Vargas Llosa heeft vele prachtige boeken geschreven, ik las er een aantal van voordat ik dit boek ontdekte. Een verhaal over een land dat ik erg mooi vind, dat belangrijk voor mij was, geschreven door een schrijver die ik goed vind. Betere combinatie vind je niet snel.
De bok in de titel is Rafael Leonidas Trujillo, dictator in de Dominicaanse Republiek van 1930 tot 1961. Zijn bijnaam komt ongetwijfeld vanwege zijn vele seksuele uitspattingen, liefst met (erg) jonge meisjes.
Drie verhaallijnen lopen door elkaar in de roman. Het verhaal van de dictator zelf, de dagelijkse gang van zaken in het paleis, in de gevangenissen, de feesten, de meisjes, de staf en politici om hem heen. Het tweede standpunt in het boek is een groepje dissidenten die het plan hebben opgevat de dictator te vermoorden. Hun voorbereidingen en vooral de laatste uren voor de moord komen uitgebreid aan bod.
Als laatste is er het verhaal van Urania Cabral. Dochter van een minister, opgroeiend in gezelschap van allerlei mensen die de slechte kanten van de dictatuur niet willen zien. We volgen haar jaren later, wanneer ze voor het eerst terug is in haar geboorteland, na jaren ballingschap in de Verenigde Staten. Haar verhaal zorgt er voor dat er op de voorkant van dit boek ‘roman’ mag staan, zij is het fictieve karakter, haar terugblik maakt de lezer duidelijk welk een beest de dictator eigenlijk is.
Vargas Llosa weet de drie lijnen leuk door elkaar te verweven, stukje bij beetje prijs te geven, waardoor je halverwege het boek wel een aantal vermoedens hebt over hoe het verder zal gaan, maar vooral erg nieuwsgierig wordt en je verder wil lezen. Een goed boek dus, een goede schrijver trekt je het boek in.
Met mijn achtergrond, tien maanden in de Dominicaanse Republiek aan het eind van mijn studie, is het boek zeker een aanrader. Een aantal aspecten had mijn bijzonder aandacht. De zusjes Mirabel komen natuurlijk voor in het boek, al is hun rol slechts klein. In het boek In de tijd van de vlinders van Julia Alvarez stonden zij centraal. Een kinderboek had ik ter plekke al over ze gelezen.
Maar de mooiste bijrol is voor mij die van Joaquin Balaguer. Dienend onder de dictator, president na de dood van Trujillo. Niet alleen dat. Dertig jaar later, als ik voor het eerst het land bezoek, is hij weer aan de macht. Zonder enige twijfel is hij de belangrijkste politicus van het land van de vorige eeuw. Niet de dictator, maar de man die leefde voor de politiek en dat tot hoogbejaarde leeftijd deed, heeft zijn stempel gedrukt op het land.
Vargas Llosa heeft een prachtig boek geschreven over een land dat bij velen slechts bekend is als vakantieparadijs. Daar waar vele mooie all inclusive resorts liggen aan de mooiste stranden. Daar waar iedereen altijd vrolijk is. Dat het leven niet altijd even vrolijk was bewijst dit boek. Mooier dan een geschiedenis boek, beter dan een roman, een absolute aanrader voor iedereen die houdt van politiek, van thrillers, van goede verhalen, van waargebeurde verhalen, van geschiedenis en iedereen die gewoon een goed boek wil lezen.
Quote: “Wanneer ik een schoonheid zie, een echte vrouw, een vrouw die je het hoofd op hol brengt, dan denk ik niet aan mezelf. Maar aan de Baas. Ja zeker, aan hem. Zou hij haar graag in zijn armen nemen, zou hij haar willen beminnen.? Dit heb ik nog nooit tegen iemand verteld. Niet eens tegen de Baas zelf. Maar hij weet het. Dat hij voor mij op de eerste plaats komt, zelfs op dat gebied. En laat het duidelijk zijn dat ik dol ben op vrouwen, Agustin.” (blz. 298)
Erg uitgebreide uitleg over het boek via WikiPedia
Nummer: 09-059
Titel: Het feest van de bok (Orig.: La fiesta del chivo)
Auteur: Mario Vargas Llosa
Taal: Nederlands (Orig.: Spaans)
Jaar: 2001
# Pagina’s: 446 (12558)
Categorie: Literatuur
ISBN: 90-290-7779-4