Ayaan Hirsi Ali – Mijn vrijheid (08-073)
Politiek interesseert me. Misschien ooit iets voor mij, al heb ik voorlopig andere dingen aan mijn hoofd, zodat de tweede kamer het na 2011 toch nog even zonder mij zal moeten doen. Hirsi Ali is een fascinerende persoonlijkheid. Bijna vijf jaar geleden begon ik een nieuwe serie stukjes over politici die afgeschaft moesten worden. Zij kreeg de eer om deel 1 aan haar opgedragen te zien. Na deel 2 stopte ik met die serie overigens, aangezien zowel Hirsi Ali als Wilders steeds prominenter werden. Waarschijnlijk niet omdat mijn verhaaltjes ergens op een server in California stonden, maar mijn pleidooi hielp in ieder geval niet.
Hirsi Ali had dus het nadeel van de twijfel toen ik met dit boek begon, overigens ook weer een leuk geschenk van mijn zusje. En ik moet zeggen dat ik onder de indruk was van haar relaas. Hoofdstukken lang beschrijft ze openhartig haar jeugd met een politicus als vader die vaker niet dan wel in de buurt was, met een extreem religieuze moeder die niets liever wilde dan lieve Ayaan op laten groeien tot goede moslima. Zelf werd ze in haar tienerjaren ook steeds strenger in de leer en liep ze in Nairobi, waar ze toen naar toe gevlucht waren, met hoofddoek over straat en volgde Koranlessen.
Het is een schrijnend verhaal. Meerdere keren moet ze een land verlaten (Somalië, Saudi Arabië en Nigeria), nooit is ze ergens op haar gemak. Ze wordt door haar clan, erg belangrijk bij Somaliërs, geholpen, maar tegelijkertijd ook extreem in de gaten gehouden. Een verhaal over haar besnijdenis, over discriminerende Arabieren, een verscheurd land waarin ze niet meer kan wonen, sociale controle en onbegrijpelijke familieclans. Een verhaal dat normaal gesproken de hoofdpersoon, lijdend onder de vele negatieve invloeden, opgroeiend zonder mogelijkheden, veel sympathie moet opleveren. Het lukt mij echter niet.
Wanneer aan het eind van haar tienerjaren de jonge Ayaan onder het toezicht van moeders wegvlucht uit Nairobi komt de Ayaan naar boven zoals wij haar veel later hebben leren kennen. De opportuniste. Ze trouwt in het geheim, maar ziet haar man na een niet erg geslaagde huwelijksnacht (te veel informatie kan ook) naar het buitenland vertrekken, waarna zij verder leeft alsof er niets gebeurt is, zodat haar familie niets over haar huwelijk weet.
Halverwege het boek is er het verhaal over haar vader die een goede echtgenoot voor haar heeft gevonden, Ayaan wordt, zoals het een goed moslimmeisje overkomt, uitgehuwelijkt. Haar toekomstig echtgenoot is opgegroeid in Canada en haar vader ziet een goede toekomst voor zijn dochter. Ayaan is niet eens aanwezig op haar eigen huwelijk. “Op een islamitisch huwelijk is noch mijn handtekening noch mijn aanwezigheid nodig”.
Ook huwelijk nummer twee is natuurlijk gedoemd te mislukken. Maar het is wel een kans voor haar om het land, het continent, de cultuur, de eeuwige controle, te ontvluchten. Via Duitsland komt ze in ons land terecht, waar ze zich als vluchtelinge meldt. Haar echtgenoot in Canada zal haar niet meer zien, haar familie in Duitsland ook niet. In Nederland bouwt ze een nieuw bestaan op.
Ook hier is het niet eenvoudig voor de jonge Ayaan. Ze leert snel Nederlands, woont zelfstandig, krijgt een permanente verblijfsvergunning en gaat studeren. Voor het eerst wordt ze ook geconfronteerd met de typisch Nederlandse bureaucratie. De decaan in Leiden adviseert haar om haar studie HBO-MW te vervolgen, politicologie zou wel eens zwaar kunnen zijn voor haar, ook de kans op werk was groter met HBO. Maar eigengereid als ze is, gaat ze tegen alle adviezen in toch met haar universitaire studie beginnen.
Ze heeft Nederland in een paar jaar tijd goed leren kennen, ze vergelijkt de cultuur continu met de cultuur waarin ze is opgegroeid, de islam is voor haar steeds verder weg, de verworven vrijheid in het liberale westen past haar goed. Ze verdient geld naast haar studie door te tolken voor de vreemdelingenpolitie, ze leert mensen kennen, ze gaat op zoek naar een felbegeerd papiertje: een Nederlands paspoort.
De openhartigheid die het eerste deel van het boek zo duidelijk kenmerkt, is dan al lang verdwenen. Ze weet dat ze heeft gelogen om een verblijfsvergunning te krijgen en ziet al snel mogelijkheden om te slagen in het vreemde land. Om dan achteraf in je autobiografie weer te verklaren hoe veel je met voorbedachten rade op weg was naar een positie die macht en geld opleverde, past weer niet in het zielige verhaal. Ambitie is goed, maar je moet er niet te veel voor uitkomen, zeker niet toegeven dat je ten koste van veel, zo niet alles, de top wil bereiken.
De stap van achtergrond bij de Wiardi Beckman stichting (bij de PvdA horend), naar de voorgrond als kamerlid voor de VVD is voor mij weer bewijs van opportunisme. Niet haar principes, niet haar ideeën bepalen haar toekomst, maar de mogelijkheid, de kans die ze per ongeluk in haar schoot geworpen krijgt. Ze merkt al snel dat ze als ex-moslim in de publiciteit simpel kan scoren. Want ook al heeft ze vele redenen om de godsdienst te verachten, de manier waarop ze dat doet in de landelijke spotlights kan volgens mij alleen maar ingegeven zijn door een ongeëvenaarde ambitie, waardoor ze ook tijdelijk verblind is, de consequenties van haar woorden en daden compleet negerend. Juist zij, die de Islam en haar aanhangers van zo dichtbij kent, had moeten weten dat de provocerende manier waarop ze carrière maakt, niet goed zal vallen bij dierbaren, maar zeker ook niet bij de minder tolerante extreem godsdienstigen die er niet voor terugdeinzen om geweld te gebruiken om afvalligen zoals zij terug in het gareel te krijgen.
De episode met Submission, samen met Theo van Gogh, is daarvan een goed voorbeeld. De filmmaker nauwelijks kennend, beginnen ze gezamenlijk aan een avontuur waarvan ze geen idee hebben waar het hen zal brengen, behalve dan dat ze zeker weten dat publiciteit gegarandeerd is. Met weinig voorbereiding, zonder dat ze elkaar goed kennen, produceren ze al een snel een korte film die de wereld deed opschrikken. Missie geslaagd, lijkt het dus. Behalve dan dat er een idioot zo beledigd was dat die zijn eigen leven opofferde om Van Gogh te vermoorden. Ayaan duikt onder en brengt vooral veel tijd door in een motel op het platteland van de Verenigde Staten. In haar ogen heeft ze gelijk gekregen. De Islam is intolerant. Dat ze dat ook vooraf had kunnen weten en dat ze Van Gogh in haar opportunisme meesleepte, met diens tragische dood als gevolg, is iets wat ze nooit zal toegeven.
Ik weet ook heel goed dat geen voetbalsupporter het recht heeft om mij zelfs maar aan te raken, maar wanneer ik in de Kuip ga staan met een Ajax shirt aan, Ajax liederen zingend, tussen de hardcore Feyenoord hooligans in, dan weet ik ook dat ik de volgende dag geen brood hoef te smeren. Sommige dingen zijn nu eenmaal zo, provoceren kan soms best nut hebben, maar je kunt ook te ver gaan.
Uiteindelijk kiest Ayaan er voor om de tweede kamer te verlaten. De rol van voormalig bondgenote Rita Verdonk is hierin overigens niet één om trots op te zijn. Amerika is ineens het beloofde land. Ik kan niet zeggen dat ik haar mis. Zelfoverschatting lijkt me duidelijk. Voltaire heeft ze voor ogen, al heeft ze niet het lef de directe vergelijking te maken.
Al met al heb ik me heerlijk kunnen ergeren aan dit boek, het heeft zijn nut zeker bewezen. Mijn vooroordelen werden niet alleen bevestigd, het kleine beetje sympathie dat ze op basis van haar vluchtelingverhaal had verdient, is ze ook kwijtgeraakt. Daardoor een goed boek. Dat wel.
Quote: “Het was bijna niet doorgegaan. Theo wilde dat ik het script zodanig zou inkorten dat er vijf minuten zouden overblijven; ik bleef vasthouden aan toen. Hij werd kwaad en schreeuwde:”Ik ben hier niet alleen om jou te helpen je jeugdtrauma’s te verwerken!” (Blz. 387)
Nummer: 08-073
Titel: Mijn vrijheid
Auteur: Ayaan Hirsi Ali
Taal: Nederlands (Orig.: Engels)
Jaar: 2006
# Pagina’s: 448 (14975)
Categorie: Politiek
ISBN: 90-457-0112-X