Peter van Straaten – Waarom ligt mijn boek niet naast de kassa? (06-073)
Peter van Straaten produceert vrij veel. En dat doet hij al tientallen jaren lang. Een buitengewoon goede prestatie. Want de kwaliteit lijkt er niet onder te lijden. Zijn oeuvre is ondertussen zo groot dat er thematische boeken uitgegeven konden worden.
Dit boek is daar een voorbeeld van. Allemaal cartoons in de categorie ’Het literaire leven’, die ooit in Vrij Nederland verschenen. Veel schrijvers met writers blocks. Vrouwelijke auteurs die het niet van het geschreven woord moeten hebben. Drankproblemen. Slechte verhoudingen met uitgevers. Als echte boekenliefhebber herken ik vele situaties of kan ze me voorstellen.
Het enige nadeel van de boeken van Peter van Straten is dat je ze zo snel uit hebt.
Nummer: 06-073
Titel: Waarom ligt mijn boek niet naast de kassa?
Auteur: Peter van Straaten
Taal: Nederlands
Jaar: 2006
# Pagina’s: 128 (14561)
Categorie: Humor
ISBN-13: 978-90-417-0638-6
Directe democratie werkte in het oude Griekenland. Behalve dan als je vrouw was, of slaaf, of arm. Oftewel iedereen mocht meepraten, maar in de praktijk beslisten slechts weinigen. Oligarchie dus, maar geen democratie.
In Nederland hebben we een indirecte democratie, of een parlementaire democratie, het ligt er maar aan waar je de nadruk op legt. Al in1966 was er een groepje Nederlanders die vonden dat de politiek (door ons zelf gekozen) te ver afstond van ‘de man in de straat’. Zij begonnen een partij die veertig jaar later nog steeds niets heeft bereikt. Opheffen lijkt me dus. Maar het gaat hier niet om D’66.
Sinds Pim (de politiek in Nederland lijkt wel opgedeeld in voor Pim en na Pim), moet iedereen kunnen zeggen wat ze willen en moeten politici naar het volk luisteren. En sindsdien zijn er veel bekendeNederlanders (Heinsbroek, De Vries) die een partij beginnen of politici die voor zichzelf beginnen (Wilders, Pastors) die allemaal claimen naar het volk te luisteren.
Misschien heb ik het principe van de indirecte democratie verkeerd begrepen, maar is het niet juist zo dat ik stem op iemand die verstand van zaken heeft? Die goede ideeën heeft? Die niet naar mij luistert, maar waar ik naar luister?
Ik beschouw mezelf zeker niet als dom, maar over de ins en outs van de nieuwe WIA wet, de aanschaf van de JSF of het nieuwe zorgstelsel weet ik te weinig om daar een goed doordacht oordeel over te geven. En zo kan ik nog wel tig onderwerpen bedenken. Ik heb wel een mening, een idee, maar ik wil niet meepraten, daarvoor heb ik vier jaar geleden iemand een volmacht gegeven en zij heeft de afgelopen jaren namens mij in de Tweede Kamer gezeten. Wat me het meest verbaast zijn mensen die op televisie allerlei meningen lopen te schreeuwen, waarbij vooral ‘die zakkenvullers in Den Haag’ er van langskrijgen. Dus iemand die vrijwillig naar SBS kijkt en daar voor uit durft te komen, moeite heeft met het strikken van zijn eigen veters en denkt dat eten groeit in kartonnen dozen en plastic bakjes zou een beter gefundeerde mening kunnen vormen dan een willekeurig kamerlid dat 60 uur per week (of vaak nog meer) bezig is met complexe materie? Het lijkt mij sterk.
Ook ik vertrouw vele politici niet. Maar pas als ik ze beslissingen zie nemen die niet in het algemeen belang zijn. Wetten waar slechts een enkeling van profiteert. Beleid dat bepaalde groepen bevoordeeld. Ik heb zelfs vooroordelen over bepaalde politici, puur omdat ze voor een partij hebben gekozen die ik structureel wantrouw. Maar tot ik een oordeel kan vormen, verdient een politicus het voordeel van de twijfel. Zelfs als ik het niet met hem of haar eens ben.
Over een week of vier mag ik weer stemmen. Dan kan ik opnieuw op dezelfde kandidaat stemmen (compliment: je hebt het goed gedaan) of voor iemand anders beslissen (hopelijk doe jij het beter). Maar hoe dan ook gaat mijn stem niet uit naar politici die claimen naar het volk te luisteren. Die vertrouw ik namelijk niet. Of die hebben zelf geen idee (slecht plan) of een verborgen agenda (nog erger). Ik zal stemmen op iemand die verstand van zaken heeft en die de komende vier jaar namens mij het woord mag voeren in Den Haag. En ik wens haar (ik stem al jaren principieel op vrouwen) daar veel succes bij!
Zijn debuut voor Ajax maakte Jan Mölby tijdens een Amsterdam 700-nogwat toernooi. Na vele kleine vlugge Deentjes stond er ineens een beer van een kerel op het middenveld van de Meer. Slechts kort heeft Nederland van hem genoten. Hij speelde met Cruyff, Van Basten, Schip, Vanenburg en Koeman. Beweerde hij later dat hij veel van De Mos leerde, het is een publiek geheim dat de twee elkaar niet lagen.
Op het WK in Mexico (’86) maakte hij furore met het Deense team. Samen met Michael Laudrup, Jesper en Morten Olsen, Arnesen, Lerby en de onnavolgbare spits Preben Elkjaer Larsen versloegen ze de latere finalist Duitsland in de poule. Ze waren de publiekslievelingen, maar wonnen niet. Bij Ajax speelde hij al niet meer. Liverpool was zijn nieuwe werkgever.
Engeland was het walhalla voor de gokker Mölby. Wedde hij voordien met De Mos over wiens bagage het eerst van de band rolde op Schiphol (hij won), met Lerby op weg naar het trainingsveld over de kleur van het volgende stoplicht (inzet 100 gulden), nu kon hij elke dag zijn ei (en zijn geld) kwijt bij de paardenraces. Zijn teamgenoot Rush had de informatie over de deelnemende dieren, hij zette in. Ook de eigenaars van de pubs en clubs in de stad aan de Mersey leerden hem snel kenden. Een gevangenisstraf, na een achtervolging met de politie, volgde. Een promillage dat iets te hoog lag, bleek geen voordeel in de rechtszaak.
Op het veld ging het redelijk. Onder Dalglish was hij de middenveldregisseur van het Liverpool dat de dubbel pakte in 1986. Helaas zag niet elke trainer het in hem zitten. Toch speelde hij elk jaar ruim drie kwart van de wedstrijden. Zijn toch al imposante lichaam werd steeds groter. “You fat bastard” was het antwoord van de tribune, nadat ze eerst zelf hadden gevraagd wie toch alle ‘pie’ had opgegeten.
De verkiezing van mooiste borsten in een rode outfit won hij elk jaar, totdat Pamela Anderson in Baywatch verscheen. Volgens Jan Mulder was hij de expert in het lezen van de wedstrijd, iets dat Van Gaal later propageerde. Ietwat nonchalant slenterde hij naar een plek op het veld. Terwijl iedereen zich afvroeg wat hij daar deed, sprong ineens de bal uit de scrimmage, precies in de voeten van de wachtende Deen.
Hij verengelsde. Zijn vrouw komt uit de stad van de Beatles, zijn kinderen zijn er geboren en zijn accent is zo scouse, dat zelfs rasechte Liverpudlians zich afvragen waar dat Deense paspoort vandaan komt. Na Liverpool kwam Swansea in Wales, waar hij begon als speler/trainer. Een rol die hem op het (imposante) lijf geschreven leek. Geen geforceerde keus zoals Vialli, Lombardi en Pearce, maar de juiste man op de juiste plaats. De play-offs werden gehaald in zijn eerste seizoen. Daarna ging het minder goed. In oktober was het voorbij.
Toen Ajax een opvolger zocht voor Van Gaal was hij beschikbaar. Nooit viel zijn naam. Een ex-Ajacied, liefhebber van mooi aanvallend voetbal, jarenlange ervaring in het topvoetbal en iemand die de wedstrijd kan lezen was snel vergeten in Amsterdam. Zijn telefoonnummer lag waarschijnlijk nog in een kantoor in de Meer en verdween met de vlammen. Hopelijk is hij nog niet voor het voetbal verloren gegaan.
In de categorie erg slechte boeken, hierbij het boek dat cum laude is geslaagd. Zoals de titel al aangeeft leg je het boek op het toilet, maar zelfs dan pak je het alleen wanneer je geen tijdschrift meer in huis hebt. Typisch een boek dat niemand voor zichzelf koopt. Ik bleef er aan hangen tijdens een sinterklaasavond met de dobbelsteen.
Het allerergste vind ik nog dat er iemand is geweest die in kroegen, kantines en wachtkamers alleen de slechte moppen heeft onthouden, maar uiteindelijk te laf is om zijn eigen naam ook maar in het colofon te zetten. De heer Huisjes heeft bijbehorende illustraties gemaakt en is de enige die er voor uitkomt dat hij heeft meegewerkt aan dit stukje papiervernietiging.
Dieptepunt zijn de moppen die niet volledig in het boek zijn gekomen. De clou op de volgende bladzijde blijkt te zijn vergeten, een paa rbladzijden later alleen een clou. En niemand die het opvalt, niemand die een drukproef heeft doorgebladerd. Libro Hoogeveen is de uitgever die hiervoor de verantwoordelijkheid moet opeisen.
Schandalig dat iemand bij een kassa moeite moet doen om dit boekje aan te slaan, hier geld voor van handen verwisseld, dat iemand de moeite deed dit uit te geven. Echt een schijtboek (en vergeleken met de humor in dit boek, is dat nog een extreem goede en verrassende woordspeling).
Nummer: 06-072
Titel: Het toilethumorboek
Auteur: Ben Huisjes e.a.
Taal: Nederlands
Jaar: 2004
# Pagina’s: 80 (14433)
Categorie: Humor
ISBN: 90-8507-021-X
In het Amazone gebied is een boot het belangrijkste vervoermiddel. Om iets te verdienen, moet je dus in contact komen met andere bootreizigers. Deze jongens zijn daar erg goed in. Hun fruit en groenten verkopen ze vanuit een bootje. Als een gek meepeddelen met een voorbijvarende lange afstandsboot, je vastbinden, aan boord wat verkopen en dan weer terugpeddelen naar huis.
Het was een ingezonden brief die ik ergens las. Een erg goede. De schrijver had het namelijk over het verschil tussen fatsoen en respect. Dat laatste woord heeft de laatste jaren namelijk een erg vervelende bijsmaak gekregen. Respect moet je verdienen was het altijd en daar sta ik nog steeds achter. Alleen de laatste jaren vindt iedereen dat ze respect moeten krijgen. Mislukte rapartiesten, over het paard getilde voetballers, willekeurige voorbijgangers en tegenwoordig ook leerlingen en stagiaires van mijn school. Iedereen wil respect.
Dus voor al die mensen nog een keer de uitleg: Respect krijg je niet. Respect verdien je. Daarvoor moet je dus eerst wat doen. Je moet dus eerst een aantal fatsoenlijke wedstrijden gevoetbald hebben, een aantal goede cijfers hebben gehaald voor moeilijke toetsen of iemand geholpen hebben die die hulp goed kon gebruiken. Zo niet dan behandel ik je met fatsoen. Fatsoen is iets anders. Dat betekent dat ik u aanspreek met u, dat ik netjes tegen u doe, maar nog niet dat u mijn respect heeft. Vaak kan ik namelijk niet oordelen of u respect verdient. Ik ken u niet of niet goed genoeg. Het kan dus best komen dat ik u ga respecteren, maar voorlopig krijgt u het voordeel van de twijfel en behandel ik u fatsoenlijk.
De conclusie die ik in die ingezonden brief miste, maar zelf graag wil toevoegen: volgens mij zijn degenen die het hardst om respect schreeuwen dezelfden als degenen die geen fatsoen hebben.
Mooie overwinningen in de wielersport hebben vaak een verhaal. Gerrie Kneteman won altijd op de verjaardag van zijn vrouw, zijn moeder of zijn schoonmoeder. Jan Raas won een massasprint in de Tour nadat hem een dag er voor om onduidelijke redenen de gele trui geweigerd werd. Barry Hoban mocht winnen nadat Tom Simpson een dag eerder het leven verloor. Lance Armstrong jaren later droeg de overwinning op aan Fabio Casartelli.
Wielrenners lijken veel meer drama in hun levens te hebben dan andere sporters. Ik kan me alleen Pete Sampras herinneren tijdens de Australian open, die tijdens de kwartfinalepartij tegen Jim Couriers in huilen uitbarstte toen een supporter hem opriep te winnen voor zijn coach Tim Gullikson en Nigel de Jong die een gele kaart kreeg omdat hij tot twee keer toe een T-shirt liet zien met een foto van zijn onlangs overleden vriend Luciano van den Berg.
Paolo Bettini schreef onlangs een nieuw hoofdstuk in dit tragische boek. Binnen een maand tijd werd hij Wereldkampioen op de weg, verloor hij zijn broer Sauro bij een auto-ongeluk en won hij een van de mooiste klassiekers op fenomenale wijze, De Ronde van Lombardije. Zelfs zijn concurrenten gunden hem de zege, ook al hadden ze er alles aan gedaan om zelf de overwinning te behalen.
Het gezicht van Bettini tijdens die laatste meters is onvergetelijk. Verdriet, zoals alleen Italianen dat kunnen laten zien. De gebaartjes die bij voetballers zo vervelend zijn, waren totaal niet misplaatst. De verwijzing naar het shirt, die regenboog die hem een maand voordien zo belangrijk leek, daarna de kussen richting de hemel, daar waar hij zijn broer ziet. Geen mens met enig gevoel in zijn donder kon deze beelden onbewogen bekijken. Menig wielerliefhebber zat met tranen in zijn ogen te kijken naar de laatste meters in Como.
Paolo Bettini had dit drama niet nodig om geliefd te worden. Al jaren zorgde zijn aanvallende manier van rijden ervoor dat liefhebbers uit binnen- en buitenland hem elke overwinning weer gunden. Als hij won, dan had hij die zege ook verdiend, gestolen zeges, zoals menig sprinter ze pakt, zijn hem totaal onbekend. Maar niet alleen wanneer hij wint won hij sympathie, zeker ook in zijn nederlagen was hij groot. In de Tour leek het soms wel of hij de rol van een andere favoriet van mij, Laurent Jalabert, wilde overnemen. Een lange ontsnapping in een bergetappe zonder enig perspectief, maar toch vertrekken. Mooie beelden.
Dit decennium is er geen renner die zich zo kan richten op een wedstrijd als Bettini. Na een aantal jaren als knecht van Bartoli won hij in 2000 zijn eerste klassieker, Luik – Bastenaken – Luik. De klassiekerkoning was geboren. Hij won vele klassiekers en etappes in grote ronden. Pieken deed hij vooral bij kampioenschappen. Hij werd meerdere malen Italiaanse kampioen, Olympisch kampioen in 2004 en Wereldkampioen in 2006. Wedstrijden die veel moeilijker te winnen zijn, tenslotte moet je op die dag de sterkste zijn, een ronderenner heeft altijd meerdere dagen of zelfs weken om zijn zege veilig te stellen.
Die zege in de Olympische wegwedstrijd kan ik me nog goed herinneren. Ik was vroeg op het vliegveld van Ushaia, de meest zuidelijke stad ter wereld, in Argentinië en zat te wachten op mijn vlucht. De televisie laat allerlei bewegende beelden zien van sporten die me niet interesseren. Tot ik over mijn boek heen ineens een lege weg zag en me realiseerde dat ik wel eens wat fietsers voorbij kon zien komen. Een paar seconden later komt Bettini in beeld en fiets over een witte lijn. Zonder geluid moet ik gokken wie er achter hem aan fietsen. De uitslag verschijnt in beeld, maar voordat ik de andere medaillewinnaars kon lezen waren we alweer terug bij judo. Ik had mijn handbagage nog geen minuut zonder toezicht gelaten. Ik wilde eigenlijk juichen bij die televisie, maar wanneer je bijna alleen bent op een klein vliegveld, ben je je erg bewust van het beeld dat anderen van je hebben. Een vliegveld verder kom ik wat Italianen tegen en trots vertel ik ze wat ik zag. Ze blijken geen sportliefhebbers.
Sindsdien fietste hij met een gouden helm. Weer stoort het me niet. Cipollini in zijn nadagen kwam zielig over. Bettini mag met een gouden helm fietsen. Het boerenkopje van Il Grilo (de krekel) onder die helm geeft al aan dat we niet met een glamourrenner te maken hebben.
Volgens mij is de carrière van Bettini bijna compleet. Er is nog maar een wedstrijd die niet op zijn erelijst staat, die er wel op hoort, die past bij een renner van zijn klasse. Maar of zijn teammaat Tom Boonen hem volgend jaar de Ronde van Vlaanderen laat winnen, ik waag het te betwijfelen.
10. Edgar Davids die liet zien dat het Nederlands elftal twee jaar lang heeft geleden zonder hem.
9. De Deense supporters die tijdens een van de eerste groepwedstrijden gewoon doorgingen met het zingen van hun volkslied, terwijl de muziek al lang opgehouden was.
8. Jay-Jay Okocha die in tegenstelling tot wat Aad de Mos beweerde niet alleen leuk was voor een circus, maar ook gewoon goed voetbalde.
7. Jan Mulder die alle experts, journalisten en andere betweters in de schaduw zette.
6. Nigeria-Spanje, waarin te zien was dat modern topvoetbal toch ook leuk kan zijn om te zien.
5. De broertjes Laudrup die hun laatste grote toernooi speelden en nog even duidelijk maakten waarom ze gemist gaan worden.
4. Kroatië-Duitsland.
3. De Mexicaan Blanco, die op een grasveld nog straatvoetbal speelde en beroemd werd met zijn shuffle.
2. 4 (gematigd) postitief voetballende teams bij de laatste 4.
1. Zamorano die op geheel eigen wijze zijn nationale volkslied interpreteerde (Latinos contrala presión).
10 REDENEN WAAROM HET W.K. WAARDELOOS WAS:
10. De manier waarop de kaartverkoop liep.
9. De eindeloze reeks wedstrijden, waardoor na 3 weken, wanneer het echt mooi zou moeten worden, iedereen al voetbalmoe was.
8. De verschrikkelijke regie en cameraopstelling, waardoor we van alles misten, maar wel de knoop in de veters van Ronaldo konden bestuderen.
7. Rode kaarten voor ‘mooie’ voetballers zoals Beckham, Kluivert, Ortega en Zidane.
6. België, Noorwegen, Duitsland.
5. De zogenaamde fans uit Engeland en Duitsland.
4. Het feitjesboek van Eddy Poelman, dat we zeker 4 keer helemaal moesten aanhoren.
3. De spontane volksfeesten in diverse landen die volstrekt willekeurig op straat uitbarsten.
2. Het Nederlands elftal dat tot morele winnaar wordt uitgeroepen, maar geen prijs pakt en slechts 3 van de 7 wedstrijden won.
Ook ik ben geen heilig boontje. Ik rij wel eens te hard. Ik heb vorige week nog een verboden in te rijden bord genegeerd en ben langs de wegwerkzaamheden gereden. Maar ik erger me steeds vaker aan medeweggebruikers die asociaal gedrag vertonen en daar mee wegkomen. U kent het allemaal. Slingerend rijden omdat je geen hands free hebt. Inhalen waar het echt niet kan. Parkeren waar velen er last van hebben. Tijd voor actie. De rijdende rechter begint daarmee, rapporteert over asociale weggebruikers en bedenkt een alternatieve straf. Een officiële straf zal er wel niet inzitten.
Datum: 22-9-2006 Tijd: 15.05 uur Plaats: A35 snelweg tussen Borne en Hengelo Dader: Vrachtwagen van Willem Dijk (OH-38-DH?)
Situatie: Op een snelweg mag je 120. Op bepaalde snelwegen mogen vrachtwagens alleen rechts rijden, op andere snelwegen mogen ze delen van de dag (spits) niet inhalen. Maar ook buiten die uren zijn er fatsoensregels. En een van die regels is dat je rekening houdt met andere weggebruikers. De chauffeur van Willem Dijk die dus de verse groenten naar Enschede brengt, ontbrak het aan dit fatsoen.
Hoe haal je het in je hoofd om in te halen met een snelheid van net 90 kilometer per uur. Inhalen bij die snelheid betekent dat je kilometers bezig bent, dat er achter je een file ontstaat. Ik geloof best dat het frustrerend is als er weer een Poolse vrachtwagen voor je rijdt met 88, maar om nu 10 kilometer voor je op je bestemming bent tientallen medeweggebruikers dwars te zitten met als resultaat dat je zelf 18 seconden eerder aankomt?
Straf: Gratis fruit voor de eerste 10 bezoekers die dit stukje hebben gelezen.
Pagina 9: Geloven is namelijk zeker weten dat je twijfelt, denk ik.
P14: ‘Nou’, zei de slager ad rem, ‘dan denk ik dat mijn vrouw en ik in de toekomst maar eens wat minder om u gaan lachen.’
P26: Want je kunt beter een ongeluk krijgen in een legging dan in een kokerrokje als er tv bij is.
P28: ‘Wie geen vrienden heeft, is toch juist heel dom?’
‘Ja, maar zoiets kun je pas begrijpen als je hoogbegaafd bent.’
P32: De winnaar mag de illusie koesteren het lot de baas te zijn. Tot de komende nederlaag.
P40: Als u het antwoord mocht weten, dan hebt u mij niet horen zeggen dat het briefje van duizend gulden in de blauwe ballon zit.
P44: Er is in Nederland geen beroepsgroep die zich zo snel in het kruis getast voelt als de taxichauffeurs.
P58: Bij gebrek aan een woordenboek moeten bepaalde woorden die hier op vakantie tijdens het scrabbelen ontstaan, worden verdedigd.
P65: Waar laat je je afval als je op een vuilnisbelt woont?
P69: Wij beschaafde mensen hebben om het snoepgoed eerlijk te verdelen tussen degene die een kunstje kunnen (varkentjes) en zij die dat niet kunnen (hondjes), een prachtig sociaal-democratisch model ontworpen.
P88: Waarom de meeste mensen liever naar het lawaai van een geweer luisteren dan naar de stilte van poëzie, blijft een raadsel.
P92: Geen misdaad rechtvaardigt wraak.
P107: Hoe lang kan Goed kwaad zijn voordat hij voorgoed bij Kwaad hoort?
P140: Als de mens in staat was de liefde die hij voor zijn huisdier koestert, evenzo voor zijn medemens te voelen, zou de wereld er anders uitzien.
P147: Mijn eerste ‘gelukkige uur’ beleefde ik in de Verenigde Staten.
Nummer: 06-070
Titel: De Hoekvlag
Auteur: Freek de Jonge
Taal: Nederlands
Jaar: 2000
# Pagina’s: 176 (13665)
Categorie: Columns
ISBN: 90-6169-600-3