De populairste sport in Australië is een sport die nergens anders wordt beoefend. In Nieuw Zeeland wordt wel eens een demonstratie gegeven, in Ierland schijnt een vergelijkbare sport te bestaan, maar Aussie Rules wordt eigenlijk alleen maar in Australië gespeeld. Onderweg als ik Australiërs tegenkwam had ik wel eens een discussie over die sport van hen. Ze noemen het namelijk Football, maar het heeft niets met de sport met die naam te maken. De eivormige bal mag ook met de hand gespeeld worden en lijkt nog meer op rugby dan op voetbal. Daarbij lijkt het alsof er geen regels zijn, niet voor niets probeerde Veronica ooit in Nederland de sport populair te maken met de slogan ‘de hardste sport ter wereld’. Blijft over Aussie. Een beetje weinig voor een naam, om te vertellen waar het vandaan komt. Maar hoe je ook op de Australiër inpraat, men is ervan overtuigd dat het de mooiste sport ter wereld is.
Rugby trekt minder toeschouwers, cricket is te beschaafd en voetbal stelt al helemaal niets voor. Dus bezocht ik in Adelaide een wedstrijd in de AFL. Ik was net een week te laat in de stad om de derby te zien tussen de twee teams uit die stad, maar Port Adelaide speelde deze week thuis, nadat ze vorige week Adelaide hadden verslagen. De tegenstander is St.Kilda, een team waar ze in vijf eerdere ontmoetingen nog niet eerder van wonnen.
Het stadion was redelijk vol, de herfst is begonnen, dus iedereen is dik ingepakt op de tribune, er vielen een paar regendruppels tussen de bushalte en het stadion, dus zitten ze binnen met de poncho’s te wachten tot de wedstrijd begint. Men heeft alle toeristen blijkbaar bij elkaar geplant, goedkoop aan een van de lange zijdes, ik zit tussen twee Duitsers, wat het spel wel interessant maakt, aangezien we geen van drieën een idee hebben van de regels.
Het stadion is niet uitverkocht, een aantal vakken is zelfs leeg, maar met ruim 27.000 toeschouwers is het toch redelijk gevuld en de sfeer is goed. St.Kilda is een suburb van Melbourne, zo’n 800 kilometer hiervandaan, dus het verbaasd me dat er schuin voor ons nog een heel groepje fans aanwezig is. Verder is het hele stadion in lichtblauw en zwart gekleed, de kleuren van Port Adelaide, bijgenaamd Power. Het clublied klinkt voor de wedstrijd, zo’n typisch sportlied dat eenvoudig mee te zingen is voor de fans. De mooiste regels ‘come on Port Adelaide agression’, waarom die agressie er in moet is even niet duidelijk, maar het stopt de fans niet van het meezingen met de regels ‘we’ll never stop stop stop, ‘til we’re top top top’, die aangeven dat de gemiddelde carnavalskraker meer diepgang heeft als dit lied. Terwijl de teams door een groot stuk plastic het veld op rennen (agressie!), wordt ook het clublied van St.Kilda nog even gespeeld. De bezoekers hebben ‘Saints’ als bijnaam, maar ik blijf het toch van erg weinig inspiratie getuigen dat het lied dat gekozen is de aloude klassieker ‘Oh when the saints” is, waarin slechts een regel veranderd is: “I wanna be in St.Kilda”. De bezoekers hebben wat mij betreft daarmee de wedstrijd al verloren.
Het probleem in het eerste quarter is voor ons dat de thuisploeg te sterk is. Bijna een half uur lang speelt het spel zich af voor de andere tribune, zo’n 100 meter van ons vandaan. En dan vind ik het niet eenvoudig om te zien of de bal door de middelste palen vliegt, of tussen de buitenste door. St.Kilda laat zich helemaal afslachten en scoort geen een goal. Wij zijn er nog niet uit hoeveel punten een goal oplevert, we gokken vier, maar aan het eind van de eerste quarter kunnen we uitrekenen dat het 6 moet zijn. De stand is dan 42-2. De twee van de bezoekers komen van twee zogenaamde ‘behinds’, wanneer de bal tussen de buitenste palen door zweeft.
Wat ik me van de televisiebeelden van zo’n jaar of vijftien geleden nog kan herinneren zijn de doelrechters. Achter de palen staand bepalen zij of het een goal is of niet. Deze heren hebben een spierwit jasje aan, met bijpassende witte hoed. Wanneer de bal tussen de middelste palen belandt, staan ze in het midden en wijzen twee handen naar voren, zoals we dat vroeger op het schoolplein deden wanneer we deden alsof onze handen een pistool was. Twee handen zijn 6 punten, een hand 1 punt. Maar daarna gaat de show verder, want dan wordt de score nog even bevestigd voor de collega aan de overkant en worden er een of twee witte vlaggen gepakt (een voor een behind, twee voor een goal) en spelen ze nog even dat ze de finish van de formule een mogen afvlaggen. Terwijl het spel grotendeels langs me heen gaat, is de doelrechter alleen al de volledige entree waard.
Het spel is moeilijk te volgen. Er zijn inderdaad erg weinig regels, regelmatig vliegen er een groepje spelers tegelijk de lucht inom de bal te bemachtigen, waarbij er dan meestal een aantal ongelukkig op de grond landen. Er schijnt maar een manier te zijn om de vliegende tackles van allerlei idiote, suïcidale tegenstanders te ontwijken, en dat is het vangen van een pass van een medespeler en dan stil blijven staan. Dat geeft je het recht om iets naar achteren te lopen en een volgende pass te geven of een doelpoging te wagen. Verder is eigenlijk alles toegestaan, tenminste zo lijkt het.
In de tweede quarter komt St.Kilda terug. Oftewel wij zitten weer aan de verkeerde kant van het stadion. Zo zien we weinig vandaag. Gelukkig is er nog de rust, waarin we een aantal jeugdwedstrijden voorgeschoteld krijgen. Vlak voor onze neus de allerkleinsten, waar een aantal meisjes meespelen met de jongens. Volgens mij is de strijd niet helemaal eerlijk, aangezien de blauwen twee spelers meer hebben dan de roden. Daarbij is een van de jochies in het blauw een kop groter, en, in deze sport erg belangrijk, twee keer zo breed als zijn tegenstanders. Maar goed, het schijnt niemand echt te storen.
In de tweede helft wat meer tijd om eens om me heen te kijken. Tenslotte is Port het derde quarter weer sterker en dus spelen ze weer eens aan de andere kant van het veld. AFL trekt een echt Australisch publiek. Hele families zijn aanwezig, kleine kereltjes weten precies wanneer een bepaalde pass goed is en klappen enthousiast. Tienermeisjes schreeuwen uit volle macht ‘you’re so sexy’ naar een van de spelers van de thuisclub, grootmoeders delen sandwiches uit vanuit een koelbox en koffie uit een thermoskan. De vaders doen de moeders concurrentie aan, wat betreft de lengte van het haar, terwijl de moeders niet voor de kerels willen onderdoen qua tatoeages. Kortom, een gezellig familie-uitje zo’n voetbalwedstrijd. Er wordt dan ook fanatiek meegeleefd, de beste stuurlui staan niet op wal, maar zitten schuin achter ons op de tribune. Spreekkoren voor ‘power power’ klinken regelmatig door het hele stadion. Een goede pass of een goede vang is belangrijk, want we horen flink applaus, een goal levert een juichend stadion op, terwijl een behind, toch ook een punt waard, meestal gepaard gaat met een collectieve zucht. ‘Weer geen goal’ lijkt de gedachte overal te zijn. Wanneer de tegenstander scoort is dat meestal goed voor een magere sarcastische opmerking, meestal vrij denigrerend geschreeuwd richting het veld, niet dat men het daar hoort, maar de opmerking is dan ook meer bedoeld voor de omstanders dan voor de spelers.
Het vierde quarter is vrij tam. De wedstrijd is eigenlijk al beslist, Port staat zo dik voor, spannend is het eigenlijk nooit geweest. Maar het publiek schreeuwt nog steeds alsof men die paar extra punten nodig heeft voor het kampioenschap. De boodschap is duidelijk. Zoals het bij sommige voetbalteams in Europa ook duidelijk is wat de supporters (Feyenoord, Newcastle, Marseille) willen zien. Hard werken, zoals ze dat zelf ook de hele week moeten. Volgens mij is dat ook een van de attracties van de AFL. Het volk ziet hun helden, die uit hun midden komen. Dit zijn geen Manchester United-achtige popsterren, maar gewone hardwerkende stevige kerels, die in een mouwloos shirt rennen en beuken totdat de wedstrijd voorbij is, tenzij ze voordien met een brancard zijn afgevoerd. En omdat er zoveel agressie op het veld te zien is, blijft het op de tribune rustig. De supporters kunnen dus ook gewoon door elkaar zitten, risicowedstrijden zijn er een onbekend fenomeen.
Uiteindelijk wint Port Adelaide met 113-55 (of zoiets) en klinkt het clublied nog een keer uit de speakers. Het publiek is blij, hun club heeft al drie van de vier wedstrijden gewonnen dit seizoen, meer dan vooraf gehoopt.
(Adelaide, Australië, april 2001)