Ik kende geen grotere fan van ons koningshuis dan mijn opoe. De oranjeliefde is niet echt overgeslagen op haar achterkleinkinderen. Ik heb helemaal niets met deze belastingslurpende familie. Mijn neef ook niet (al is zijn nummer over Beatrix bij minder mensen bekend). Vandaag is voor mij dan ook een vrije dag als alle andere. Hopelijk droog en terrasweer.
Om toch de titel van dit stukje waar te maken, moest ik toch even denken aan ‘the king’. En velen op aarde weten wie ik dan bedoel. Mojo Nixon maakte een schitterend nummer over hem. Hij mocht het zingen in de Late Show en als je de hele tekst wil lezen, kijk je naar de Clip (met tekst). Maar mijn favoriet is deze live-versie:
Ondertitel ‘Wereldwijd wielrennen’. Prachtig. Ik lees altijd graag over wielerwedstrijden elders op de wereld. Baal nog steeds dat ik de eerste documentaire over de Tour du Faso op de Vlaamse televisie heb gemist. Kwam net te laat aan in Santiago de Chile om een wedstrijd te zien. Vind het verslag van de Vuelta de Nicaragua boeiender dan het verhaal achter de Ronde van Nederland. Deze aflevering van De Muur moet haast wel voor mij geschreven zijn. Zelfs de schrijvers horen bij mijn favorieten.
Smeets schrijft zelf eindelijk ook eens een verhaal, redactie is leuk, schrijven is beter. Een kijkje achter de schermen van de Amstel Race op Curacao, de vergelijking met zomeravondvoetbal dringt zich op. Marcel van Roosmalen mocht de presentatie van de Rabo Wielerploeg bijwonen. Past minder bij het thema, maar hij doet het wel op zijn eigen kenmerkende manier.
Mooie verhalen over Colombia, Vlaanderen, Oeganda en Java volgen, foto’s van Ilona Kamps die hele verhalen vertellen, zonder dat er ook maar een letter tekst aan toegevoegd hoeft te worden. Maar het absolute hoogtepunt in mijn ogen is het schitterende verslag van de Ronde van Azebeidzjan (niet het land, maar de gelijknamige streek in Iran) door Ruurd Edens. Een paar bekende Europeanen, veel onbekende Iraniers, maar vooral een prachtige blik op een gesloten cultuur, aan de hand van een wedstrijd.
Citaat: “Maar dan verdwijnt de grijns van zijn gezicht. Bayghi slaat een serieuze toon aan. ‘Ons land staat onder druk van het Westen. Iran wordt als schurkenstaat afgeschilderd, dat is schandalig! De propaganda van de arrogante supermachten moet weersproken worden!’ De renners uit het buitenland zitten er ongemakkelijk bij, dit is nieuw voor ze. Stefan Schumachter checkt de berichten op zijn iPhone, Daryl Impey kijkt op zijn horloge en Björn Thurau – de zoon van Didi – neemt een hap van een Nutsreep. Davide Rebellin kijkt al de hele tijd glazig voor zich uit, hij spreekt geen Engels.” (p.77)
Beetje trage reactie van de Boerenleenbank. Al in deel negen van deze serie (meer dan een jaar geleden) vroeg ik me af waarom deze klok aan de Deldensestraat hing. Pas nu zie ik dat het niet eens een eigen klok was. Gesponsord dus. En dat kunnen ze zich niet meer veroorloven blijkbaar. Dus mag een nieuwe huurder zich melden.
Zou de sticker bewust zo geplakt zijn dat de klok niet stiekem nog gratis de tijd doorgeeft?
Goorse vragen. Vragen die in mij opkomen bij foto’s die ik her en der in mijn woonplaats neem. Antwoorden en reacties zijn welkom. Ik weet het zelf vaak ook niet.
Omdat ik gek ben op onzinnige sites. Omdat ik geen idee heb waarom deze site bestaat. Omdat ik nog minder begrijp dat er mensen aan meedoen. Alleen daarom al vind ik deze site geweldig.
Mooi motto ook:
Vergeet het koningslied, drie vingers op je tiet!
Blijkbaar zit StellaB (wie dat dan ook is) van EinsteinBarbie achter het idee.
De site heet MaxiMemmen en heeft ook een eigen Twitter account. Pas 24 volgers op moment van schrijven…
Een schietpartij na een enorme klopjacht eindigde een dramatische week voor de stad Boston. En het drama is daarmee afgerond, dader gepakt, probleem weg.
Was het maar zo simpel. Ik wil graag (liefst correct onderbouwde) antwoorden op de volgende vragen.
1. Als je op maandag een bom kunt neerleggen en er mee weg komt, waarom duik je dan niet een paar weken onder, maar trek je op donderdag alle aandacht naar je toe door iemand te gijzelen in zijn auto (is er geen goed Nederlands woord voor ‘carjacking’?) wetende dat alles in een uniform achter je aankomt?
2. Als iemand in 2011 nog wordt gehoord door de FBI, hoe kan die persoon twee jaar later niet meer gevolgd worden, of nog erger gevolgd worden en toch een bomaanslag plegen?
3. Wat heeft de campusbewaker die op donderdag wordt doodgeschoten met het verhaal te maken?
4. Wat zouden de Tsetsjenen opschieten met een paar doden in Boston? Aandacht trekken voor hun zaak kunnen ze vele beter door een paar bommetjes in Moskou, Sotsji of een andere Russische stad.
5. Waarom zouden de twee die een groot deel van hun leven in de VS woonden zich zo erg identificeren met een onafhankelijkheidsstrijd duizenden kilometers verderop, dat ze hun leven daarvoor willen geven?
6. Is het niet heel toevallig dat, net als Bin Laden, de mogelijke verdachten meteen onder vuur worden genomen, voordat ze de kans krijgen op een eerlijk proces? De oudste praat zeker nooit weer, van de ander is het twijfelachtig.
7. Werd eerst bekend gemaakt dat de heren ook nog een 7-11 supermarkt hadden beroofd, dit bericht werd later weer ontkend. Zou het te dik er bovenop hebben gelegen?
8. Hoe kan, nu al, bekend worden dat de broers daadwerkelijk met zijn tweeën verantwoordelijk waren voor de aanslagen, zonder dat een van twee ook maar een woord gezegd heeft?
9. Door binnen vijf dagen de daders te traceren en elimineren toont de VS zogenaamd aan alles onder controle te hebben. Het tegendeel lijkt waar. Aanslagen blijven een reëel risico in een land waar iedereen toegang tot wapens lijkt te hebben. Schijnveiligheid dus. Waarom lees ik geen tegengeluiden vanuit de VS zelf?
Ik geloof er niets van. De heren zullen vast wel het een en ander op hun kerfstok hebben, maar het hele verhaal kan gewoonweg niet kloppen. Alle hulpverleners met een sirene worden toegejuicht door omstanders, het leger bewijst zijn nut, miljoenen zijn uitgegeven om een negentienjarig ontspoord straattuigje op te pakken. Buitenproportioneel. Het enige wat bereikt is, is dat angst is teruggeplaatst in de hoofden van vele Amerikanen. Net toen de veiligheidsmaatregelen op vliegvelden versoepeld werden, net toen er onvermijdelijke bezuinigingen aankwamen, ook bij het leger, net nu van de VS verwacht werd zich te bemoeien met Syrië. Ik heb nog niet eens gezocht op samenzweringstheorieën, maar die zullen er ongetwijfeld al zijn, anders verschijnen ze binnenkort wel.
Ooit al een keer aangeschaft, maar toen de man met de mooiste naam van weblogland, Abubakari de Vries, een extra aanbeveling gaf, kon ik het natuurlijk niet langer negeren.
Blijkbaar hebben de columns in dit boek(je) al op de site 2-0 gestaan. Ik kende de site niet. Kende ook Sandman niet. Maar schrijven over voetbal zoals ik dat ken, vind ik eigenlijk leuker dan voetbal op professioneel niveau. Een biografie van een willekeurig prof is per definitie een stuk saaier.
Sandman heeft mooi oog voor detail. Ziet de schoonheid van het spel. En dat zit op het niveau dat hij beschrijft meestal niet in het voetbal zelf. Wel in de voetballers. De would-be’s en has-beens die samen op zondagochtend op pad gaan om iets te doen dat in de verte lijkt op het spelletje dat we elke avond op televisie kunnen zien tegenwoordig.
Trainers die hun roeping zijn misgelopen, miskende talenten, de derde helft, de privé-omstandigheden, de onvermijdelijke kleedkamerverhalen, ze passen er allemaal in. Sandman is een goede schrijver, hij maakt dat je je op het platteland van Groningen waant tijdens een regenachtige uitwedstrijd.
Kritiek is ook mogelijk. Waarom zo’n dun boekje? Hij schrijft makkelijk, op de site (die ik ondertussen een keer heb opgezocht) staan genoeg columns, waarom beperk je je dan tot minder dan honderd pagina’s? Aan de andere kant is het ook wel genoeg. Zeker wanneer je alle columns achter elkaar leest, dan kom je onvermijdelijk bij het moment dat je het wel weet. Wel gelooft. En dat is jammer, ook onterecht. Columns worden niet geschreven om als bundel gelezen te worden, dan mag je ze ook niet zo beoordelen.
En stiekem galmt er ook regelmatig in mijn achterhoofd dat ik zelf in twintig jaar tijd toch ook genoeg columns heb geschreven die de tand der tijd hebben overleefd, die misschien ook wel een bundel rechtvaardigen. Maar daar heeft Sandman natuurlijk weer niets mee te maken.
Citaat: “Met een mannetje of wat hebben ze hem voor aanvang van de wedstrijd op de rechtsbuitenplek gezet, tegen de middellijn aan. Daar is hij tot de rust blijven staan. Als een standbeeld. Hij heeft geen stap verzet. Niet vooruit, niet achteruit, niet naar links, niet naar rechts. Voor aanvang van de tweede helft draaiden ze hem om en heeft hij drie kwartier de andere kant op gekeken. In de pauze hadden ze de dronken Rechtsbuiten op het veld laten staan. Dat was wel zo gemakkelijk.” (p.32)
Nummer: 13-016
Titel: De dronken rechtsbuiten
Auteur: Herman Sandman
Taal: Nederlands
Jaar: 2010
# Pagina’s: 96 (2792)
Categorie: Voetbal
ISBN: 978-90-5452-220-1
Een van de grootste bezwaren tegen de bouw van nieuwe appartementen bij het oude klooster was dat het zicht er slechter door werd. Maar in de vele jaren dat ik er langs ben gefietst (decennia!) is het zicht nog nooit mooier geweest dan nu. Eindelijk is het verwilderde bos aan de rand van het water ook eens gesnoeid. Eindelijk kun je het hoofdgebouw daadwerkelijk zien. Ben ik nu vervelend of is het inderdaad gewoon een verbetering en geen verslechtering zoals het actiecomité ons wil doen geloven?
Goorse vragen. Vragen die in mij opkomen bij foto’s die ik her en der in mijn woonplaats neem. Antwoorden en reacties zijn welkom. Ik weet het zelf vaak ook niet.
Schuin voor ons staat ze bij het stoplicht. Achterop haar auto staat de vraag “wat vindt u van mijn rijgedrag?” met een telefoonnummer er achter. Had ik al wel eens eerder gezien op de autobaan, maar ik zag het nut niet echt. Als er echt wat is, heb je toch de kans niet om het nummer te noteren en als er niets is, dan bel je niet.
We trekken twee keer op, maar de twee rijen zijn te lang en dus staan we weer stil. De derde keer is ze het zat en rijdt ze door. Oranje, met op zijn minst een hint van rood. Voor ons stopt onze voorganger, dus wij kunnen er niet door. “Jammer dat ik het nummer niet heb genoteerd, nu hadden we eigenlijk moeten bellen.” We lachen en rijden even later de autobaan op.
Een paar kilometer verder halen we wat auto’s in en herkennen we op de rechterbaan ineens een auto. Ik pak mijn telefoon en vraag om even wat langzamer in te halen. Ik tik het nummer in en krijg het uitzendbureau aan de lijn. Tenminste, ik word in de wacht gezet. Ik had nog nooit van ze gehoord, VKVE. Van Koppen en Van Eijk zijn de naamgevers.
Eindelijk ben ik aan de beurt. Ulsa versta ik. (volgens mij Urszula als ik de site mag geloven) Ik vertel haar dat ik een auto zag met het verzoek om feedback en leg haar uit dat de blonde jongedame, haar collega, door een rood stoplicht reed, ergens tussen Tilburg en Den Bosch.
Ze vroeg me om het kenteken van de auto. Dat wist ik natuurlijk niet. In de auto naast ons zitten drie jongemannen die de indruk wekken dat ze uit het Oostblok komen, andere auto dus. Het accent van de vriendelijke jongedame aan de lijn geeft me ook het vermoeden dat Pools haar eerste taal is. Ze weet ook niet wat ze met me aanmoet. Het zou me niet verbazen als ik de eerste ben die daadwerkelijk het nummer belt. Ze bedankt me en zegt dat ze de betrokken collega een waarschuwing geeft.
De drie Poolse bouwvakkers zien we al snel niet meer. Een half uur later wel een derde auto met dezelfde bestickering. De bestuurder rijdt normaal. Ik heb geen zin om weer te bellen.
Een mooi rijtje staat er al in mijn kast. Enkele schitterende boeken. Ook een aantal tegenvallende. En eigenlijk daarom nog meer een favoriete schrijver geworden. Want wat is nou menselijker dan iemand die de ene keer geniaal is, de keer daarop onbegrijpelijk. Zonder enige twijfel weet ik dus dat ik elk boek van Banks zal lezen. Al moet ik nog wel even nadenken over zijn boeken met de ‘tussen-M’, allemaal scifi, een genre dat mij totaal niet ligt.
Groot was dan ook mijn opluchting toen ik onlangs in Istanbul, met het enige boek dat ik bij me had al bijna uitgelezen, dit boek zag liggen op de boekentafel in het hotel. Een heel oeuvre weggelezen, slechts twee boeken ontbraken. Een daarvan staat al in mijn boekenkast, dit was de andere. Zonder enige twijfel week ik dan ook af van het thematisch lezen waarmee ik dit jaar was begonnen. Alhoewel, mocht ik het uitbreiden tot sport en spel, dan past dit boek er nog wel in.
Alban is een van de familieleden van de stinkend rijke familie die ooit het bordspel Empire! op de markt bracht. En hij moet samen met verre neven en nichten, oude ooms en tantes en zijn grootmoeder besluiten of de aandelen verkocht worden aan een typische Amerikaans spellengigant. Zoals te voorspellen valt, speelt er in een familiebedrijf veel meer mee dan alleen de rationele beslissing. Niet alleen geld is doorslaggevend.
Zoals in eerdere boeken is ook de familie van Alban verknipt. Een oom die naar HongKong is verbannen. Oma en een oudtante die de touwtjes in handen hebben op hoge leeftijd. Zijn moeder die al erg vroeg uit zijn leven verdween. Zijn nicht Sophie, tevens grote liefde die uit zijn leven verdween.
Naast het prachtige verhaal vol met flashbacks waardoor het verhaal steeds een andere lading krijgt, heeft Banks door het gegeven een prachtige kans om zijn kritiek op het kapitalisme te verwoorden, via hoofdpersoon Alban, die gaandeweg steeds spraakmakender wordt, steeds minder kleurloos. “You said it all came down to imagination. Conservative people don’t usually have very much, so they find it hard to imagine what life is like for people who aren’t just like them. They can only empathie with people just like they are: the same sex, the same age, the same class, the same golf club or nation or race or whatever. Liberals can pretty much empathise with anybody else, no matter how different they are.” (p.314) en “He wanted peace and love and all that shit for the whole fucking world and you’d imagine that sort of stuff would be fairly near the top of everybody’s wish list, but it was all going in the other direction, descending into madness and barbarisme, reverting to a mind-numbing, morality-sapping sat of cruel, mutually intolerant superstitiën and authoritatianisms. Stupidity and viciousness were rewarded, illegality not just tolerated but encouraged, lying profoundly worked, and torture was justified – even lauded. Meanwhile the whole world was warming up, getting ready to drown. (p.327)
Alban is de perfecte hoofdrolspeler in een familiedrama dat zich vijftig jaar geleden had kunnen afspelen, maar tegelijkertijd erg actueel is. Banks is er weer in geslaagd mij mee te slepen in een prachtig epos. Tot mijn grote vreugde vond ik een maand geleden in Dublin nog een boek van hem dat ik nog niet had. Al was het nieuws begin deze maand een stuk minder vrolijk. Banks is terminaal ziek en gelooft niet dat hij 2014 nog gaat halen. Er komt nog een laatste boek van hem uit en dan is het afgelopen. Triest bericht aan het eind van een positief verhaal. Ik kan er ook niets anders van maken.