Vooral in het noorden van Jamaica wordt het soms overlopen door toeristen. En al is het eiland niet gigantisch groot, als je een stukje rijdt, kun je uit de drukte reizen. En ook dan kun je in het binnenland prachtige natuur treffen. Watervallen, jungle, weinig anderen. En dan is een foto maar een klein kadertje waarin je een indruk probeert te vangen van de overweldigende schoonheid om je heen.
Vaak is het massaproductie, niet al te bijzonder. Door de sfeer van de vakantie lijkt het een mooi souvenir, echte kunst door een lokale artiest.
Maar een enkele keer is het echt iemand die iets moois produceert. Die opgaat in zijn kunst. Die niet eens ziet dat er mensen langs lopen. Waarschijnlijk verkoopt hij niet goed. Ligt daar niet zijn sterkte. Maar zijn kunst is wel de moeite.
Deze meneer leek in zijn eigen wereld te leven. Ik had nog steeds niet de neiging om iets te kopen. Maar hij maakte toch zo veel indruk dat ik even bleef staan en een foto moest maken.
Zondag weer vaderdag. Even bij papa langs. Jaren geleden maakte ik op de begraafplaats deze foto. Ik kan er nog steeds nauwelijks naar kijken. Je voelt de dubbele pijn. Mee naar die plek, terwijl je nog zo klein bent dat je je knuffel het liefst dag en nacht bij je hebt. Je mag hopen dat het om grootouders gaat, niet om zijn of haar ouders. Maar niet alleen dat, aan het eind van de dag ben je je knuffel ook nog eens kwijt. Iemand heeft ‘m op een bankje gelegd. Hopelijk hebben ze die avond thuis bedacht waar de knuffel zou kunnen zijn en zijn ze even teruggereden. Maar het beeld raak ik nooit meer kwijt, ook zonder foto.
Soms is het een omweg, want ik weet zeker dat ik de Spaanse band leerde kennen in Oostenrijk. Het genre heeft trouwe fans, de muziek stopt niet bij een landsgrens. Hardrock is niet mijn muziek. Maar misschien hielp het moment waarop ik de Helden van de Stilte ontdekte wel bij mijn waardering. Want ook al luister ik niet vaak naar herrie, in vergelijking met de Oostenrijkse baggerhoempa, was dit een verademing.
Gelukkig kwam ik ook geregeld in Spanje nadien, een CD hier, een andere daar, de band groeide in mijn achting. Geen pure herrie, een melodie is geen vreemde eend in de bijt. De ironische bandnaam helpt. En zo nu en dan een regel die ik begrijp. Mijn Spaans is redelijk, maar een hele songtekst doorgronden gaat toch echt een stapje verder. Vertalen en begrijpen zijn twee verschillende dingen zeg maar. Maar die ene regel: ‘Yo no tengo la culpa de verte caer’ is erg mooi. Ik ben niet schuldig wanneer ik je zie vallen. In het Nederlands klinkt het al een stuk minder.
Goede band, mooi oeuvre, buiten Spanje nauwelijks bekend. Het zij zo.
Op hotelkamers hangt er wel vaker een föhn. Maar op het herentoilet heb ik het nog niet eerder gezien. Zeker ook vreemd, aangezien bijna iedereen die hier komt (een berghut in januari) met helm op weer naar buiten gaat. Of op zijn minst met een muts. En waar zou ik een föhn voor nodig hebben als ik even een hapje heb gegeten? Of alleen het toilet heb bezocht?
Zwaar weekend achter de rug. Drie keer wakker geweest vannacht. Hoofdpijn. Maag van streek. Geen schoon ondergoed in de kast. De wasmachine deed het niet meer. Water door de hele bijkeuken. Geen brood in de broodtrommel. Ook niet in de diepvries. Geen koffie in huis. En dan moet je vandaag nog samenwerken met die ene collega.
Komend weekend Jannarok. Voor het eerst sinds jaren niet op Hemelvaartsdag, de concurrentie met de bevrijdingsfestivals was te groot.
Dat zo’n festival best zwaar kan zijn zien we op deze foto. Gelukkig weten ze dat in Diepenheim en hebben ze een comfortabele bank geplaatst. Even lekker de oogjes dicht. Wel je biertje goed vasthouden!
Hebben we toch allemaal wel eens gedaan? Zodra we konden lezen en begrepen wat een woordenboek was, opzoeken of er vieze woorden in staan. Ik geef het toe.
Maar een toetsenbord vernielen, vind ik weer wat minder. En dan dit geintje uithalen. Terwijl je dus al bijna 20 bent, je rebelse tijd afgelopen zou moeten zijn. En kon je echt geen andere woordjes maken? Was dit het grappigste wat je kon bedenken?