“Hier naar rechts”, ze luistert perfect. “Stop!”, schreeuw ik er meteen achteraan. Het blijkt een eenrichtingsstraat te zijn, dat kon ik op het minimale schermpje van Google Maps niet zien. Achteruit de straat weer op, hoe verder? Er staat al iemand naast de auto. Het oude mannetje wijst op het verkeersbord dat we zelf natuurlijk allang gezien hadden. Hij legt uit hoe we moeten rijden, drie keer links en dan een afslag eerder nemen. Hij staat al bij de volgende kruising als we even later om de kerk en het dorpsplein zijn gereden. Hij wijst ons de juiste straat in.
Na nog een paar keer verkeerd rijden, vinden we het geboekte appartement. De buurvrouw staat al naast de auto, als we de motor nog niet hebben uitgezet. “Bel maar aan, maar ik denk niet dat er iemand is.” Ze pakt haar telefoon al. Inderdaad doet niemand open, maar zij heeft de eigenaar al aan de lijn. “Hij komt er over vijf minuten aan”, meldt ze.
En zo gaat het twee dagen lang. Alles en iedereen is behulpzaam, iedereen is vriendelijk, men is gastvrij voor de schaarse toeristen die verblijven in het kleine dorpje in het binnenland, die ervoor kiezen niet aan de kust te gaan zitten. De eigenaar van het appartement overlaadt ons twee dagen met cadeautjes, de eigenaar van de pizzeria praat Duits, omdat hij ooit in Frankfurt heeft gewoond, zijn zoon met downsyndroom bedankt ons netjes als we naar hem zwaaien na onze maaltijd.
Soms zorgt het toeval dat je ergens terecht komt waar je je thuis voelt. Voor bezienswaardigheden en attracties hoef je er niet heen, maar qua gastvrijheid heb ik nergens op het eiland een leuker dorp gezien.
Themaweek 119: Vakantieobservaties