaat: “Whenever I got the ball in Italy I had four men on me. You couldn’t even walk about without falling over somebody. I enjoyed it immensely! The only way this type of play could get into England would ben through an influx of foreign players and coaches. It hasn’t happened so far. We must make sure it doesn’t in the future.” (p.102/103)
Nummer: 21-057
Titel: A funny thing happened on my way to Spurs
Auteur: Jimmy Greaves
Taal: Engels UK
Jaar: 1963
# Pagina’s: 151 (12331)
Categorie: Voetbal
ISBN: nvt
Themaweek 133: Sportboeken