• Disclaimer
  • Mijn boeken
  • Twitter
  • Facebook
  • Goodreads
  • Instagram
  • LiveJournal
  • LibraryThing
  • Linkedin
  • Deezer
  • Bookcrossing
  • Hebban
  • Mastodon
  • Boekenblogarchief
  • YouTube
  • Spotify
  • Last.fm
  • Tiktok
  • Polarsteps
  • Tumblr
  • Boekmeter
  • Pinterest
  • MySpace
  • About Me

Niets is geheel waar, en zelfs dat niet.

~ Boeken, voetbal, politiek, nieuws, reizen, onderwijs, wielrennen, kunst, foto's

Niets is geheel waar, en zelfs dat niet.

Categorie Archief: Wielerhelden

Thijs Zonneveld over Oscar Freire

03 woensdag jul 2013

Posted by Gerbie in Laat eens wat van je horen, Wielerhelden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

citaat, Oscar Freire, quote, Thijs Zonneveld, Tour de France, wielrennen

In de serie “Laat eens wat van je horen” gebruik ik citaten uit kranten en tijdschriften die ik de afgelopen jaren de moeite vond. Vandaag een bijzondere aflevering. Afgelopen jaar stopte namelijk de Spaanse wielrenner Oscar Freire. Thijs Zonneveld schreef een geweldige column over de verwarde drievoudig wereldkampioen. De Tour de France mist een geweldig coureur.

055:

Die keer dat hij zich stierlijk verveelde tijdens de Brabantse Pijl en aan Michael Boogerd vroeg hoe ver het nog was. Boogerd wees naar de bordjes langs de kant van de weg: nog 500 meter. “O”, zei Oscar – hij schakelde een paar tandjes groter en won de sprint.

Thijs Zonneveld, NRC Handelsblad, 21 september 2012

056:

Die keer dat hij zijn paspoort kwijt raakte op het vliegveld van Bilbao en met spoed een vervangend paspoort moest laten maken. Phiiiieuw, zuchtte ploegmaat Pedro Horillo toen ze net op tijd bij de gate arriveerden. Dat was te vroeg gejuicht – Oscar was zijn vervangende paspoort ook al kwijt geraakt.

Thijs Zonneveld, NRC Handelsblad, 21 september 2012

057:

Die keer dat het regende in Torrelavega en de auto pakte om ergens te gaan trainen waar het lekker weer was. Honderd kilometer verderop reed Oscar – maar daar regende het nog steeds. Hij besloot nog honderd kilometer verder te kachelen, maar toen hij daar was vertrouwde hij de grijze lucht niet. Hij reed nóg honderd kilometer door. Daar was de hemel blauw en het wegdek schoon. Hij stapte uit, trok zijn fietsschoentjes aan, opende de achterklep van zijn auto – en merkte dat hij zijn fiets was vergeten.

Thijs Zonneveld, NRC Handelsblad, 21 september 2012

Laurent Fignon was een wielerheld

31 dinsdag aug 2010

Posted by Gerbie in In memoriam, Wielerhelden

≈ 1 reactie

Tags

In Memoriam, Laurent Fignon, Tour de France, Wielerhelden, wielrennen

Ik las het net op Twitter. Moest er mijn werk even voor onderbreken. Een van mijn wielerhelden is overleden. Niet onverwacht, iedere wielerliefhebber wist dat hij kanker had, maar desalniettemin is zijn dood toch een klap voor de wielersport.

Afgelopen zomer zagen we hem nog op het podium staan, samen met zijn oude rivaal Bernard Hinault. In een vlaag van gezond verstand had de Tourdirectie besloten om de prix de combativite (strijdlust) aan Laurent Fignon uit te reiken, in plaats van aan een van de renners die dag.

Strijdlust zat zeker in hem. Als wielrenner al, maar ook toen hij die verschrikkelijke ziekte kreeg. Het symbolische rode rugnummer was een mooi eerbetoon aan een groot renner. Franse televisiekijker konden afgelopen zomer voor het laatst zijn schorre stem horen als commentator tijdens de afgelopen Tour de France. Laurent Fignon mocht slechts 50 jaar oud worden.

L’Equipe vandaag.
Een interview in het AD eerder dit jaar.
Twitter staat vol met berichtjes over Fignon.

Zelf schreef ik 7 jaar geleden al een stukje over Laurent Fignon, voor CycloSim. Vijf jaar geleden plaatste ik het ook op dit weblog. Omdat het te lang is om nog een keer helemaal opnieuw te plaatsen, laat ik het bij de link.

Laurent Fignon, een van mijn wielerhelden, is niet meer. De wereld is weer een stukje saaier geworden.

Wielerhelden: Theo Koomen

18 zondag jul 2010

Posted by Gerbie in Wielerhelden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Radio Tour, Theo Koomen, Tour de France, wielerheld, wielrennen

Bron: Wielerrondes.com

Radio Tour de France is deze Tour druk bezig met terugkijken. Terugkijken op 40 jaar Radio Tour dus, niet naar de Tour zelf. Niets mis mee, tenslotte bestond de Tour niet voor de gemiddelde Nederlander, als Radio Tour er  niet zou zijn geweest.

Met de lange televisie-uitzendingen van de laatste jaren, sneeuwt Radio Tour een beetje onder, maar het vakantiegevoel dat luisteren geeft, kan de televisie nooit evenaren.

Ook ik groeide natuurlijk op met Radio Tour de France. Mijn liefde voor de Tour is groot, zelfs nu ik als wielerliefhebber zie dat de Tour een commercieel circus is geworden en de Giro en Vuelta eigenlijk meer te bieden hebben, blijf ik elke jaar in juli de Tour volgen.

Voor velen is de Tour onlosmakelijk verbonden met de stem van Theo Koomen. Wanneer je de laatste jaren iemand over Koomen hoort, krijg je automatisch de relativering er bij. Hij verzon wel eens een ontsnapping, hij (her)kende niet alle renners, hij had een buitenechtelijk kind, hij past niet meer in deze tijd.

Allemaal waar. Maar moeten we daarom met terugwerkende kracht Theo Koomen maar afschrijven als een fantast? Abe Lenstra zou in het huidige voetbal een bankzitter zijn, hij was te lui. De tijden van Ard Schenk worden tegenwoordig door B-junioren verbeterd. En Wim Kan zou het in de zapgeneratie nooit lang volhouden. Allemaal ook correct. Maar daarmee doe je deze grootheden wel te kort.

Zo ook Theo Koomen. Hij zorgde ervoor dat de jonge ik aan de radio zat. Hij zorgde er voor dat miljoenen Nederlanders, die niets met wielrennen hebben, toch aan de radio zaten. Hij was de laatste radioverslaggever die niet gehinderd werd door het controlemiddel televisie.

En dus was het leuk om te luisteren naar het enthousiasme van Koomen. Daarom vond het jochie dat ik ooit was in de jaren zeventig Theo Koomen de beste. Ik kan me nog goed herinneren dat ik met mijn ouders naar de Tour ging. Zoals zo veel Nederlanders deden en nog steeds doen. En dan niet om een feestje te bouwen in bocht zoveel op Alpe D’Huez, maar om de sport te bekijken. Om de renners aan te moedigen, om het spektakel te beleven.

Wij begrepen dat dankzij het vliegtuigje dat boven de Tour cirkelde, het signaal van Radio Tour te onderscheppen was. En inderdaad konden we vanaf kwart voor twee gewoon via de FM luisteren naar Theo Koomen, die eerst nog wat zat te bidden, om de lijn te testen en hoorden we ook de gesprekken tussen Hilversum en Frankrijk, voordat de rest van de luisteraars hoorden dat er iets aan de hand was.

Theo Koomen is voor mij de begintijd van Radio Tour. En inderdaad, nu ik ouder ben, nu de techniek verder is, ben ik het er mee eens. In deze tijd was Theo Koomen nooit zo groot geworden. Maar Theo is niet meer en hoeft in de huidige tijd niets meer te bewijzen. Ik ben een Tourfanaat en dat heb ik mede aan Theo Koomen te danken. Alleen al daarom is Theo, ook al was hij zelf geen wielrenner, een echte wielerheld.

Download Peter Winnen Op Alpe d’Huez 1981 met commentaar van Theo Koomen

Elders op het web:

Aflevering van Profiel over Theo Koomen
Ode aan Theo door Kees Wennendonk
Wikipedia Theo Koomen
Verslag Europacup finale Feyenoord

Wielerhelden – Paolo Bettini

23 maandag okt 2006

Posted by Gerbie in Wielerhelden

≈ 2 reacties

Tags

Italië, Lombardije, Paolo Bettini, Ronde van Lombardije, wielerheld, wielrennen

Mooie overwinningen in de wielersport hebben vaak een verhaal. Gerrie Kneteman won altijd op de verjaardag van zijn vrouw, zijn moeder of zijn schoonmoeder. Jan Raas won een massasprint in de Tour nadat hem een dag er voor om onduidelijke redenen de gele trui geweigerd werd. Barry Hoban mocht winnen nadat Tom Simpson een dag eerder het leven verloor. Lance Armstrong jaren later droeg de overwinning op aan Fabio Casartelli.

Wielrenners lijken veel meer drama in hun levens te hebben dan andere sporters. Ik kan me alleen Pete Sampras herinneren tijdens de Australian open, die tijdens de kwartfinalepartij tegen Jim Couriers in huilen uitbarstte toen een supporter hem opriep te winnen voor zijn coach Tim Gullikson en Nigel de Jong die een gele kaart kreeg omdat hij tot twee keer toe een T-shirt liet zien met een foto van zijn onlangs overleden vriend Luciano van den Berg.

Paolo Bettini schreef onlangs een nieuw hoofdstuk in dit tragische boek. Binnen een maand tijd werd hij Wereldkampioen op de weg, verloor hij zijn broer Sauro bij een auto-ongeluk en won hij een van de mooiste klassiekers op fenomenale wijze, De Ronde van Lombardije. Zelfs zijn concurrenten gunden hem de zege, ook al hadden ze er alles aan gedaan om zelf de overwinning te behalen.

Het gezicht van Bettini tijdens die laatste meters is onvergetelijk. Verdriet, zoals alleen Italianen dat kunnen laten zien. De gebaartjes die bij voetballers zo vervelend zijn, waren totaal niet misplaatst. De verwijzing naar het shirt, die regenboog die hem een maand voordien zo belangrijk leek, daarna de kussen richting de hemel, daar waar hij zijn broer ziet. Geen mens met enig gevoel in zijn donder kon deze beelden onbewogen bekijken. Menig wielerliefhebber zat met tranen in zijn ogen te kijken naar de laatste meters in Como.

Paolo Bettini had dit drama niet nodig om geliefd te worden. Al jaren zorgde zijn aanvallende manier van rijden ervoor dat liefhebbers uit binnen- en buitenland hem elke overwinning weer gunden. Als hij won, dan had hij die zege ook verdiend, gestolen zeges, zoals menig sprinter ze pakt, zijn hem totaal onbekend. Maar niet alleen wanneer hij wint won hij sympathie, zeker ook in zijn nederlagen was hij groot. In de Tour leek het soms wel of hij de rol van een andere favoriet van mij, Laurent Jalabert, wilde overnemen. Een lange ontsnapping in een bergetappe zonder enig perspectief, maar toch vertrekken. Mooie beelden.

Dit decennium is er geen renner die zich zo kan richten op een wedstrijd als Bettini. Na een aantal jaren als knecht van Bartoli won hij in 2000 zijn eerste klassieker, Luik – Bastenaken – Luik. De klassiekerkoning was geboren. Hij won vele klassiekers en etappes in grote ronden. Pieken deed hij vooral bij kampioenschappen. Hij werd meerdere malen Italiaanse kampioen, Olympisch kampioen in 2004 en Wereldkampioen in 2006. Wedstrijden die veel moeilijker te winnen zijn, tenslotte moet je op die dag de sterkste zijn, een ronderenner heeft altijd meerdere dagen of zelfs weken om zijn zege veilig te stellen.

Die zege in de Olympische wegwedstrijd kan ik me nog goed herinneren. Ik was vroeg op het vliegveld van Ushaia, de meest zuidelijke stad ter wereld, in Argentinië en zat te wachten op mijn vlucht. De televisie laat allerlei bewegende beelden zien van sporten die me niet interesseren. Tot ik over mijn boek heen ineens een lege weg zag en me realiseerde dat ik wel eens wat fietsers voorbij kon zien komen. Een paar seconden later komt Bettini in beeld en fiets over een witte lijn. Zonder geluid moet ik gokken wie er achter hem aan fietsen. De uitslag verschijnt in beeld, maar voordat ik de andere medaillewinnaars kon lezen waren we alweer terug bij judo. Ik had mijn handbagage nog geen minuut zonder toezicht gelaten. Ik wilde eigenlijk juichen bij die televisie, maar wanneer je bijna alleen bent op een klein vliegveld, ben je je erg bewust van het beeld dat anderen van je hebben. Een vliegveld verder kom ik wat Italianen tegen en trots vertel ik ze wat ik zag. Ze blijken geen sportliefhebbers.

Sindsdien fietste hij met een gouden helm. Weer stoort het me niet. Cipollini in zijn nadagen kwam zielig over. Bettini mag met een gouden helm fietsen. Het boerenkopje van Il Grilo (de krekel) onder die helm geeft al aan dat we niet met een glamourrenner te maken hebben.

Volgens mij is de carrière van Bettini bijna compleet. Er is nog maar een wedstrijd die niet op zijn erelijst staat, die er wel op hoort, die past bij een renner van zijn klasse. Maar of zijn teammaat Tom Boonen hem volgend jaar de Ronde van Vlaanderen laat winnen, ik waag het te betwijfelen.

Wielerhelden: Joop Zoetemelk

10 maandag okt 2005

Posted by Gerbie in Wielerhelden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Joop Zoetemelk, wielerheld, wielrennen

De Vlaamse schrijver en performer Tom Lanoye vertelde het ooit vrij duidelijk. Hij schreef een verhaal over cultuurverschillen tussen Nederlanders en Vlamingen aan de hand van een voorbeeld over het nachtleven in Antwerpen. De Belgen zijn gewend de kastelein te beledigen als die aankondigt de zaak te sluiten. In Nederland betekent de laatste ronde precies dat. In het verhaal worden de Nederlanders voor alles en nog wat uitgemaakt. “Die koningin van jullie, aardig mens zeg. Die fokt er niet naast. En edele gelaatstrekken! Waar bij een sterveling de wangen zitten heeft zij twee kogelbiefstukken hangen.” En als eenmaal de trend gezet is: “En dan die Zoetemelk. Goede coureur. Altijd het initiatief.” In de bandopname die ik van dat verhaal heb (uit het boek “Vroeger was ik beter”) wordt het woord “altijd” extreem langgerekt uitgesproken. De algemene mening van de Belgen over Joop was al jaren bekend. Zijn hele carrière kwam Joop niet af van het imago van wieltjesplakker. Alsof het zo’n schande is dat je niet uit het wiel van Merkcx kunt komen. Zat er nog iemand anders in het wiel?

Kijk je naar zijn erelijst, dan moet je tot de conclusie komen dat Zoetemelk wel een hele grote moet zijn geweest. Diverse klassiekers, tig ereplaatsen in de grote rondes en dan die twee overwinningen die hem legendarisch maken: De Tour de France en het Wereldkampioenschap. Toch blijft er twijfel. Joop had niet de uitstraling van een kampioen, reed niet als een kampioen en won niet als een kampioen. Cynici wezen op het uitvallen van Hinault en de geniepige wijze van demarreren in de finale van het WK, waarna ploegmaten uit binnen- en buitenland de benen stil hielden. Is Joop dan toch niet zo’n grote held?

In mijn jeugd moest ik hem wel als held zien. Ik was tien toen hij de Tour de France won. Voor de eerste Nederlandse tourwinst kwam ik een jaar te laat op deze aarde. Pas in het tijdperk Hinault leerde ik het genot kennen van drie weken van je zomer opofferen aan een sport. Het genot van luisteren naar Radio Tour de France en het kijken naar het laatste uur op de televisie. Chauvinisme is iets dat ik later in mijn leven heb afgeschaft, maar toen wist ik nog niet beter. De pers, wetende dat het goed is voor kijk-, luister- en verkoopcijfers, wakkeren dat gevoel graag aan. Dus was Joop een held. Niet mijn streekgenoot Hennie Kuiper, maar de bijna Fransman Joop Zoetemelk won de Tour de France en ik zat voor de buis. Nu, bijna een kwart eeuw later zijn andere beelden van Joop uit die tijd beter blijven hangen. Superstars was een programma op de televisie waarin kampioenen uit diverse takken van sport het tegen elkaar opnamen. De voetballers deden het meestal redelijk, de turners en boksers waren fit en hadden coördinatie om vele sporten onder de knie te krijgen. Hockeyer Ties Kruize bewees dat hij een grote had kunnen worden in diverse sporten. Als laatste eindigde steevast de wielrenner. De melkwitte bovenarmen zagen er absurd uit als hij in een hemd aan het hardlopen was. De minstens zo witte bovenbenen staken als bezemstelen onder het korte broekje uit. Het magere lichaam dreef diversen naar de telefoon omdat ze dachten dat er weer een inzamelactie voor Afrika gaande was. Wielrennen is een eenzijdige sport, werd nog maar eens bewezen.

Joop vond het blijkbaar niet erg dat hij voor gek werd gezet. Hij lachte het tandvlees nog eens bloot en haalde weer een laatste plaats. De ware verschrikking voor hem leken de interviews die kampioenen altijd moeten geven. Decennialang is hij niet betrapt op een interessante uitspraak. Als hij weer eens werd gepakt op doping, dan wist hij uiteraard van niets. Ik geloofde hem. De dokters en soigneurs van de ploegen vertelden hem gewoon niets, maar zorgden ervoor dat hij goed geprepareerd aan de start kwam. Na zijn carrière bleek al snel dat Joop aan het stuurwiel van een ploegleiderwagen weinig te melden had. De beste Nederlandse wielrenner aller tijden was geen ploegleidermateriaal. Een PR-baantje was natuurlijk helemaal uitgesloten. Zo nu en dan zien we Joop nog wel eens. Aan het stuur van een gastenauto of op een of andere bijeenkomst waar de hele wielrennerij aanwezig hoort te zijn. Men wil graag horen over zijn glorietijd, maar Joop is niet zo`n prater. Voor de rest renteniert hij heerlijk in Frankrijk, waar hij nog steeds een held is. Iedereen die de grootste wielerwedstrijd weet te winnen, is in dat land verzekerd van eeuwige verering. Zeker iemand die getrouwd is met een Française, dan hoor je er echt bij in Frankrijk.

Kort geleden zagen we hem in het schitterende programma van Wilfried de Jong. De Rotterdammer ging op bezoek bij Zoetemelk in zijn appartement in de Alpen, waar Joop vertoeft als hij gaat jagen. Trots laat Joop het hoofd zien van een gems die hij zelf heeft geschoten. Hij wil het niet over wielrennen hebben, alsof hij niet doorheeft dat niemand in hem geïnteresseerd zou zijn als hij zijn hele leven jager was geweest. De Jong gaat mee de bergen in, samen met Joop en diens jachtmaat. De vriend verteld hoe goed Joop als wielrenner was, terwijl Joop van te grote afstand probeert een gems te raken. De groep jagers is echter tevreden. In het gebied zijn voldoende gemzen aangetroffen om weer een seizoen te mogen jagen. Aan het eind van het programma probeert Joop de kale presentator ervan te overtuigen dat jagen ook een sport is. Het enige juiste antwoord, dat op een fiets over de Alpentoppen klimmen pas echt een sport is, hoort Joop niet.

Joop Zoetemelk, door Jean Nelissen terecht op 1 gezet in de top 100 van beste Nederlandse wielrenners aller tijden, heeft niet de persoonlijkheid van een wielerheld, maar wel de erelijst van een groot wielerkampioen.

Wielerhelden: Harrie Wolters

28 woensdag sep 2005

Posted by Gerbie in Wielerhelden

≈ 4 reacties

Tags

Goor, Harrie Wolters, wielerheld, wielrennen

Begin jaren tachtig volgde ik niet alleen het wielrennen op de televisie, we volgden ook het amateurwielrennen in de regio. Dat had een goede reden. Harrie Wolters was onze lokale held, die in de criteriums in de omgeving aangemoedigd moest worden. Mijn vader, aangestoken door het enthousiasme van Jan, ging regelmatig mee naar de koersen en was dan blij als ik ook meeging. Dit was zeker geen straf, ik vond de sport zo mooi dat ik op hemelvaartsdag naar Nieuw Leusden fietste om hem aan te moedigen in de proloog van Olympia’s tour. Jan ging zelfs zo ver dat hij voor het eerst in jaren op een brommer stapte, stayertraining voor de aankomend toprenner.

Harrie was een mooie renner, had veel talent. Hij zat stil op zijn fiets, de inspanning zag men niet aan hem af. Zoals een goede tijdrijder dat kon. Kenners voorspelden dat hij een grote kon worden. Hij reed in de beroemde Amstel ploeg, in de tijd dat dat een van de beste amateurteams van het land was. Ploegleider Herman Krott voorspelde hem een grote toekomst. “Wijnands, dat kan er eentje worden en Teun van Vliet, als hij doorzet, maar let op Harrie Wolters, dat wordt er zeker een.” De geschiedenis bleek moeilijk te voorspellen. Terwijl zijn minder getalenteerde collega’s bekende professionals werden, werd Harrie oud in de rangen van de amateurs.

Het begon allemaal zo goed. Op de wereldkampioenschappen in Tsjechoslowakije was hij de beste Nederlander. Tijdens een rittenkoers in de Vogezen liet hij zien hoe goed hij werkelijk was. Een kopgroep van acht was meerdere minuten weg en het peloton deed niets. Een renner reed toen maar in zijn eentje naar de kopgroep toe. En later reed hij ook bij die groep weg. Slechts de grote kampioenen konden zulk machtsvertoon tentoonspreiden, zeker op dat terrein. Hij kon zo’n grote kampioen worden.

Maar ergens ging er iets verkeerd. Het bleek dat je ook te veel talent kon hebben. In plaats van twee uur hard trainen, fietste hij vier uur op zijn gemak rond. De Holterbergweg (met een 10% klim, schaars in ons vlakke landje) reed hij weliswaar regelmatig over, maar echt moeilijk maakte hij het zichzelf nooit. Daarbij maakte hij zichzelf niet populair in zijn eigen ploeg. De oude veteranen Hassink en Snoeijink reden daarom eerder tegen hem, dan met hem. En als zelfs je eigen ploeg tegen je rijdt, is het moeilijk winnen. De progressie stokte.

Terwijl wij in Neede, Holten, Nijverdal, Rijssen, Markelo en Wierden de plaatselijke parkoersen al zo goed kenden, dat we precies wisten waar de klimmetjes waren, waar de demarrages zouden plaatsvinden, waar je in de laatste bocht moest zitten om een kans te maken en waar de beste snacks verkocht werden, was Harrie tevreden met meerdere premies en de puntenprijs. Hij vertrok bij de ploeg en reed voor een kleinere ploeg, meestal in zijn eentje, al was dat in de praktijk weinig anders als het rijden in de Amstel ploeg.

Hij stopte op vrij vroege leeftijd en keerde nog een keer terug, maar het heilige vuur ontbrak. Terwijl plaatsgenoot Eric Cent, met minder talent dan Harrie in zijn kleine teen, zich plaatste voor de Olympische spelen van Seoul, op de achtervolging, reed Harrie anoniem rond in de criteriums in de omgeving. Rondjes om de kerk, die niet meer de status hadden als voorheen, steeds minder toeschouwers trokken en gemeden werden door de toprenners. Hij had een goede avond als hij een paar premies pakte, de benzine had terugverdiend en nog wat geld overhield om op zaterdagavond uit te geven. Leven voor de sport had hij nooit gedaan, maar nu deed hij het al helemaal niet meer. Wij gingen ook niet meer naar de koersen die verder weg lagen. Excursies naar Apeldoorn en Eibergen waren overbodig. Slechts de rondes in de directe omgeving gingen we nog. De ronde van Goor miste ik regelmatig, sinds deze op zondagmiddag werd verreden, de middag waarop ik nu voetbalde. Harrie had nog altijd die mooie tred, maar werd verslagen door harkers waar hij vroeger om lachte.

De laatste keer dat ik hem zag, was op een voetbalveld. Hij speelde in het vierde van de plaatselijke concurrent een uitwedstrijd. De voetbalschoenen stonden hem niet en hij had voor de verkeerde club gekozen. Het groen wit paste niet bij zijn stijl van rijden. Blijkbaar heeft hij altijd moeite met de juiste keus.

Wielerhelden – Laurent Jalabert

22 donderdag sep 2005

Posted by Gerbie in Wielerhelden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Laurent Jalabert, Tour de France, wielerheld, wielrennen

Juni 1991 was ik in Frankrijk. Ik werkte in Frankrijk en voor het eerst in jaren kon ik de organisatie van onze tourtoto niet doen. Maar meedoen kon natuurlijk wel. In de tijd voor fax en E-mail belde ik mijn lijstje door naar Nederland. De laatste week had ik natuurlijk elke dag de beroemde Franse sportkrant L’Equipe gelezen, één naam kwam al snel op mijn lijstje. Een Franse sprinter, die in een aantal kleinere koersen al had laten zien mee te kunnen met de top. Jalabert was de naam. Aan de andere kant van de lijn bleef het even stil.

Ik won dat jaar 2 van de 3 toto’s waar ik in meespeelde. 2 keer 200 gulden, zelfs het heel dure telefoontje had ik dik terugverdiend. Jalabert was de sleutel van mijn succes. Mijn overwinningen, mijn ontdekking werden echter overschaduwd door de overwinning van mijn vader bij de allereerste tourtoto van de regionale krant. 3 keer versloeg ik hem dat jaar, maar een decennium later gebruikt hij die overwinning nog steeds tegen me: ik heb immers nog nooit die toto gewonnen, waar duizenden elk jaar aan meedoen.

Pas veel later realiseerde ik me dat dit eigenlijk typisch voor Jalabert was. Goed meedoen, eigenlijk heel vaak de beste zijn, maar net zo vaak realiseert men niet hoe goed hij was. Aan zijn carrière als topsprinter kwam een eind door de overbekende valpartij in de Tour een paar jaar later. Eenmaal had hij de groene trui gewonnen ondertussen. Die valpartij betekende een keerpunt in zijn loopbaan. Voorheen een sprinter, een afwachter, iemand die zich verstopte, nadien werd hij de aanvaller, de man die initiatief nam, die zijn gezicht overal liet zien.

Jalabert werd een complete renner, hij won klassiekers, kleine rittenkoersen, leerde klimmen, kon ineens tijdrijden en werd ineens de zoveelste Franse hoop in slechte wielertijden. Na Hinault en Fignon was er nooit meer een Fransman geweest die serieus mee kon doen om de echte prijs. Om die enige prijs die telt in Frankrijk. Die ene gele trui op de Champs Elysees. Leblanc, Virenque, voordien Mottet en Bernard, allemaal waren ze ten onder gegaan aan de druk, nu had men eindelijk weer een potentiële winnaar.

Maar ook Jalabert kon het niet. Elke keer weer kwam hij naar de Tour met goede voornemens, elke keer weer zakte hij door het ijs. Elke keer weer werd hij in de bergen op afstand gezet. Hij won nog een groene trui, hij won ontelbaar veel etappes in de Vuelta. Hij won zelfs het eindklassement van de Vuelta, een teken dat je toch echt wel een groot ronderenner bent. Maar hij liet het nooit zien in die ene wedstrijd waar iedereen naar keek.

En elk jaar werd ik meer fan van hem. Elke slappe dag in de bergen werd gevolgd door een monsterontsnapping, soms met resultaat, soms ook zonder. De voormalige sprinter was nummer 1 van de wereldranglijst, maar was geen winnaar. Hij won koersen, hij won zelfs mooie koersen, hij won zelfs mooie koersen op een prachtige manier, maar het laatste beeld van Jalabert is toch altijd het beeld van net niet. En net niet winnaars zijn vaak veel populairder dan winnaars. Poulidor was veel populairder dan Anquetil. Hinault werd pas sympathiek toen hij niet onoverwinnelijk bleek.

Jalabert werd een idool in Frankrijk. Men vergaf het hem dat hij al jaren in Spanje reed, men vergaf hem zijn nutteloze ontsnappingen, men vergaf hem zelfs dat hij stakingsleider werd, vakbondsman binnen het peloton. Bij gebrek aan betere idolen, werd Jalabert Jaja. En Jaja (hoe kan ik de uitspraak het best fonetisch opschrijven: Dsjadja?) deed waar hij goed in was. Het winnen van semi-grote koersen, het verliezen van echt grote koersen.

Net als Mart genoot ik voor de buis van een lijdende Jaja. Weer een ontsnapping tijdens het eerste uur, weer een kopgroep die uit elkaar viel op de vele heuvels, weer Jaja die alleen over bleef. En of hij nu erg sterk was of gewoon optimistisch, een goede of een slechte dag had, leed of op souplesse reed, altijd datzelfde gezicht. Die blik die niets prijsgaf. Dat gezicht dat er niet bijster intelligent uitzag. Het prototype van een renner die wielrenner werd, omdat dat het enige was dat hij kon. Niet iemand die ooit een boek van Sartre opende. Eigenlijk precies zoals een wielrenner hoort te zijn. Goed in zijn vak, bezeten van zijn sport, slechts een doel voor ogen: zo veel mogelijk winnen.

En dat deed Jalabert. Hij won etappes in alle drie de grote rondes, overwon zware blessures om weer mee te rijden, alsof hij even twee weekjes op een Caribisch strand had liggen luieren. Hij won een Vuelta en een regenboogtrui. Op het moment dat hij zelf besefte dat hij nooit de Tour zou winnen, deed hij het toch weer verrassend goed. In 2000 speelt hij lang een rol in de Tour, hij pakt het geel zelfs even, rechtvaardige mijn keuze hem, tegen beter weten in, toch weer op te stellen. Nog een jaar later mist hij bijna het hele voorseizoen, maar rijdt toch weer een geweldige tour. Misschien wel meer dan geweldig. Hij wint het Combativité klassement, een klassement op zijn lijf geschreven. Maar hij pakt ook de bolletjestrui. Niet omdat hij de beste klimmer is, maar omdat hij op de juiste momenten de punten behaalde, die de echte klimmers lieten liggen, terwijl de mindere goden hem daar niet konden houden. Een overwinning op routine. Jalabert is daarmee een van de weinigen die zowel de groene als de bolletjestrui naar Parijs wisten te brengen. Een echte kampioen.

Ik zal altijd een fan van Jaja blijven. En met mij een internetfanclub van honderden leden, die over de hele wereld verspreid zitten. Ik zal hem opstellen in tourtoto’s zo lang het hem belieft mee te doen, voor de zekerheid nog een jaar langer zelfs. Hij heeft al aangekondigd dat hij aan zijn laatste seizoen gaat beginnen. Ik zal hem missen. Maar ik zal dit seizoen nog een keer genieten van weer een mislukte aanval, van weer een tweede plaats in een wereldbekerwedstrijd, van een ontsnapping van 138 kilometer, die behalve de ritwinst slechts 12 seconden tijdwinst oplevert. Van dat zwetende gezicht vlak bij de camera, terwijl ik zelfs in close up niet door heb wat er nu werkelijk in dat hoofd omgaat. Jalabert is een legende. Een levende legende. Komt dat zien, het laatste seizoen van mijn held!

Wielerhelden: Alfonso Flores

17 zaterdag sep 2005

Posted by Gerbie in Wielerhelden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Alfonso Flores, Colombia, wielerheld, wielrennen

Columbia is altijd een apart land geweest in de wielerwereld. Een Nobelprijswinnaar als Gabriel Garcia Marquez schreef er ooit een boek over de sport. Al in de jaren zestig had men een sterke generatie renners, met Duarte als grootste talent. Maar de wereld was in die tijd een stuk groter. ‘Even’ naar Europa gaan om te fietsen zat er niet in. Pas vele jaren later was er een generatie die die kans wel kreeg. Lucho Herrera behaalde grote successen, Fabio Parra won in zijn kielzog ook nog enkele mooie etappes in de grote ronden.

Maar de weg werd geopend door de generatie net voor hen. In 1983 deed voor het eerst een team uit Colombia mee in de Tour de France. Amateurs nog wel. De wielerliefhebbers deden een beetje lacherig over het zootje ongeregeld uit het cocaïneland dat uitgenodigd werd. In die tijd waren er nog niet zo veel wielerploegen en de Tourdirectie moest zoeken naar voldoende deelname. De uitnodiging voor de Zuid Amerikanen werd als publiciteitsstunt gezien. Ook bij ons, deelnemers van de Oudste Goorsche Tourtoto, werd de ploeg niet serieus genomen. Bij de vraag: “Wie wordt er op doping betrapt?” (in die dagen waren we nog druk op zoek naar de juiste formule, originele vragen bedenken kostte moeite) kwamen we de Colombiaanse namen tegen. Slechts 1 deelnemer durfde het aan om de kopman van de ploeg op de tiende plaats in het Algemeen Klassement te voorspellen. Meer als geintje, dan als serieuze voorspelling.

De kenners wisten wel beter. Die kopman, Alfonso Florez, won drie jaar voordien de Tour de L’Avenir, een prestatie die niet door iedereen op waarde wordt geschat. De eerste tourweek bevestigde de mening van de leken. De Colombianen reden achteraan in het peloton, hadden geen idee van waaiers, waren betrokken bij valpartijen en stonden allemaal al een straatlengte achter toen de bergen kwamen. In de Pyreneeën verraste men voor het eerst het internationale wielerpubliek. Het was echter niet kopman Flores, maar knecht Edgar Corredor die de show stal. Flores was eigenlijk al over zijn hoogtepunt heen. Zijn mooiste overwinningen behaalde hij in de twee lokale koersen waarvoor zelfs Europeanen het vliegtuig namen, de Clasico RCN en de Ronde van Colombia. Dat hij kopman was van de eerste Colombiaanse tourploeg was een soort eerbetoon.

Jaren later is de drugsoorlog in Colombia op zijn hoogtepunt. Elke week worden er tientallen mensen ontvoerd, vaak rijken, met het losgeld wordt de oorlog gevoerd. De regering heeft erg weinig invloed op het land. Voetballer Escobar wordt vermoord vanwege een eigen doelpunt en wielerheld Herrera, een van de bekendste sporters van het land, wordt ontvoerd. “Is er dan niets meer heilig?”, klinkt er verbaasd vanuit Europa. De nieuwste kampioen Botero durft er niet eens te trainen in zijn eigen shirt, bang als hij is dat men hem herkent en ontvoerd.

Het tragische lot van Alfonso Flores wordt hier pas later bekend. In april 1992 komt hij om het leven. Hij was al een tijdje geen wielrenner meer. Wel leerde hij een dame kennen, die echter de geliefde bleek van een familielid van Pablo Escobar. En Don Pablo was in die tijd de machtigste man van het land. Diens familieleden genoten van de privileges van zijn positie. Flores werd vermoord in Medellin, de drugshoofdstad van de wereld in die tijd. Recht tegenover een supermarkt kreeg hij meerdere kogels op hem afgevuurd, hij overleefde het niet. Weinigen realiseerden zich dat er een groot sportman werd vermoord. Slachtoffer van een crime passionele. Een goede manier om als legende te eindigen, al weet ik zeker dat hij liever in de anonimiteit had verder geleefd.

Tien jaar later zijn Santiago Botero en Victor Hugo Peña betere renners dan hun bekendere voorgangers ooit waren. Laten we hopen dat een tragisch lot, zoals vele voorgangers ondergingen, hun bespaard blijft.

Wielerhelden – Laurent Fignon

11 zondag sep 2005

Posted by Gerbie in Wielerhelden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Laurent Fignon, Tour de France, Wielerhelden, wielrennen

In 1982 zag ik Beat Breu winnen op Alpe D´Huez. Een paar dagen voordien had hij ook al een etappe in de Pyreneeën gewonnen. Hij was dan ook mijn keus voor de eindwinst in 1983. De Tour van dat jaar lag helemaal open. Hinault had jaren gedomineerd, ook in het jaar dat Zoetemelk de Tour won, was de Breton de favoriet. Andere deelnemers in onze poule gokten toch nog op Joop, op de winnaar van het jongerenklassement van het jaar voordien, Anderson, of hoopten op de definitieve doorbraak van Winnen en Van der Velde. Slechts een keer verscheen op de tiende plaats van het eindklassement de nieuwe kopman van de ploeg van Guimard. Het uitvallen van Hinault zou de ploeg niet te boven komen was de algemene gedachte.

Na de eerste bergetappe reed Pascal Simon in het geel, Millar en Delgado waren de outsiders. Toen Simon een paar dagen later opgaf met een gebroken sleutelbeen, stond daar ineens die studentikoze renner uit de ploeg van Guimard in het geel boven op de Alpe D´Huez. Op de laatste zaterdag won hij de tijdrit, maar toch kon hij niet de indruk wegnemen dat hij toevallig de Tour had gewonnen. Bijna 30 jaar na Walkowiak weer een Franse nobody.

Een jaar later was Hinault terug en verwachtte iedereen dat Fignon op zijn plaats gezet zou worden. De meester won meteen de proloog ter bevestiging van die gedachte. Barteau mocht anderhalve week in het geel rijden na een lange ontsnapping, maar de strijd ging tussen de oude en de nieuwe meester. Fignon won de klimtijdrit en pakte de gele trui weer op de Alpe D´Huez. Ter bevestiging won hij de dag erna in La Plagne. En twee dagen later weer op Crans Montana. Met overmacht. En weer twee dagen later de grote tijdrit. Fignon heerste zoals zelfs Hinault niet vaak was gelukt. Met meer dan tien minuten voorsprong stond hij in Parijs als de zelfverzekerde winnaar te glunderen.

Zelf stond ik in Morzine toen hij achter Arroyo zijn trui behield, maar ook de dag erna op Crans Montana, waar ik op de radio zijn komst al had gehoord. Hij stormde de berg op. In mijn herinnering sprintte hij naar boven alsof het de Holterberg was, hij viel de berg aan. De rest kwam er lijdend achteraan. Ik had een nieuwe favoriet.

De toevalswinnaar leek te zijn veranderd in de nieuwe heerser. Het lot bepaalde anders. In 1985 kreeg hij last van een vergelijkbare blessure als Hinault. Welk een ironie. In zijn comebackjaar sukkelde hij verder met allerlei blessures. Pas in 1987 was hij weer van de partij, won een etappe, maar kwam niet verder dan de zevende plaats. In het peloton had hij allerlei bijnamen. Van Zonnekoning tot Professor. Een wielrenner met een bril is altijd een intellectueel. Als hij dan ook nog een zinnig woord uit kan brengen met een microfoon onder zijn neus, dan is hij automatisch een buitenbeentje. Bij het grote publiek was hij zeker niet populair, daarvoor was hij te nukkig, te eigenwijs. Met de pers had hij een haat-liefde verhouding, al was er niet vaak sprake van liefde.

In 1989 leek hij eindelijk weer in de buurt te komen van zijn oude niveau. We zagen een van de mooiste Tours uit de geschiedenis. Niet alleen won de toekomstig superheld Indurain voor het eerst een etappe, maar vooral vanwege de strijd tussen twee kampioenen die beiden van zover waren gekomen. Lemond was de betere tijdrijder, Fignon de ietwat betere klimmer. Lemond verdedigde, Fignon viel aan. De Amerikaan reed in het geel van de 6e tot de 10e etappe, Fignon van de 11e tot de 15e, Lemond weer in de 16e en de 17e, mijn held pakte, voor de derde keer in zijn carrière de trui boven op Alpe D´Huez. Hij viel aan, zelfs in het geel, wetende dat zijn voorsprong niet genoeg zou zijn voor de laatste tijdrit. Hij sloeg een groot gat op weg naar Villard de Lans en ging vol vertrouwen naar Versailles.

Natuurlijk was zijn concurrent de betere tijdrijder, maar hij had toch ook wel eens een tijdrit gewonnen? En dat de laatste tijdrit niet op de voorlaatste dag was, maar op de allerlaatste dag, dat was niet echt van belang. Ook de moderne hulpmiddelen die Lemond tot zijn beschikking had, zoals het triatlonstuur en de zogenaamde ´Calimero´-helm waren aan hem niet besteed. Zijn haargrens was ten slotte al zover geweken, dat zo´n helm hem nauwelijks voordeel zou brengen.

Iedereen weet het resultaat. Acht seconden kwam hij te kort, het kleinste verschil ooit.

De overslaande stem van Smeets, die op honderdvijftig meter voor de finish doorhad dat het onwaarschijnlijke de waarheid werd. Het ongeloof op het gezicht van de Amerikaan. Het zijn herinneringen uit de rijke wielergeschiedenis. Maar niets blijft me zo bij, als het beeld van de verliezer die op de grond zat en zijn wereld zag instorten. Fotograven flitsten recht in zijn gezicht, normaal zou hij er tegen tekeer gaan, of ze zelfs wegslaan, nu leek hij ze niet eens op te merken. Het publiek op de Champs Elysees wist niet waar ze moesten kijken. Naar de feestende massa rond de winnaar, of naar de verliezer, die ze altijd zo arrogant vonden, maar die nu heel menselijk bleek te zijn. Guimard verklaarde iets over een blessure aan het zitvlak. Onverstoorbaar zat hij op de grond en de wereld draaide door. Zijn ziekenfondsbrilletje deed hem nog onsportiever lijken dan ooit tevoren. Wie hem daar gebroken zag zitten, kon zich niet voorstellen dat die man ooit in staat zou zijn 4000 kilometer te fietsen.

Dat beeld van die zittende verliezer, kont op de straat, rug tegen het hek, is het beeld wat de meeste mensen nu bij Fignon hebben. De nederlaag was ook het beslissende moment in zijn carrière. Hij stopte nog niet met fietsen, maar reed zielloos rond. Hij kwam de klap nooit te boven. Zoals ooit met Poulidor het geval was, kreeg ook hij de sympathie van het publiek, juist omdat hij een verliezer was. Na zijn loopbaan belandde Fignon achter de microfoon van Eurosport. Soms is het jammer dat je via de kabel niet de taal van het kanaal kunt veranderen.

Follow Niets is geheel waar, en zelfs dat niet. on WordPress.com

Nu te lezen op dit blog:

  • Zou het bespeeld worden? 4 februari 2023
  • Elvin Post – Arizona Blues 2 februari 2023
  • 229 – Boudewijn de Groot – Welterusten meneer de President 31 januari 2023
  • Mark Perryman – Het filosofen-elftal 28 januari 2023
  • Ruim zes jaar stappenteller 26 januari 2023
  • 228 – Supertramp – Logical song 24 januari 2023
  • 91 doelpunten 21 januari 2023
  • 2022 volgens Deezer 19 januari 2023
  • 227 – Doe Maar – Nederwiet 17 januari 2023
  • Weer voetbalplaatjes 14 januari 2023
  • 2022 volgens Goodreads 12 januari 2023
  • 226 – Buffalo Tom – Taillights Fade 10 januari 2023
  • Stadion Lehmgrube 7 januari 2023
  • 2022 volgens Spotify 5 januari 2023

Recente reacties

Koen op Zou het bespeeld worden?
Koen op Elvin Post – Arizona Blue…
229 – Boudewij… op Gerbie’s top 212: De…
229 – Boudewij… op Gerbie’s top 212
229 – Boudewij… op Gerbie’s top 212
228 – Supertra… op Gerbie’s top 212: De…
228 – Supertra… op Gerbie’s top 212
228 – Supertra… op Gerbie’s top 212
Koen op 91 doelpunten
Koen op 227 – Doe Maar –…
227 – Doe Maar… op Gerbie’s top 212: De…
227 – Doe Maar… op Gerbie’s top 212

Mijn laatste tweets

Mijn tweets

Categorieën

  • Boeken (1.242)
    • Boekbesprekingen 2000 (1)
    • Boekbesprekingen 2001 (1)
    • Boekbesprekingen 2002 (1)
    • Boekbesprekingen 2003 (1)
    • Boekbesprekingen 2004 (1)
    • Boekbesprekingen 2005 (42)
    • Boekbesprekingen 2006 (60)
    • Boekbesprekingen 2007 (50)
    • Boekbesprekingen 2008 (51)
    • Boekbesprekingen 2009 (55)
    • Boekbesprekingen 2010 (50)
    • Boekbesprekingen 2011 (36)
    • Boekbesprekingen 2012 (61)
    • Boekbesprekingen 2013 (76)
    • Boekbesprekingen 2014 (65)
    • Boekbesprekingen 2015 (64)
    • Boekbesprekingen 2016 (70)
    • Boekbesprekingen 2017 (67)
    • Boekbesprekingen 2018 (78)
    • Boekbesprekingen 2019 (68)
    • Boekbesprekingen 2020 (143)
    • Boekbesprekingen 2021 (73)
    • Boekbesprekingen 2022 (30)
    • Boekennieuws (80)
    • De boekenkast van.. (8)
    • NaNoWriMo (9)
  • De Recensieprins (7)
  • De Rijdende Rechter (64)
  • Elders op het web (66)
  • Fictie (8)
  • Fotooo (374)
  • Gastschrijver Peter (3)
  • Gastschrijver Yolanda (6)
  • Gerbie kijkt YouTube (150)
  • Gerbie leest Wikipedia (16)
  • Gerbie schrijft een open brief aan (9)
  • Gerbie's Lifeblog (247)
  • Gerbie's Prijsvraag (71)
  • Gerbie's Recensies Concerten (28)
  • Gerbie's Recensies Televisie (55)
  • Gerbie's Recensies Theater (7)
  • GFC (224)
    • GFC Archief (44)
    • GFC Jubileum (7)
    • Goal Columns (159)
      • Goal Johan 4 (65)
    • Goal Interviews (2)
    • Goal Reisverhalen (8)
  • Goorse vragen (150)
  • In het nieuws (202)
    • Gerbie vindt iets (17)
  • In memoriam (37)
  • Kijk nog eens (212)
  • Kunst omdat het kan (30)
  • Laat eens wat van je horen (47)
  • Lezers helpen lezers (21)
  • Muziek (363)
    • Gerbie's top 212 (237)
    • Muziek 32 songs (9)
    • Muziek column (35)
    • Muziek teksten (7)
    • Tiny Desk Concert (7)
  • Nutteloze lijstjes (30)
  • Overige columns (17)
  • Poëzie (149)
    • Beeldprikkels (6)
    • Haiku (11)
    • Poëzie (91)
    • Vergaderpoëzie (34)
  • Politiek (164)
  • Reizen (244)
    • Mensen (24)
    • Reisboeken (20)
    • Reisverhalen Gerbie on tour (24)
    • Reisverhalen Ik (18)
    • Reisverhalen Natuur (14)
    • Reisverhalen Overig (22)
    • Reisverhalen Reizen (31)
    • Reisverhalen Reizigers (27)
    • Reisverhalen Steden (57)
  • Sport (258)
    • Olympische dagboek Sydney 2000 (14)
    • Olympische Spelen Rio 2016 (6)
    • Olympische Winterspelen 2006 (19)
    • Olympische Winterspelen 2014 (12)
    • Olympische Winterspelen 2018 (18)
    • Overige sporten (21)
    • Sport Column (22)
    • Sportboek (137)
    • Sportpoëzie (2)
    • Sportwedstrijden (10)
  • Suus (109)
    • Papa Gerbie (41)
    • Suus schrijft (64)
  • themaweek (318)
  • Uit de school geklapt (93)
  • Uit het leven gegrepen (43)
  • Uncategorized (3)
  • Voetbal (810)
    • Oranje in 2006 (7)
    • Oranje in 2008 (5)
    • Oranje in 2010 (13)
    • Oranje in 2012 (13)
    • Oranje in 2014 (16)
    • Oranje in 2016 (5)
    • Oranje in 2018 (5)
    • Oranje in 2020 (9)
    • Van der Meest (143)
    • Voetbal column (65)
    • Voetbal EK 2012 (15)
    • Voetbal EK 2020 (19)
    • Voetbal over de wereld (27)
    • Voetbal WK 2010 Zuid Afrika (21)
    • Voetbal WK 2014 Brazilië (49)
    • Voetbal WK 2022 Qatar (88)
    • Voetbalboek (222)
    • Voetbalfoto's (111)
    • Voetbalhelden (50)
    • Voetbalpoëzie (13)
    • Voetbalzondag (60)
  • Wielrennen (345)
    • Wielerboeken (125)
    • Wielerfoto (7)
    • Wielerhelden (9)
    • Wielerliederen (18)
    • Wielerpoëzie (102)
    • Wielerverhalen (18)
    • Wielerwedstrijden (26)
    • Wielrennen Artikelen (26)
    • Wielrennen Columns (24)
  • Z.K.V. (10)
  • Zoektermen stats (23)

Wat lees ik op dit moment?

Populaire berichten & pagina’s

  • 46 - U2 - Bad
    46 - U2 - Bad
  • 36 - Tröckener Kecks - In tranen
    36 - Tröckener Kecks - In tranen
  • Zou het bespeeld worden?
    Zou het bespeeld worden?
  • Rick de Leeuw, Hengelo 10 mei 2019
    Rick de Leeuw, Hengelo 10 mei 2019
  • Babyklappe
    Babyklappe
  • 37 - Chris Willemsen - Dood op de schoen
    37 - Chris Willemsen - Dood op de schoen
  • Hard Gras 76 – Ik wou dat Ed de Goeij zijn bek ‘ns hield
    Hard Gras 76 – Ik wou dat Ed de Goeij zijn bek ‘ns hield
  • Mannen voor vrouwen
    Mannen voor vrouwen
  • Bert Klunder was een held
    Bert Klunder was een held
  • 22 - Henk Spaan - Maldini heeft een zus
    22 - Henk Spaan - Maldini heeft een zus

Gerbie on Facebook

Gerbie on Facebook

Het archief

  • februari 2023 (2)
  • januari 2023 (14)
  • december 2022 (56)
  • november 2022 (44)
  • oktober 2022 (18)
  • september 2022 (6)
  • juli 2022 (24)
  • juni 2022 (16)
  • mei 2022 (14)
  • april 2022 (16)
  • maart 2022 (30)
  • februari 2022 (28)
  • januari 2022 (26)
  • december 2021 (19)
  • november 2021 (7)
  • oktober 2021 (31)
  • september 2021 (26)
  • augustus 2021 (1)
  • juli 2021 (25)
  • juni 2021 (23)
  • mei 2021 (23)
  • april 2021 (42)
  • maart 2021 (34)
  • februari 2021 (119)
  • januari 2021 (23)
  • december 2020 (27)
  • november 2020 (30)
  • oktober 2020 (31)
  • september 2020 (31)
  • augustus 2020 (31)
  • juli 2020 (26)
  • juni 2020 (21)
  • mei 2020 (20)
  • april 2020 (22)
  • maart 2020 (31)
  • februari 2020 (28)
  • januari 2020 (17)
  • december 2019 (16)
  • november 2019 (23)
  • oktober 2019 (32)
  • september 2019 (16)
  • juli 2019 (22)
  • juni 2019 (16)
  • mei 2019 (17)
  • april 2019 (18)
  • maart 2019 (20)
  • februari 2019 (17)
  • januari 2019 (23)
  • december 2018 (14)
  • november 2018 (30)
  • oktober 2018 (31)
  • september 2018 (15)
  • juli 2018 (10)
  • juni 2018 (14)
  • mei 2018 (17)
  • april 2018 (17)
  • maart 2018 (28)
  • februari 2018 (32)
  • januari 2018 (31)
  • december 2017 (28)
  • november 2017 (30)
  • oktober 2017 (3)
  • september 2017 (1)
  • juni 2017 (15)
  • mei 2017 (16)
  • april 2017 (17)
  • maart 2017 (30)
  • februari 2017 (46)
  • januari 2017 (31)
  • december 2016 (22)
  • november 2016 (20)
  • oktober 2016 (23)
  • september 2016 (30)
  • augustus 2016 (31)
  • juli 2016 (27)
  • juni 2016 (18)
  • mei 2016 (21)
  • april 2016 (19)
  • maart 2016 (23)
  • februari 2016 (25)
  • januari 2016 (29)
  • december 2015 (21)
  • november 2015 (20)
  • oktober 2015 (18)
  • september 2015 (23)
  • augustus 2015 (22)
  • juli 2015 (26)
  • juni 2015 (22)
  • mei 2015 (23)
  • april 2015 (21)
  • maart 2015 (28)
  • februari 2015 (24)
  • januari 2015 (25)
  • december 2014 (27)
  • november 2014 (12)
  • oktober 2014 (27)
  • september 2014 (28)
  • augustus 2014 (13)
  • juli 2014 (30)
  • juni 2014 (32)
  • mei 2014 (20)
  • april 2014 (21)
  • maart 2014 (21)
  • februari 2014 (25)
  • januari 2014 (19)
  • december 2013 (20)
  • november 2013 (19)
  • oktober 2013 (20)
  • september 2013 (19)
  • augustus 2013 (19)
  • juli 2013 (19)
  • juni 2013 (29)
  • mei 2013 (29)
  • april 2013 (29)
  • maart 2013 (31)
  • februari 2013 (24)
  • januari 2013 (31)
  • december 2012 (30)
  • november 2012 (30)
  • oktober 2012 (30)
  • september 2012 (29)
  • augustus 2012 (52)
  • juli 2012 (31)
  • juni 2012 (30)
  • mei 2012 (31)
  • april 2012 (30)
  • maart 2012 (30)
  • februari 2012 (29)
  • januari 2012 (29)
  • december 2011 (2)
  • november 2011 (5)
  • oktober 2011 (26)
  • september 2011 (17)
  • augustus 2011 (15)
  • juli 2011 (26)
  • juni 2011 (29)
  • mei 2011 (24)
  • april 2011 (28)
  • maart 2011 (31)
  • februari 2011 (25)
  • januari 2011 (23)
  • december 2010 (29)
  • november 2010 (7)
  • oktober 2010 (28)
  • september 2010 (27)
  • augustus 2010 (12)
  • juli 2010 (22)
  • juni 2010 (28)
  • mei 2010 (29)
  • april 2010 (25)
  • maart 2010 (27)
  • februari 2010 (18)
  • januari 2010 (25)
  • december 2009 (29)
  • november 2009 (28)
  • oktober 2009 (24)
  • september 2009 (26)
  • augustus 2009 (20)
  • juli 2009 (18)
  • juni 2009 (24)
  • mei 2009 (25)
  • april 2009 (22)
  • maart 2009 (26)
  • februari 2009 (24)
  • januari 2009 (22)
  • december 2008 (28)
  • november 2008 (20)
  • oktober 2008 (13)
  • september 2008 (24)
  • augustus 2008 (13)
  • juli 2008 (26)
  • juni 2008 (12)
  • mei 2008 (22)
  • april 2008 (26)
  • maart 2008 (25)
  • februari 2008 (17)
  • januari 2008 (16)
  • december 2007 (25)
  • november 2007 (24)
  • oktober 2007 (20)
  • september 2007 (20)
  • augustus 2007 (7)
  • juli 2007 (9)
  • juni 2007 (5)
  • mei 2007 (19)
  • april 2007 (13)
  • maart 2007 (9)
  • februari 2007 (13)
  • januari 2007 (18)
  • december 2006 (16)
  • november 2006 (17)
  • oktober 2006 (27)
  • september 2006 (23)
  • augustus 2006 (9)
  • juli 2006 (14)
  • juni 2006 (21)
  • mei 2006 (23)
  • april 2006 (26)
  • maart 2006 (31)
  • februari 2006 (38)
  • januari 2006 (23)
  • december 2005 (26)
  • november 2005 (23)
  • oktober 2005 (21)
  • september 2005 (23)
  • augustus 2005 (3)
  • juli 2005 (14)
  • juni 2005 (19)
  • mei 2005 (15)
  • april 2005 (1)
  • maart 2005 (2)
  • februari 2005 (3)
  • januari 2005 (1)

#ikkijkniet Ajax auto boeken boeken 2006 boeken 2007 boeken 2008 boeken 2009 boeken 2010 boeken 2012 boeken 2013 boeken 2014 boeken 2015 boeken 2016 boeken 2017 boeken 2018 boeken 2019 boeken 2020 boeken 2021 boekrecensie boycottqatar Brazilië cabaret citaat column De Muur fcblogbroeders fotooo Frankrijk Gerbie's top 212 Gerbie kijkt YouTube Gerbie on tour geschiedenis GFC Goal Goor Goorse vragen Hans van der Meer Hard Gras in het nieuws In Memoriam Italië Kijk nog eens lezen lifeblog Mart Smeets muziek Nederlands elftal Olympische Spelen onderwijs Oranje politiek poëzie prijsvraag Qatar QuitQatar quote reizen Rijdende Rechter school Spanje sport sportboek sportboeken Suus themaweek Tour de France vakantie Van der Meest Verenigde Staten voetbal voetbalboek voetbalfoto voetbalzondag wielerboek Wielerpoëzie wielrennen WK 2014 YouTube Zuid Afrika

Klik hier als je een mail wilt wanneer er een nieuwe blog verschijnt.

Voeg je bij 626 andere abonnees
februari 2023
M D W D V Z Z
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728  
« jan    

Gerbie leest

  • Abubakari de Vries
  • At the Sea
  • Bad Tourists
  • Beggar
  • Edwin Winkels
  • Koen Schyvens
  • Rob Alberts
  • Rodzooi
  • Oudste Goorsche Tourtoto
  • Goors Nieuws
  • Sport Amerika

Bloglovin’

Niets is geheel waar, en zelfs dat niet. gerbie7's Profile Page

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • Niets is geheel waar, en zelfs dat niet.
    • Doe mee met 64 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Niets is geheel waar, en zelfs dat niet.
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....