Goal, Februari 2003
“Olympic is a Greekclub”, vertelde de lotenverkoper me. Sydney Olympic staat gedeeld eerste in de Australische competitie, de tegenstander Parramatta Power komt ook uit Sydney, een derby dus, het beloofd een mooie wedstrijd te worden. Ik had eigenlijk niet eens gepland naar een wedstrijd te gaan, maar toen ik aan het begin van de middag voor de televisie zat en het cricket liet staan, zonder dat ik verder zapte, had ik door dat het tijd werd voor een portie voetbal. Het is nog vrij rustig in het stadion als ik de tribune op loop. Het kaartje gaf rechtop entree, waar je gaat zitten is je eigen keus. Ik ga laag op de tribune zitten, ter hoogte van de middellijn, verhuis nog even twee rijen naar achteren en heb een behoorlijk zicht. Er is al een wedstrijd aan de gang, maar of dit nu de wedstrijd is waar ik voor kom, blijft onduidelijk. Pas bij een doelpunt van de thuisclub, na een ontzettende blunder van de keeper hoor ik dat het nu 2-4 is geworden. In de krant van vandaag stond geen aanvangstijd, alleen dat de wedstrijd vanavond in Belmore zou plaats vinden. Ben ik te laat? De wedstrijd is slecht. Keepers die continu mistasten, verdedigers die te vaak op de grond liggen, maar geen bal raken, middenvelders die geen pass kunnen geven en aanvallers die schrikken zodra ze de bal binnen het strafschopgebied ook daadwerkelijk krijgen. De wedstrijd mag dan wel slecht zijn, hij is wel vermakelijk. Naast me vraagt een man in slecht Engels de stand en wie de teams zijn. Alsof ik weet wat er hier allemaal gebeurt. Bij 3-7 fluit de scheidsrechter voor het eind.
Iedereen blijft zitten, het blijkt een voorwedstrijd van de jeugdteams van dezelfde clubs te zijn. Ik ga naar de ingang om een programma te halen. Altijd een schat van informatie voor de onwetende liefhebber in een vreemd stadion. Ik keer terug naar mijn plek, die gelukkig nog leeg is en hoor achter me iemand de opmerking maken dat dit de eerste keer is dat hij het jeugdteam zag verliezen. Met de stand in het programmaboekje bij de hand concludeer ik dat hij niet al te vaak komt, aangezien dit de vierde nederlaag in zeven wedstrijden is voor de Sydney Olympic Youth. Het is trouwens opvallend dat de man achter me die opmerking in het Engels maakte, tenslotte spreekt bijna iedereen hier Grieks. Om me heen zitten nu bijna alleen maar oude Griekse kerels. Dit is dus blijkbaar hun wekelijkse uitje, de herinnering aan Hellas. Het is ook vrij raar als er iemand onder de vijftig plaatsneemt in dit gedeelte valt me nu op. Buiten ondergetekende spot ik er slechts twee. Een daarvan heeft een T-shirt van de thuisclub aan en zet regelmatig een rare, zware stem (die hij volgens mij van een of andere komiek ooit gehoord heeft, hij lacht tenminste elke keer nadat hij die stem gebruikt) op als hij een opmerking maakt tegen een van de anderen of richting het veld schreeuwt. Ik krijg de indruk dat hij wel eens niet alles precies op een rijtje zou kunnen hebben. De andere is het prototype van de Griek. Als er ergens in een televisieserie een Griekse figurant nodig is, dan wordt hij gebeld. Omdat het soms voorkomt dat men pas vlak van te voren belt, is hij altijd voorbereid. Het overhemd is een knoopje of twee te ver los, zodat het borsthaar goed zichtbaar is, zijn donkerzwarte haar wordt voor de zekerheid met kleurshampoo dagelijks bijgewerkt, zodat een eventuele grijze haar meteen de kop wordt ingedrukt en de hoeveelheid gouden sieraden zou niet misstaan in de etalage van een kleine juwelier. Hij doet zich zeker tien jaar jonger voordan hij is. Hij is hier om gezien te worden, niet om voetbal te kijken. Iets verderop zit een collega van hem. Die wordt gebeld als er een oude Griek nodig is. Lang gezicht, met een behoorlijke neus, een witte snor, die ooit een tijdje grijs was en een gigantische bos haar op zijn kop, zelfde kleur wit, die het lange gezicht nog even een stuk langer maakt. Als je een foto van hem zou willen maken, moet je de camera altijd een kwartslag draaien, omdat hij op een gewone foto nooit binnen het kadertje past.
De wedstrijd is rustig begonnen. Olympic heeft dit seizoen in thuiswedstrijden nog geen doelpunt tegen gekregen, daarbij verloor het nog nooit een punt tegen Parramatta. Halverwege de eerste helft scoren de bezoekers. Niet dat ze beter zijn, maar ze gebruiken wel de eerste kans om meteen te scoren. Het is meteen de ruststand. Een man in paardenstaart en pak presenteert de verloting, maar ik geloof niet dat ik wat gewonnen heb. Zeker weten doe ik het niet, want ook al heeft hij een microfoon in zijn handen, het geluid is zo slecht dat het grootste gedeelte onhoorbaar is. De thuisclub valt de tweede helft ietwat fanatieker aan. De spits uit Liberia laat zien dat hij een goede voetballer is, maar ook hij komt niet gevaarlijk in de buurt van de goal. Bij twee corners vlak achter elkaar scandeert het publiek voor het eerst “Olympic Olympic”, maar het helpt niet. Een voorbijrijdende trein claxonneert en het publiek juicht. Er zijn er 4.802 aanwezig vandaag wordt ons verteld. Nog geen vijfduizend dus, en dat voor een thuiswedstrijd van de medekoploper. Steeds vaker is de scheidsrechter of een van zijn assistenten de oorzaak van een fluitconcert of allerlei beledigingen die ik weliswaar niet kan verstaan, maar die het overduidelijk wel zijn.”Malaka”, klinkt het regelmatig achter mij, en ik kan me herinneren dat dat niet zo’n net woord was, al zou ik de letterlijke vertaling niet kunnengeven. “Is this some sort of male bonding process?” vraagt zich iemand af, die blijkbaar net als ik, het publiek net zoveel observeert als de wedstrijd. Als een minuut of tien voor het einde Parramatta voor de tweede keer scoort uit een spaarzame counter, staat een groot gedeelte van het publiek open vertrekt. De coach van de bezoekers is David Mitchell, ooit nog een tijdje Feyenoorder. Een van de tientallen mislukte spitsen.
Het blijft 0-2, ik loop naar het station waar ik nog een behoorlijk tijdje moet wachten op mijn trein. Er staat een eenzame Parramatta supporter met geel shirt en een vlag op het platform te wachten. Hij wordt gefeliciteerd door een aantal supporters van de thuisploeg. Ook deze supporter is op zijn voorzichtigst gezegd erg simpel. Hij is blij met de overwinning en raad iedereen aan om op tijd kaarten te kopen voor de volgende thuiswedstrijd van zijn club. Het zou wel eens uitverkocht kunnen raken. In Australië? Dacht het niet.