Tags
boeken, boeken 2015, boekrecensie, column, lezen, Nico Scheepmaker, poëzie, politiek, voetbal
Als beginnend krantenlezer viel hij me al op. De columnist. Die man die de ene dag een schitterend stukje schreef, de andere dag een onbegrijpelijk onderwerp had. Soms heel interessant, dan weer onbegrijpelijk. Maar fascinerend genoeg om elke dag weer op te zoeken. Het jongetje dat de regionale krant las, werd onbewust beïnvloed door de columnist. Het jongetje dat later ging schrijven, bloggen, zag Scheepmaker toen al als een voorbeeld, zelfs toen hij nog niet schreef.
Mijn eerste stukje voor het clubblad had ik nog maar net geschreven of Scheepmaker overleed, nog geen zestig jaar. Nog had ik niet door dat hij meer was dan een inspiratiebron. Maar ik wist wel dat dit boek dat ik bij de Slegte zag liggen, het geld meer dan waard was. Het kostte me meer dan welk nieuw boek dan ook. Als student kocht ik graag boeken, maar zocht wel altijd naar de goede deal. Het niet al te goedkope boek bleek zijn geld meer dan waar. Scheepmaker schreef over alles. Als ik nu naar mijn blog kijk, dan kan ik niet anders dan toegeven dat ik schatplichtig ben aan de columnist. Mijn blog gaat ook alle kanten op. Op mijn niveau (minder talent, veel minder lezers), probeer ik de breedte te zoeken.
Het herlezen van ‘Over alles’ was dan ook verre van een straf. Wat een genot om Scheepmaker te lezen, om zijn mening over belangrijke wereldproblemen te vernemen, maar minstens zo leuk is zijn neiging om een klein detail erg belangrijk te maken, een stukje te schrijven over dingen waar niemand over nadenkt. Tot het moment dat hij het onder de aandacht brengt.
Scheepmaker hield van voetbal, hij durfde anders te kijken dan de reguliere voetbaljournalisten. In een prachtige column belicht hij beide kanten van de voetballer die zijn beroep heeft gemaakt van zijn hobby. Hij kan niet begrijpen dat sommigen voetballers voor een paar extra rotcenten, maar tegelijkertijd snapt hij de spelers als ze meer geld vragen van clubs die groot geld verdienen aan hun spelers. Ook bij de invoering van de KNVB-clubcard in 1989 blijkt hij het spel weer veel beter te snappen dan menig ander. In een Trijfel fileert hij de KNVB, de achterliggende gedachte en de hele communicatie rondom de invoering, genadeloos rekent hij af met bestuurders die andere belangen hebben dan voetballers en voetbalfans.
Als vertaler van Russische literatuur heeft hij betere ingangen, maar zeker ook meer begrip voor de landen achter het ijzeren gordijn dan wie dan ook. Zijn stukken over Russische dissidenten en Sovjet-beslissingen geven een mooi inzicht in de andere kant van de koude oorlog. Zijn stukjes over de meest kleine dingen zijn lezenswaardig, vermakelijk en zetten je aan het denken over de vastheden in het leven die dat soms niet blijken te zijn.
Zijn politieke voorkeur komt soms duidelijk naar boven, zoals in de mooie uitspraak: ‘Zolang er scholen in houten noodgebouwen moeten opereren, moet het helemaal mogelijk zijn banken en kantoren in noodgebouwen te laten functioneren’, om begrip te kweken voor krakers. Ook een mooie politieke uitspraak, die ook nu 32 jaar later nog actueel lijkt: ‘Wie in de democratie gelooft, moet er toch van overtuigd zijn dat zijn argumenten waardevaster zijn dan die van de Centrumpartij.’
Vergelijkbaar komt hij op voor de vrijheid van meningsuiting, net als Noam Chomsky en herhaalt zijn vier stellingen:
1. In een democratie genieten democratisch gezinden dezelfde rechten als ondemocratisch gezinden
2. Een democratie baseert haar gelijk op het tolereren van het ongelijk van haar tegenstanders, en niet op het onderdrukken van dat ongelijk.
3. Democratie is van nature hovaardig. Zij gaan ervan uit dat zijn rechtvaardig is, en dat haar incasseringsvermogen daardoor groter is dan haar kwetsbaarheid.
4. Een democratie stelt zich kwetsbaar op. Daarin verschilt ze van een dictatuur.
Wat zou de wereld er een stuk beter uitzien als deze vier regels werden toegepast.
Het is onmogelijk een boek te bespreken waarin de schrijver het heeft over zijn kleine kinderen, over voetbal, over politiek, over Artis, over Cruijff, over de Sovjet Unie, over literatuur, over het al dan niet weigeren van prijzen en waarin ook nog eens gedichten staan kortom over alles, zoals de enig mogelijke titel van dit boek luidt. Het is wel mogelijk om Scheepmaker met terugwerkende kracht als de beste columnist van de 20e eeuw uit te roepen. Zijn invloed kan niet onderschat worden. Mijn bewondering is dan ook groot. Heel groot.
Citaat: “Verwatering leidt tot onduidelijkheid, onduidelijkheid leidt tot onenigheid, onenigheid leidt tot vijandelijkheid, vijandelijkheid leidt tot moord en doodslag, moord en doodslag leidt tot dodenherdenking, dodenherdenking leidt tot verwatering.” (p.327)
Nummer: 15-036
Titel: Over alles
Auteur: Nico Scheepmaker
Taal: Nederlands
Jaar: 1991
# Pagina’s: 445 (6698)
Categorie: Columns
ISBN: 90-236-7929-6
Meer:
Wikipedia
Schrijversinfo
Gedichten.nl
DBNL
Over alles:
NRC boeken
DBNL