De Franse toerist in een huurauto had hetzelfde beeld gezien. Zijn vriendin stond al op het muurtje aan de rand van de weg. Hij kwam er zelf ook aan. Alle drie probeerden we het mooiste beeld te schieten. Ik moet al zoomen om het veld een beetje in beeld te krijgen. Het ligt zeker een paar kilometer buiten het stadje Baunei. Veld lijkt me niet zo geschikt voor de zondagochtend, bij ons vliegen er nogal eens ballen flink over en naast het doel. Ik zie geen ballenvanger, zouden ze er veel ballen kwijt raken in een seizoen?
Van der Meest, ode aan fotograaf Hans van der Meer. Foto’s van voetbal (-velden) over de hele wereld. Omdat de sport overal ter wereld wordt gespeeld en overal velen plezier bezorgd.
Ga jij maar boodschappen doen, laat mij er maar halverwege uit. Ik moest het veld van Bari Sardo, waar we al een aantal keer langs gereden waren, nog op de gevoelige plaat vastleggen. Via een zijingang kon ik het veld op, een aantal prachtige foto’s. Aan de achterkant was het hek kapot, kon ik teruglopen naar de camping. En net toen ik aan de wandeling wilde beginnen, keek ik nog een keer achterom. De zon stond op het punt om achter de bergen te verdwijnen, het beeld was prachtig. Soms heb je mazzel.
Van der Meest, ode aan fotograaf Hans van der Meer. Foto’s van voetbal (-velden) over de hele wereld. Omdat de sport overal ter wereld wordt gespeeld en overal velen plezier bezorgd.
Het centrum van Ulassai was prachtig, mooi smalle straatjes. Op de weg er weer uit, volg ik de borden ‘stadio’. Het veld ligt helemaal boven het dorp, de tribune is lelijk, de temperatuur is er te hoog om te spelen, maar het zicht maakt veel goed.
Van der Meest, ode aan fotograaf Hans van der Meer. Foto’s van voetbal (-velden) over de hele wereld. Omdat de sport overal ter wereld wordt gespeeld en overal velen plezier bezorgd.
Al voordat we het dorpje, Gairo Sant Elena, binnenrijden zien we het veld liggen. Auto stil zetten en camera in de aanslag. Het veld zelf heeft kunstgras, maar het gaat natuurlijk, als altijd, om de ligging.
Van der Meest, ode aan fotograaf Hans van der Meer. Foto’s van voetbal (-velden) over de hele wereld. Omdat de sport overal ter wereld wordt gespeeld en overal velen plezier bezorgd.
In buitenlandse boekhandels rondneuzen is en blijft een van mijn hobby’s. Reizen is een verslaving, combineer die twee en je begrijpt dat er flink wat boeken in mijn kast staan die in de gemiddelde Nederlandse boekhandel niet meer dan een vragende blik zouden hebben opgeleverd.
In de Schotse hoofdstad vond ik dit pareltje, tenminste dat idee had ik toen ik het zag staan. Want net als bij andere goede voetballers, is er over George Best veel geschreven, dus ook veel bagger. Gelukkig bleek dit niet in die categorie te vallen.
Nu is het nooit moeilijk geweest een populair boek over Best te schrijven, de voetballer gaf genoeg aanleiding voor vele mooie verhalen. Een aantal daarvan ook wel in dit boek, maar verder is het een vrij droge weergave van de tijd van de magische linksbuiten bij de tweede club van Edinburgh. Hibs stond al onderaan toen ze de voormalige superster strikten, de degradatie werd niet vermeden. Wel trok men flink meer publiek en kregen de niet zo verwende supporters meerdere momenten van het genie te zien, waardoor er nu, bijna een halve eeuw later, nog fans zijn die trots zijn dat ze Best hebben zien spelen.
Aan het eind van het boek nog een groepje betrokkenen dat vertelde over hun tijd met Best. Past niet echt bij het verhaal, maar om er nog een beetje boek van te maken, was het een redelijke opvulling.
Geen topboek, wel een leuke aanwinst voor mijn voetbalboekencollectie.
Citaat: “But although the few months spent together in Edinburgh were relatively happy ones for the couple, who were again making tentative plans to start a family, there was always the danger of George relapsing. Angie told the magazine how her husband went into a major sulk when she suggested a name for the baby that did not meet his approval.” (p.109)
Op Twitter volgde ik hem al een tijdje, hij prees zijn eigen boek aan (logisch), omdat ik dat ook wel eens geprobeerd heb, weet ik hoe weinig reactie daarop komt (al kan dat natuurlijk ook aan mijn boek liggen). Tijd om te bestellen. Extra voordeel: het boek komt gesigneerd, vind ik altijd leuk.
Het verhaal zal deels autobiografisch zijn, ik gok een groot deel. Beetje dichterlijke vrijheid en je hebt een boek. Het leest lekker. Veel herkenbare situaties. Nu ken ik Amsterdam Noord nauwelijks, heb ik nooit in een team gevoetbald met tig verschillende nationaliteiten, maar de context is duidelijk. Ik voetbal al tijden op zondagochtend, het zoeken naar spelers, de vreemde tegenstanders, de beroerde scheidsrechters, het komt allemaal voorbij. Ooit was ik een Tukker in een Friese kleedkamer, ik gok dat Nick zich als Limburger in de hoofdstad ook zo heeft gevoeld.
Het verhaal is niet het zwaartepunt van het boek, dit had ook een verzameling columns kunnen zijn. Zijn roerige privéleven dient alleen als decoratie, als vulling tussen de kleedkamerverhalen.
Met plezier las ik de avonturen van Nick, mooi dat ik dit boek gesigneerd in de kast heb staan.
Citaat: “Voordeel van dat vroege tijdstip is dat je nog wat aan je zaterdag hebt, en dat de velden waar die polderteams op spelen nog niet naar de blubber geploegd zijn. Nadeel is dat het evolutionair onmogelijk is om een team van elf Surinamers, Antilianen, Marokkanen en Turken en een Limburger voor de middag op een veld te krijgen. Vandaag is zo’n dag.” (p.136)
November 1996 bezocht ik een wedstrijd van Sunderland. Het was het laatste seizoen op Roker Park. Het was behoorlijk koud die dag, het voetbal was niet verwarmend, maar ik had een mooie middag, mijn eerste wedstrijd in Engeland. Hoe langer ik terugkijk, hoe mooier die middag is geworden. De typisch noordoost Engelse sfeer. Het prachtige stadion midden in de woonwijk. De club, een van de traditionele clubs van het land, een voormalige grootmacht, een zogenaamde sleeping giant, tegenwoordig bekend dankzij Netflix, die ik sindsdien ben blijven volgen, zelfs al spelen ze tegenwoordig op het derde niveau van het land.
Gillan werkte voor de club ten tijde van de verhuizing naar het nieuwe Stadium of Light. Wat zijn precieze jobtitle is, is mij niet duidelijk geworden, wel dat hij een goede plek had om achter de schermen te kijken. Hij schreef een blog in die tijd en heeft al die stukjes gebundeld. Al op bladzijde 29 kom ik de wedstrijd tegen waar ik bij was.
Gillan heeft een geweldig, typisch Brits gevoel voor humor. Vooral gebaseerd op zelfspot, zowel voor hem als persoon, zeker voor hem als medewerker, maar eigenlijk voor de hele club. Zijn club, maar ook een club waar veel meer misgaat dan goed. Het is geen toeval dat Netflix zijn clubje uitkoos om een documentaire over te maken.
Zijn aantekeningen zijn soms zo grappig, dat ik hardop zat te lachen tijdens het lezen. Het enige nadeel is het dagboekformaat, waardoor je te veel van hetzelfde krijgt, herhaling van zetten. Ik heb dan ook meerdere boeken tussendoor gelezen, gewoon dit boek wegleggen en een paar weken later weer oppakken. Het was dat of verveeld raken en daarvoor zijn zijn observaties te leuk.
Rondleidingen in het nieuwe stadion, trainers die boos door de tunnel lopen, spelers die de weg, al dan niet letterlijk, kwijt zijn. Gillan lijkt me iemand die veel plezier heeft gehad bij een baan die misschien niet de meest uitdagende was, maar hem wel de kans gaf om bij de opening van het Stadium of Light aanwezig te zijn (de titel van het boek is geen toeval natuurlijk), om achter de schermen te kijken bij zijn favoriete club, om dit blog (en boek) te kunnen schrijven. Compliment voor hem.
Citaat: “I had to go to South Tyneside College today for more health and safety stuff. If you ask me, Section 13 of the Health, Safety and Welfare Regulations 1992 leaves a good deal to be desired, but I shall not dwell on it here as I am unlikely to be able to keep my emotions in check. Before I set off, the only clean garment that I could find was a Sunderland A.F.C. t-shirt, which I was reluctant to wear as the college is littered with Mags and would run the gauntlet of hackneyed, dim-witted abuse and ridicule. Then I remembered we had beaten them, were above them in the league, have more fans and a larger and superior stadium, so swanning around was therefore in order.” (p.175)
De fotograaf hoef ik niet meer te complimenteren, dat heb ik op deze site al vaak gedaan. Het project was leuk bedacht. Tijdens het WK 2002 kwam een aantal mensen op het idee om de twee slechtste landen op de wereldranglijst ook eens tegen elkaar uit laten komen. Het werd een prachtig project, met de Caribische voetballers van Montserrat die de halve wereld over reisden om uit te komen in de Himalaya, in Bhutan om daar de alternatieve finale te spelen.
Er is een schitterende documentaire over gemaakt, te zien via YouTube, er zijn minstens zo mooie foto’s gemaakt, verzameld in dit boek van Hans van der Meer.
Dit is waar voetbal om draait, dit boek is al mooier dan het hele WK van 2002 bij elkaar. Liefde voor het spelletje, spelers die niet gehinderd door enig talent alles geven wat ze hebben, spelen voor hun land. Voor de eer, voor de lol van het spel.
Pareltje in mijn voetbalboekenkast!
Citaat: “It has been a strange week for Arie Schans, a professional coach from the Netherlands. He should have been in Switzerland holidaying with his family. Instead, he found himself watching a team – his team – warming up for an international match. He had first met them the previous week.” (p.1)
Op de iPad, tussendoor elke keer een hoofdstukje. Waarom het gratis beschikbaar was, geen idee, maar het leek me wel interessant. Eerlijk gezegd was het dat ook best wel, ware het niet dat het veel te lang duurde. Een rondje redigeren was geen overbodige luxe.
De schrijver vertelt over drie seizoenen als assistent-coach van een jeugdhonkbalteam. Best interessant, aangezien ik dat voor lezing nog beschouwde als het jeugdvoetbal in Nederland, maar het blijkt al een systeem te zijn met drafts, major en minor leagues, met bemoeizuchtige ouders, fanatieke coaches en jochies die vermorzeld worden door het systeem. Zo jong al. Nog Amerikaanser dan de meest Amerikaanse sport die ik al dacht dat het was.
En dat maakt het boek zonder enige twijfel de moeite waard. Al moet ik toegeven dat een beetje honkbalkennis een must is, want anders gaan een heleboel verhalen compleet langs je heen. In het boek ook nog wat beschouwingen over zijn leven naast het coachen, een vrijwilligersfunctie tenslotte, maar dat zijn de minst boeiende stukken in het boek, slechts relevant omdat je de ik-figuur daardoor iets beter leert kennen. Met de nadruk op iets.
200 i.p.v. 444 bladzijden en het zou een goed boek kunnen zijn.
Citaat: “The easy answer would have been to ignore the complaining parents and let them know their kid had the same opportunity to work like Xavier did. And they chose not to. But logic wasn’t going to cure the problem. We needed twelve year-olds to give us something. Only half of them were.” (p. 300/312)
Nummer: 21-023
Titel: Little Field, Big Time Baseball
Ondertitel: Youth Baseball Passion and Excess in a Middle American Town
Dankzij een voetbalwedstrijdje in Wageningen heb ik al vele begenadigde schrijvers mogen ontmoeten. Maar ook een schrijfster. Annemarie ben ik een aantal keren tegengekomen bij uitjes van de Blogbroeders. En ze kan zo geweldig mooi schrijven. Het allermooiste stukje op de ooit legendarische site Voetblah kwam van haar hand, zo jammer dat ik die niet meer kan linken. Dagdromen bij de visboer zou wat mij betreft ergens in een bundeling opgenomen moeten worden, hopelijk heeft ze het zelf nog ergens op haar harde schijf staan.
Dit boek heb ik dan ook vrij snel aangeschaft, maar op de een of andere manier nog nooit gelezen. Niet omdat ik een van die mannen ben die het damesvoetbal oninteressant vindt, ‘want zelfs het tweede van Quick Boys voetbalt beter’, alsof het in andere sporten anders is. Meer omdat ik gewoon te weinig zie en volg van de dames om een referentiekader te hebben. Daarbij ben ik niet zo’n fan van dit soort kronieken.
Toch had ik het mis. Annemarie volgde de dames op weg naar de Europese titel in 2017. Het is geen uitgebreid verslag van wedstrijd na wedstrijd, vaak snel verkrijgbaar na een groot toernooi, jaar later al in de ramsj. Het is ook geen human interest verhaal, feel good, Amerikaans type boek met allerlei verhalen over dingen die er niet toe doen. Het zit ergens in het midden, een dun lijntje, maar ze slaagt erin precies daarover te lopen.
Je merkt dat ze al jaren contact heeft met meerdere speelsters, dat zij dichterbij (letterlijk en figuurlijk) kan komen dan een willekeurige journalist. Daardoor is het een mooi verslag geworden, niet alleen van het toernooi zelf, maar al van een tijdje ervoor. Als lezer leer ik de speelsters beter kennen, begrijp ik de keuzes van Wiegman beter, zie ik de rol van anderen (Foppe) een stuk helderder.
Met veel plezier gelezen dus. Ik moet op zoek naar haar andere boeken. Tegelijkertijd is het zo jammer dat ik weet dat ze niet van het schrijven kan leven. Dat ze haar passie, haar talent, opzij moet schuiven en als hobby moet gaan zien. Hoe dan ook hoop ik nog veel van haar te lezen.
Citaat: “Ze trekt haar broekspijp iets omhoog en toont de tatoeage op haar linkerenkel. Het is een voetbal. ‘Als klein meisje kon ik alleen maar denken aan de bal. Daar is het mee begonnen en dat heb ik altijd gevoeld. Na het EK ben ik dat gevoel verloren, nu is het eindelijk weer terug.’ Lachend: ‘De 54e minuut is weg. Ik zie vooral de minuten voorbijkomen die heel mooi zijn geweest. Ja, ik ben weer een gelukkig mens.’” (p.107)