• Disclaimer
  • Mijn boeken
  • Twitter
  • Facebook
  • Goodreads
  • Instagram
  • LiveJournal
  • LibraryThing
  • Linkedin
  • Deezer
  • Bookcrossing
  • Hebban
  • Mastodon
  • Boekenblogarchief
  • YouTube
  • Spotify
  • Last.fm
  • Tiktok
  • Polarsteps
  • Tumblr
  • Boekmeter
  • Pinterest
  • MySpace
  • About Me

Niets is geheel waar, en zelfs dat niet.

~ Boeken, voetbal, politiek, nieuws, reizen, onderwijs, wielrennen, kunst, foto's

Niets is geheel waar, en zelfs dat niet.

Maandelijks Archief: juli 2005

Olympische tijdrit

28 donderdag jul 2005

Posted by Gerbie in Wielerwedstrijden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Olympische Spelen, reizen, Sydney, Sydney 2000, tijdrit, wielerwedstrijd, wielrennen

Olympische tijdrit, zaterdag 30 september 2000, Centennial park

Ik ben vandaag op tijd bij het parcours, maar moet wel een nieuwe plek vinden. Het klimmetje in Bronte is niet opgenomen in de tijdrit, dus ik besluit naar Centennial park te gaan, waar niet alleen de start en finish zijn, maar waar ook een big screen staat met daarop alleen maar wielrennen, geen luxe na het debacle van woensdag, toen we hunkerend bij een televisieschermpje stonden te hopen op beelden van de laatste ronden, terwijl er paardrijden, basketball en reclame te zien was.

Lopend van de bushalte richting de finish zie ik de eerste rensters voorbijkomen. Er staat nog bijna niemand hier, behalve dan de gebruikelijke vrijwilligers. Het doet me een beetje denken aan de voorwedstrijden bij de kermiskoersen. Niemand kijkt echt, maar het is wel een echte wedstrijd. Een groot contrast met vele andere Olympische evenementen. Zelfs bij het handbal, waar ze hier niets van begrijpen zat de hal vol. Honkbal trok volle stadions.

Ik probeer informatie te krijgen over de verschillende starttijden en de verschillende groepen van een van de vrijwilligers, maar hij begrijpt het niet en vertelt dat ze een voor een starten. Dat weet ik natuurlijk ook wel, dus ik probeer hem uit te leggen dat er teveel deelneemsters zijn om achter elkaar te laten starten en dat ze dus in groepen moeten starten, maar hij beweert van niet.

Eenmaal in de buurt van de finish krijg ik een startlijst onder mijn ogen en zie dat de dames inderdaad in 2 groepen starten, de heren later zelfs in 3 groepen. De eerste groep is dus bezig met starten, de favorieten bij de dames zitten allemaal in de tweede groep. De vrijwilliger die me het lijstje laat zien is een aardige kerel, ik probeer een gesprek op gang te brengen over de kansen van de diverse rensters en de heren later die dag. Helaas staat er een of andere kerel bij die het gesprek minder leuk maakt. En dan druk ik me nog voorzichtig uit.

Hij zit op een wielrennersfiets, is ook volledig in wielerkleding, maar zijn grijze baard geeft al aan dat hij als wielrenner niet meer serieus genomen hoeft te worden. Woensdag was hij al eens voorbijgekomen, maar toen negeerde iedereen hem. Als gesprekspartner hoef je hem ook niet serieus te nemen concludeer ik, nadat hij bij meerdere namen slechts opmerkingen laat vallen als “O ja, met haar heb ik gisteren gefietst.”, “Haar sprak ik woensdag nog” en “Hij zou waarschijnlijk stoppen om mijn hand te schudden als hij me zag staan”. “Leuk voor je”, denk ik slechts en besluit verder te lopen.

Ik zie Mirjam Melchers nog net starten en zoek daarna een plek net na de start, waar ik de grote namen bij de dames, met Leontien van Moorsel natuurlijk, als favoriete een voor een voorbij zie komen. De rensters komen zo vlak langs de hekken dat wanneer je een foto maakt het lijkt alsof ze je lens inrijden. Leontien schreeuwt net als ik een foto wil maken. Ik ben even bang dat ze van mij schrok, maar de schreeuw blijkt bedoeld voor de motorrijder die vlak voor haar veel te langzaam gaat. Ze ontwijkt de motor maar net en ik heb een foto, maar of die gelukt is, blijft voorlopig een raadsel.

Na de start loop ik naar het grote scherm waar een groepje Oranje fans ongeïnteresseerd rondhangt. Een camerateam staat ertussen en spreekt met enkelen van hen. Meerdere rensters komen voorbij, maar zij nemen niet de moeite om met het gezicht naar het parcours te gaan staan. Slechts als Leontien na de eerste volle ronde voorbijkomt draaien ze zich om, maar wel met een schuin oog naar de camera. Je wilt tenslotte goed op de televisie komen. Ik vind zulke ‘supporters’ irritant. Net als het merendeel van de overige aanwezigen vind ik dat iedereen recht heeft op steun en klap dan ook voor elke renster. Dat je je landgenoten aanmoedigt is logisch, maar als je een beetje liefhebber bent, dan volg je de wedstrijd en moedig je ook anderen aan en kom je niet alleen als er kans is om je volkslied mee te zingen.

Ook Judith Arndt krijgt van mij een extra applaus. Nadat ik dinsdag met haar sprak, heeft ze mijn steun verdiend, het feit dat ze uit Duitsland komt heeft daar dan niets mee te doen. Ook twee van de Nieuw Zeelanders die ik hier nu voor de derde keer deze week tegenkom denken er zo over. Echte wielerfans, geen ‘glory seekers’. Heeft iemand ooit gehoord van rivaliserende wielerfans die op de vuist gaan? Of met elkaar afspreken om in een weiland te gaan vechten?

Leontien is natuurlijk weer de sterkste en wint haar derde gouden medaille. Dit is de eerste keer tijdens deze spelen dat ik bij de medaille-uitreiking aanwezig kan zijn, ik zoek een goede plek, al is dat niet eenvoudig omdat de huldiging plaatsvindt op een gedeelte dat afgesloten is voor het publiek. ‘El Diablo’, die Duitse malloot die bij elke grote wielerwedstrijd ter wereld een poging doet om de aandacht van de wedstrijd naar hem zelf toe te halen, gilt als een tienergroupie tijdens een Backstreetboysconcert wanneer de dames richting het podium gaan, maar behalve een paar Australiërs die het wel grappig vinden dat iemand zich als duivel verkleedt voor een wielerwedstrijd, wordt hij genegeerd.

Ik sta achter 2 kerels in oranje shirts. Ze spreken met elkaar over de sport, totdat het officiële gedeelte begint. “Wat een coup hè van Telekom deze week. Daar willen wij nu ook naar toe, dat model volgen wij. Als sponsor zijn wij al net zover, maar de ploegleiding kan het nog niet helemaal. Raas was natuurlijk een goede renner en hij werkt keihard, maar hij mist nog wel iets.” Hieruit concludeer ik dat de man die voor me staat niet alleen bij de boerenleenbank onder contract staat, maar zeker ook niet voor zijn eigen vliegticket betaald heeft. Even later pakt hij de telefoon en belt met de vip-tribune aan de overkant. “Zeg gefeliciteerd kaerel. We staan aan de overkant, zie je ons? (beiden zwaaien nu tot ze elkaar zien) Prachtige overwinning. Zou je zo even kunnen regelen dat we Leontien nog even persoonlijk kunnen feliciteren, dat zou Frits hier ook erg leuk vinden. Dan regel ik nog wel wat kaarten voor de Hockey finale. Geef me maar een belletje vanmiddag om te zeggen hoeveel je er nodig hebt.” Ik begin langzaam braakneigingen te krijgen, maar hou me in. Ik ben niet als Nederlander herkenbaar dus ik luister, noodgedwongen, verder. “Bij de Hockey gaat dat allemaal net even eens stukje professioneler. Daar hoeft onze baas niet te vragen om kaarten, dat ligt allemaal gewoon klaar. Maar ja, je moet natuurlijk wel de goede mensen hebben.” en “Ik denk niet dat Kees die baan moet nemen, hij kan het natuurlijk wel, maar bij het paardrijden moet je toch uit die sport komen, die achtergrond heeft hij niet.” Tenslotte komt er nog uit “Niet dat ik dat belangrijk vind hoor, maar als sponsor moeten dat soort dingen gewoon voor je geregeld worden, daar moeten die sportbonden voor zorgen. Je pompt er genoeg geld in, dan moet dat een stukje professioneler.”

Ik ben blij wanneer de dames richting podium lopen. Vanaf de eretribune zwaait tante Erica enthousiast naar Leontien. Behalve Tom van ’t Hek herken ik verder geen een van de Oranje blazers. Wel is de hele wielerploeg aanwezig aan de overkant, om de beste wielrenster ooit te eren. Het volkslied wordt nog even gigantisch vals meegezongen door de heren sponsors en het applaus komt daarna van iedereen. Onze vriend van de overkant meldt zich nu bij ons en brabbelt even mee met de twee oranje hemden. Hij stelt de vader van Chantal Beltman voor aan de beide heren, die stond dus net als ik noodgedwongen mee te luisteren. De sponsor denkt even een halve seconde na wie Chantal ook al weer is en complimenteert vader dan met de rol die zijn dochter speelde tijdens de overwinning van Leontien eerder die week. Ik laat de heren sponsors achter en vind een goede plek bij de start, waar de fietsen van de eerste heren op de juiste maten gecontroleerd worden.

Ik zie de eerste starters en keer weer terug naar de plek net na de start waar de renners vlak voor me langs vliegen. Nadat de hele eerste groep onderweg is, keer ik terug naar het grote scherm. Het plekje achter de finish is best mooi, maar je kunt de speaker helaas niet horen. Dus mis je alle tussentijden, iets wat bij een tijdrit juist erg belangrijk is. Bij het scherm is het ondertussen een stuk drukker. Hier hoor je de speakers weer wel, maar erger je je weer aan de onwetendheid van de heren. Ik kan niet eens een voorbeeld meer opnoemen, maar uit alles blijkt dat ze er erg weinig benul van hebben. ‘Hier heb je een A-viertje met gegevens, doe je best maar’, schijnt het advies te zijn geweest. Australië heeft weliswaar enkele grote wielrenners voortgebracht, maar enige wielercultuur hebben ze niet.

In de tweede groep van de heren rijdt Ekimov een prachtige tijd. Altijd een van de outsiders verrast hij toch nog door andere erkende tijdrijders als Millar, Boardman, Kasputis en Dekker op ruime achterstand te rijden. In de laatste groep zitten alle grote namen, inclusief de twee favorieten Ullrich en Armstrong. Het wordt een spannende race. Na een ronde heeft Ekimov nog steeds de snelste tussenstand, maar zitten zowel Ullrich als Armstrong binnen 3 seconden. Wanneer ze voor de laatste keer zijn langsgekomen verhuis ik terug naar de finish. Ik wil de renners zelf zien, niet de beelden. Ik zie de renners finishen en zie dat Jalabert meteen wordt geïnterviewd voor de Franse televisie. Olano stelt weer eens een keer teleur en Klöden was al lang tevreden met zijn medaille woensdag.

De speakers zijn helaas niet hoorbaar hier, zo nu en dan komt er een vlaag over, maar wat er precies gezegd wordt blijft onbekend. Na de laatste renner moet ik dus nog wel even langs het scorebord om te zien wie er nou eigenlijk gewonnen heeft. Het blijkt Ekimov te zijn. Een verrassing dus. Ik heb weer een mooie ochtend gehad en moet me weer haasten om nog op tijd op het werk te komen, wat me zeer waarschijnlijk niet zal lukken. Wie doet me wat?

In de trein concludeer ik dat de organisatie wel wat meer echte wielerkenners had mogen vragen, dan was het allemaal net even iets mooier geweest. Maar echt klagen kan ik niet. Mooie topsport gezien, zonder dat het wat kost. Welke Nederlander heeft dan nog wat te zeuren? Niemand heeft door dat ik bijna een half uur te laat in het Olympisch park ben, ik kan zo aansluiten bij mijn team.

Rik Zaal – Leve het toerisme!

26 dinsdag jul 2005

Posted by Gerbie in Boekbesprekingen 2005

≈ Een reactie plaatsen

Tags

boeken, boeken 2005, boekrecensie, column, lezen, reisboek, reizen, Rik Zaal, toerisme

Rik Zaal – Leve het toerisme! (05-027)

Ik leerde Zaal kennen als radiomaker bij de VPRO. Op AT5 deed hij ooit een mooie reeks samen met Frans Bromet, die ook landelijk ergens tijdelijk te zien was, maar nooit echt doorbrak. Zaal schreef echter ook. Dit boek is een verzameling van columns die ooit in het Parool verschenen. Allemaal over het verschijnsel toerisme.

Het leuke van zijn verhalen is dat hij zich vooral bezig houdt met het verschijnsel toerisme en dus niet vaak een reisbeschrijving neerpent. Hij gebruikt reismomenten, bestemmingen en reizen als kapstok voor observaties die vaak raak zijn. Leuke conclusies over het nut van reisgidsen, de perceptie van tijd onderweg en de voors en tegens van Frankrijk, allemaal komen ze in dit boekje voor. Korte columns, duidelijk gericht op een krantenlezend publiek, maar tijdloos door ze in dit boekje samen te voegen, door ze los te maken van de krantenpagina die het stukje vaak dateert, zonder dat het gedateerd is.

Nummer: 05-027
Titel: Leve het toerisme!
Auteur: Rik Zaal
Taal: Nederlands
Jaar: 1994
# Pagina’s: 112 (4926)
Categorie: Reizen
ISBN: 90-254-5692-8

Peter van Straaten – Vader & Zoon door dik en dun

25 maandag jul 2005

Posted by Gerbie in Boekbesprekingen 2005

≈ 2 reacties

Tags

boeken, boeken 2005, boekrecensie, lezen, Peter van Straaten

Peter van Straaten - Vader & Zoon door dik en dunPeter van Straaten – Vader & Zoon door dik en dun (05-026)

Vader en Zoon was een strip van Peter van Straaten over het generatieconflict. Typisch jaren zeventig product, ook al begon hij al in 1968 met deze strip in het Parool.

De serie wordt door velen gezien als DE strip die de tijdgeest het beste weergaf. De vader, conservatief, altijd in pak, liefst met sigaar, met een gevoel voor humor, tegenover zijn zoon, baardje en bril, typisch product van de jaren zestig, altijd op zoek naar een betere wereld, maar zonder gevoel voor humor. Het knappe zat er in dat je de zoon eigenlijk vaak gelijk wil geven, maar dat je de vader, in al zijn politieke incorrectheid, eigenlijk veel sympathieker vind.

In dit boek is nog opgenomen de “vader en zoon – sport” serie waarin de vader en zoon de successen van Ajax uit die tijd volgen.

Goede boeken om te hebben, klassiekers voor in de kast, teken van de tijd.

Nummer: 05-026
Titel: Vader & zoon, door dik en dun
Auteur: Peter van Straaten
Taal: Nederlands
Jaar: 1973
# Pagina’s: 112 (4814)
Categorie: Stripverhalen
ISBN: 90-6012-203-8

Olympische wegwedstrijd heren

24 zondag jul 2005

Posted by Gerbie in Wielerwedstrijden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Australië, Jan Ullrich, Olympische Spelen, regen, reizen, Sydney, Sydney 2000, wielerwedstrijd, wielrennen

27 september 2000, woensdag

Mijn wekker staat weliswaar erg vroeg, maar echt wakker ben ik er niet van geworden. Van die klap schrik ik wel. Het is onweer en ik zie dat het buiten weer regent. Aangezien ik gisteren al genoeg regen heb meegekregen en niet van plan ben mijn verkoudheid nog eens te voeden, besluit ik mijn wekker nog maar eens te verzetten en op te staan vlak voor de start van het wielrennen. Ik kwam vannacht behoorlijk laat thuis, aangezien ik na de wegwedstrijd voor dames naar de halve finale van het honkbal ben geweest. Na net opgedroogd te zijn van de regen van ’s ochtends, kreeg ik ’s avonds de volle lading. En tot overmaat van ramp werd de wedstrijd nog twee uur gestaakt ook. Het was dus ruim na tweeën dat ik de voordeur pas opende.

Om tien uur zit ik voor de televisie en zie de heren wielrenners op hun fiets stappen. Het is buiten ondertussen opgeklaard en ik heb meteen al de neiging te vertrekken. Ik kijk nog even naar de televisie, zo lang het kan tenminste, maar er zijn vandaag meer belangrijke sporten blijkt, want al snel is het alleen nog maar atletiek, slechts onderbroken voor roeien, op het scherm.

Ik loop dus weer naar ‘mijn’ plekje op het parcours en arriveer er een ruim half uur later en tref behalve Marco, ook de eigenaar van de televisie weer aan. Het schermpje heeft nog steeds atletiek, dus we moeten ons vermaken met de renners die elke 26 minuten voorbij komen. Het is een lange koers, dus de eerste ronden gebeurt er niet echt veel. Er is vandaag wel wat meer publiek dan gisteren, het weer is ook beter ondertussen. Wat heet. Het is zelfs heet.

De Nieuw Zeelanders zijn er weer, in grote getale zelfs en een jong Colombiaans stel staat met een vlag aan de straat te zwaaien naar hun landgenoten die achterin het peloton hangen. Aan de overkant doen een aantal landgenoten van hen hetzelfde. Verder bestaat het publiek vandaag uit de lokale bevolking die een dag heeft vrijgenomen. Aan de overkant hangt een groepje jongeren rond die vanaf het balkon van alles richting de renners schreeuwt, terwijl ze in de voortuin een barbecue hebben staan.

Marco heeft het druk vandaag. Mensen die op de stoeprand zitten en dus met de benen op het parcours, moeten worden gewezen op het gevaar. Velen willen oversteken waar het niet mag en een enkeling doet tevergeefs een poging om zijn rennerslijst te lenen. Maar Marco is ouderwets Oost-Indisch doof voor voorbijgangers die willen weten welk nummer O’Grady heeft of Armstrong, de enige niet Australiër die men hier kent. Gelukkig kent hij mij nog wel en ik mag even de lijst bestuderen en samen met een van de Kiwi’s doe ik een poging de rugnummers van de favorieten, volgens ons tenminste, te onthouden. “Alleen voor degenen die me het beleefd vragen”, lacht Marco naar ons. Wij komen tot het rijtje Bartoli, O’Grady, Jalabert en Zabel.

De ochtend duurt lang, ik concludeer dat het niet eens erg is dat ik de eerste rondes gemist heb, anders was mijn dag te lang geworden, zeker met mijn werk er meteen achteraan. Ik heb nog wel een probleempje. Zodra de koers voorbij is, heb ik namelijk nog zo’n 10 minuten om te verschijnen in het Olympic park, minstens een uur hiervandaan. Ik zie wel hoe de dag zich ontwikkelt.

Zodra de atletiek voorbij is, aan het begin van de middag, hangen we hoopvol rond bij de televisie, omdat ze nu toch zeker wel moeten verder gaan met wielrennen. Na de reclame blijkt dat we het weer mis hebben. Eerst nog wat roeien, een stukje synchroonduiken en dan pas eindelijk wielrennen. Het blijkt een flits te zijn om de Australiërs te vertellen dat er weinig gebeurt is. Tegen de tijd dat iedereen doorheeft dat de televisie in de lucht is, zitten we al weer bij paardrijden. Er wordt een paar keer gevloekt, waarna een paar achterblijvers nog worden aangemoedigd. We vestigen onze hoop op de laatste 2 ronden.

De Nederlandse renners doen het goed, ze zitten continu voorin en Van Heeswijk eerst en later ook Van Bon gaan mee in een ontsnapping. Die laatste ontsnapping lijkt de beslissende, meerdere grote namen en de grote wielerlanden allemaal vertegenwoordigd, niemand zou er achter meer gaan rijden. Maar op de volgende klim zien we dat er een aantal afvliegen en dat anderen uit het peloton naar de kopgroep toe springen. De koers is nu eindelijk echt interessant. Niet dat het de televisie interesseert, daar gaan ze na het paardrijden rustig beginnen met een basketballwedstrijd van de Opals, het Australische damesteam. Even krijgen we in een time-out een paar beelden. We zien onder aan de klim Ullrich ontsnappen, maar voordat we kunnen zien wie er volgt zijn we weer terug bij het paardrijden.

Even later komt Ullrich voorbij, in het wiel van een andere Duitser Klöden. Een renner uit Kazachstan sluit net aan. De kenners zien dat het beslist is. Nog anderhalve ronde en 3 ploegmaten zijn weg. Vinokoerov mag niet winnen, dus is Ullrich Olympisch kampioen. Tevergeefs hopen we weer op de televisie. Na de reclame vallen we in een time-out van de basketbaldames, maar geen woord meer over het wielrennen. Uit de groep demarreert Bartoli nog achter Jalabert aan, ze zouden er misschien nog bij kunnen komen, al is het gat al behoorlijk groot op deze klim. Onze enige stroom van informatie is nu de radio. 2 liefhebbers hebben een walkman aanstaan en houden de rest op de hoogte.

Wanneer de renners voor de laatste keer voorbijkomen hebben de 3 een ruime voorsprong genomen. De groep erachter is iets groter geworden, alleen Jalabert probeert het nog. Tevergeefs. Net zo tevergeefs als onze hoop dat we nog wat zien nu ze voor het laatst voorbij komen. Australische televisie vindt deze sport niet belangrijk. De Nederlanders zijn weggevaagd en hangen uitgeblust achter in het peloton, de Colombianen geven ook weinig reden tot vreugde voor ons jonge koppel voor me en de Nieuw Zeelanders wisten al voor de wedstrijd dat hun landgenoten een enorme prestatie zouden leveren wanneer ze de wedstrijd alleen al zouden uitrijden.

Via de walkmanfans horen we dat Ullrich ontsnapt is, collectief schelden we nog een keer op de televisie, in minstens 5 talen, maar het helpt niets. Niet eens de finish zien we. Teleurgesteld zoek ik de bushalte op. Ik weet wie er gewonnen heeft, kan wel gokken wie zilver en brons kregen en wordt door de buschauffeur niet in de bus gelaten, omdat hij weliswaar stilstaat, maar niet bij een halte staat. Het feit dat ik een Olympisch uniform aanheb, maakt geen indruk.

Ik kom bijna een uur te laat op mijn werk, maar niemand die er iets van zegt. Het voordeel van vrijwilligerswerk.

Vergane glorie

23 zaterdag jul 2005

Posted by Gerbie in Reisverhalen Steden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Australië, Coolgardie, Gerbie on tour, reizen, steden, vergane glorie

Ik kwam aan het eind van de middag aan in Coolgardie, na de hele dag te hebben doorgebracht in Kalgoorlie, de grootste en bekendste plaats in de west Australische goudvelden. Ik nam een kamer in de Railway lodge, een oud gebouw op een hoek in de hoofdstraat, Bayley street. Het hotel was een oud gebouw zoals je ze vaker tegenkomt in plaatsjes die om welke reden dan ook vroeger belangrijker waren dan nu. In vroegere tijden, toen afstanden relatief veel groter waren, waren er vele plaatsen die op belangrijke routes lagen en leefden van degenen die, hier voorbij reizend, moesten overnachten. Het hotel straalde dus uit, wat de hele hoofdstraat ook uitstraalde: vergane glorie.

En op de een of ander manier raakt me dat altijd weer. Plaatsen die die uitstraling hebben, zijn meestal een stuk interessanter om rond te lopen dan plaatsen die midden in die glorietijd zitten. Het hotel had in New Orleans kunnen staan. Een mooi houten gebouw, op de hoek van de straat, met een gigantisch balkon op de eerste verdieping. Binnen was het vergelijkbaar met andere hotels die ooit goed waren en nieuw, maar die niet met de tijd zijn meegegaan. Het is de eerste plek waar ik kwam, waar de prijs voor een overnachting lager is dan wat er in de reisgids vermeld staat. Krakende gangen, open deuren naar kamers die tijdelijk buiten gebruik zijn, een gedeelte van het balkon is met een lint afgezet en er staan een paar kapotte stoelen, een oude koelkast en wat verfbussen achter. In de kamer naast de mijne staan ook meerdere verfbussen, alsof ze bezig zijn met een belangrijke renovatie, alsof de volgende glorietijd er aan staat te komen en het hotel zich daarvoor prepareert. Maar de typische geur van frisse verf ontbreekt, de druppels op de zijkant van de bussen zijn niet recent, want keihard. In de gang staan her en der dingen die ze kwijt moesten, maar waarvoor geen plek gevonden is. Stoelen, keukenmachines die verouderd en kapot zijn en andere troep. De linnenkast staat wijd open en de lakens liggen ongeorganiseerd door elkaar. In het keukentje dat de hotelgasten (ik kwam net iemand tegen in de gang, ik ben niet helemaal alleen) kunnen gebruiken, doet het licht het niet en staat afwas te drogen, dat daar ongetwijfeld ook niet sinds vanmiddag staat.

Op het balkon is het uitzicht over Bayley street prachtig. Aan de overkant nog zo’n oud hotel, maar dan een waarvan de pub beneden nog open is, in tegenstelling tot mijn hotel. Op het bord op het trottoir staat het woord ‘skimpies’, waarmee wordt aangeduid dat de dame die achter de bar staat en je van een glas drinken kan voorzien, vanavond gekleed zal gaan in kleding die normaal gesproken geschikter is voor een bezoek aan het strand. Het balkon kraakt als ik erover loop en een plank geeft zelfs zoveel mee dat ik snel een paar stappen doe om mijn gewicht op wat zekerder stukken hout te laten rusten. Bij de oude leunstoel, kapotte leuningen, staan twee legen flessen cola met twee lege flessen whisky. Toen de avonden nog warmer waren, ik gok zeker een maand geleden, heeft hier iemand een goede avond gehad. Een paar spijlen van de balkonleuning ontbreken, anderen zien er uit alsof het beter is dat ik niet op de balustrade leun. Dat doe ik dus ook maar niet.

Nu het nog schemert, besluit ik om even een stukje te lopen. Aan de overkant van de weg zie ik een paar borden staan en dat is een leuk beginpunt van mijn wandeling. De weg oversteken is vrij eenvoudig, er is erg weinig verkeer. De afstand is echter indrukwekkend. Een straat zo breed heb ik nog niet vaak gezien, ik gok dat het de Champs Elysees concurrentie aandoet. In de tijd voor de auto was het vervoer per door kameel voortgetrokken wagen en die hadden veel ruimte nodig om te keren. De hele hoofdstraat geeft de indruk dat Coolgardie inderdaad ooit een heel belangrijke stad was. Een aantal gebouwen hebben de grandeur van middel- of zuid Europese steden.

De borden die ik zag staan, staan overal in het dorp. Meer dan 100 zijn er, lees ik in een foldertje, voornamelijk langs Bayley street. Ze staan vaak op lege plekken. En daar zijn er veel van in deze straat. Want het dorpje nu, is een stuk kleiner dan dat het honderd jaar geleden was. Het begon allemaal in 1892 toen Arthur Bayley goud vond op de Fly Flat. Binnen een paar uur vertrokken de eerste gelukzoekers, de grootste volksverhuizing in de geschiedenis van Australië begon. Duizenden leefden in tentenkampen een half jaar later, binnen een decennium woonden er 16.000 en was Coolgardie de derde stad in West Australië, een gebied groter dan West Europa.

Nu loop ik rond in een dorpje waar nog geen 10% woont in vergelijking met toen en lees de tientallen borden die her en der verspreid staan. Ze zijn erg interessant. Ik leer hier in een uur meer over de geschiedenis van de goudzoekers dan ik in mijn hele leven tot nog toe wist. En de borden zijn allemaal relevant, de informatie is beknopt, maar informatief. Ze zijn niet zo irritant als in sommige Amerikaanse steden, waar ze vertwijfeld een poging doen om historie te creëren, waar het eigenlijk nooit was.

De 1890’s in Coolgardie waren een zware tijd. Binnen korte tijd was water waardevoller dan goud. Goud werd tenslotte dagelijks gevonden, water was in dit woestijnachtige gebied schaars, terwijl er continu meer vraag naar kwam. In de vele hotels die er waren konden de goudzoekers eten, zonder problemen drinken, maar genoeg water om een douche of bad te nemen was er niet, ze moesten naar een badhuis. De dag dat de waterleiding van een gigantisch reservoir vlakbij Perth, aankwam in Coolgardie was een feestdag. De afstand die afgelegd werd was uniek. Vergelijkbaar zou Parijs zijn water uit de Pyreneeën halen, Londen uit het Lake district.

Coolgardie was een stad voor mannen. Op de foto’s die ook op de borden te zien zijn, zie ik erg weinig vrouwen. Er waren wel families die hier heen trokken, maar voornamelijk waren het kerels. De badhuizen waren alleen voor mannen, de bordelen verschenen vlak na de hotels en de kleine winkeliers zoals slagers, bakkers en kleermakers volgden al snel.

Tijdens de hoogtijdagen waren er diverse kerken, een moskee (voor de Afghanen, degenen die de kamelen reden) en een synagoge. Er waren meerdere banken, hotels en een paar theaters. Het leven was echter hard. Op het Pionier kerkhof, waar binnen twee jaar 33 gelukszoekers eindigen, zijn slechts 6 namen bekend. De andere 27 stierven anoniem. De omstandigheden hielpen niet, de hitte, het zand, het schaarse water, de concurrentie in de zoektocht naar goud.

Hoe donkerder het wordt, hoe dichter ik bij de borden moet staan om ze te kunnen lezen, er is niemand meer op straat, slechts een enkele auto komt voorbij en ik krijg het behoorlijk koud in mijn T-shirt. Maar dit dorpje fascineert me te veel om nu al terug te keren naar de relatieve warmte van het tochterige hotel zonder centrale verwarming. Ik sta nu bijna met mijn neus tegen de borden en moet mijn hoofd heen en weer bewegen om de lange zinnen te kunnen lezen, ik ben ondertussen aan de andere kant van het dorp aangekomen, zo’n 6 blokken weg van mijn startpunt.

Maar zelfs de borden doen mee aan de algemene indruk van vergane glorie die overal van afstraalt. Een enkel bord verschijnt voor de tweede keer voor mijn neus, niemand die blijkbaar controleert welk bord waar staat. Bij meerdere borden is het plastic gebroken, sommige foto’s ontbreken. Behalve vele lege plekken in Bayley street, staan ook meerdere gebouwen te koop of te huur. Gezien de staat van die gebouwen, ben ik ervan overtuigd dat het niet alles hoeft te kosten. Een winkeltje dat handelt in antiek en tweedehandsspullen heeft geen openingstijden meer. Een briefje in de etalage vertelt dat wanneer je iets ziet wat je zou willen kopen, dat je dan het onderstaande telefoonnummer moet bellen.

Op een hoek is weer een lege plek, maar hier is een soort tentoonstelling gemaakt. Volgens het plattegrondje wat ik van de lokale VVV kreeg is dit Ben Prior’s openluchtmuseum. Hier is het te donker en besluit ik dat de volgende ochtend het vervolg van de wandeling hier moet beginnen. Het museum past precies bij de rest van het dorp. Geen toegang, gewoon een open poort. Geen verklaring van wat er ligt, maar alleen een hoop oude troep her en der in het veldje, roestige en kapotte instrumenten uit de goldfields en drie standbeelden, al wordt het niet duidelijk wie er geëerd worden of waarom.

Na een paar decennia was de glorietijd van Coolgardie voorbij, in 1963 sloot de laatste mijn. De meeste hotels, banken, bordelen en winkels, als ze al niet waren afgebrand in een van de vele branden die woeden in Bayley street, waren al 40 of 50 jaar eerder gesloten. Toch kun je Coolgardie geen ghosttown noemen. Die schijnen er wel te zijn, verder in de woestijn, compleet verlaten nadat er steeds minder goud werd gevonden, terwijl zo’n 30 kilometer verderop in Kalgoorlie de ‘golden mile’ werd ontdekt, de rijkste vierkante mijl ter wereld qua goud. Er wonen hier nog steeds meer dan 1000 mensen, er zijn nog steeds een paar winkels.

Nadat ik de volgende ochtend de sleutel achterliet in de lege receptie van het hotel, rij ik nog even rond door een paar van de zijstraten, op weg naar het benzinestation en lees de paar borden die ik had gemist. Een paar kilometer buiten het dorp maak ik een stop bij het kerkhof. Alle religies hebben een eigen hoek, al zijn vele graven niet meer als zodanig herkenbaar. Slechts een paar oude grafstenen uit de tijd van de goudzoekers zijn leesbaar. Maar dat het stadje nog steeds niet een rustiek pittoresk plaatsje is, zoals de VVV ons graag wil laten geloven, is te lezen op een van de meest recente graven, waar een jongen van 16 ligt, ‘willfully murdered by his own brother’ melden zijn ouders.

Achteraf had ik mijn tijd niet in het bekende Kalgoorlie moeten doorbrengen om de goldfields te zien en te begrijpen, maar had ik Coolgardie de hoofdbestemming moeten maken. Achteraf..

(Coolgardie, Australie, mei 2001)

Goal, september 1992

22 vrijdag jul 2005

Posted by Gerbie in Goal Johan 4

≈ Een reactie plaatsen

Tags

column, GFC, Goal, voetbal

JOHAN 4

Wat kan voetbal toch mooi zijn! In een seizoen tijd zien we dat het Nederlandse voetbal van een hoog niveau is: Ajax wint de Uefa-cup, met schitterend aanvallend voetbal. Feyenoord komt ver in de Europa cup 2, en wint de KNVB-beker, PSV wordt weer eens kampioen. AC Milaan wordt kampioen van Italië met zijn 3 Nederlanders, Barcelona wordt met 2 spelers en een Nederlandse coach kampioen en wint daarbij ook nog even de Europa cup. In België heeft elke topclub wel een Nederlander in de spits en ga zo maar door.

Wat kan voetbal toch mooi zijn! Nederland wint eindelijk weer van Duitsland en laat droomvoetbal zien, GFC hoeft zich geen zorgen te maken om degradatie en haalt zelfs bijna een periodetitel en het 2e wordt kampioen.

Wat kan voetbal toch mooi zijn! Ajax wint wel maar met mazzel, en raakt na Wouters nog twee goede spelers kwijt en zal Bergkamp ook wel niet kunnen houden. Feyenoord heeft het hele seizoen negatief gevoetbald en scoort zelfs tegen Zwitsers en Albanezen nauwelijks.

Wat kan voetbal toch mooi zijn! Nederland verliest van een zootje bijeengeraapte Denen en GFC raakt zijn beste speler kwijt aan zomaar een amateurclub die toevallig wat (meer?) betaald en moet nu in de veel zwaardere klasse 4b nog maar laten zien dat ze het kunnen maken.

Wat kan voetbal toch mooi zijn! Wat bedenkt Cruyff nu weer voor nieuwtjes? Wie moet er in het eerste? Is die Schouwink werkelijk zo’n goede trainer? Waarom speelt Taument niet in het Nederlands elftal?

Voetbal kan zo mooi zijn omdat iedereen er een mening over heeft, omdat de discussies zo heerlijk eindeloos zijn, en zodoende de week erop zo weer kunnen worden vervolgd. Heerlijk drammen op zondag langs de lijn. En wie er gelijk heeft…. Wat maakt het toch uit; Wat kan voetbal toch mooi zijn!

Olympische wegwedstrijd dames

21 donderdag jul 2005

Posted by Gerbie in Wielerwedstrijden

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Australië, Olympische Spelen, Sydney, Sydney 2000, wielerwedstrijd, wielrennen

Dinsdag 26 september 2000, Olympische wegwedstrijd dames

Al voor zeven uur sta ik op, ik word weer eens gebeld voor een kort Olympisch gesprekje voor Radio Oost. Omdat we net doen alsof het live is, kwart voor zeven ’s ochtends Nederlandse tijd, kan ik niet vertellen dat ik naar het wielrennen ga vandaag, die wedstrijd is dan namelijk al afgelopen.

Op weg naar Bronte, lopend, bel ik nog even naar huis, halfweg vanuit Clovelly. Mijn ouders slapen nog niet, dus die kunnen morgenvroeg nog mooi naar de radio luisteren. Pa wil zelfs opblijven voor het wielrennen, maar ik raad hem aan eerst te gaan slapen, zodat hij de finish nog kan zien.

In Bronte is het nog erg rustig. Van een vrijwilligster krijg ik een plattegrondje met het parcours er op en ze vertelt me ook dat ik een stuk kan afsnijden naar een klimmetje. Perfect dus. Ik vind een prachtig plekje, waar ik de rensters aan kan zien komen en nog een stukje verder kan zien klimmen. Tussendoor kan ik dan op een muurtje zitten. Ideaal voor de wielerliefhebber, het verbaasd me dat het hier zo rustig is. De enige die hier nu staat is de vrijwilliger die dit stuk van het parcours in de gaten moet houden.

Hij is een Zwitser uit het Italiaanse gedeelte van dat land, die al jaren in Australië woont. Marco heeft zelfs nog een deelneemster gevonden met zijn achternaam op de lijst van de rensters. Braendli staat er, de umlaut is niet computervriendelijk. Zelf heeft hij de umlaut en de e allebei weggelaten, in het Engels spreken ze zijn naam toch automatisch goed uit. Marco praat graag, in welke taal dan ook. Italiaans het liefst natuurlijk, maar ook Engels, Frans of Duits (zijn vrouw komt uit Oostenrijk) is geen probleem. Tegelijkertijd houdt hij een oogje op de straat. Er zijn speciale plekken aangewezen waar je mag oversteken, hier mag dat niet en hij heeft een fluitje bij zich om overtreders terug te fluiten. En hij zal het fluitje gebruiken ook, blijkt als een enkele keer iemand het waagt over te steken op een plek waar dat eigenlijk niet mag.

De enige andere man die hier staat blijkt een bewoner te zijn van een appartement hier vlak boven. Hij concludeert dat wanneer we de race een beetje willen volgen, een televisie geen luxe is. Dus komt hij even later terug met een verlengsnoer en een draagbaar toestel en zien we de dames net op dat moment vertrekken uit Centennial park, aan de andere kant van het parcours.

De televisie blijkt een magneet te zijn. Van iets op de heuvel komt eerst een Italiaan aangelopen. Hij kijkt even mee en roept dan naar de andere Italiaanse fans om ook hier te komen. Zij blijken samen de fanclub van de zusjes Cappellotto te vormen, uit een dorpje in de buurt van Padova. Ze hebben allemaal T-shirts aan met de afbeelding van de zusjes erop en geven er een cadeau aan Marco. Ook de Amerikaanse dames die er bij zijn komen staan krijgen een shirt, leuk voor een foto, al kost het wel moeite om in die T-shirts te kruipen, aangezien er geen grote maten meer over zijn. Ik word gevraagd die foto te maken, een bakbeest van een camera wordt me in de handen gedrukt. Ik moet nog even wachten totdat ze allebei het T-shirt aan hebben en de Italiaan trots tussen hen in gaat staan.

De Amerikaanse dames kennen alle rensters uit hun land bij de voornaam, wat vooral goed is wanneer een van de meisjes al in de eerste ronde valt en op achterstand doorkomt. “Go Karen” schreeuwt ons hele clubje nu, maar het helpt niet. Een ronde later is de achterstand opgelopen en geeft ze op als ze de finish haalt.

Ook staat er een Duitse renster bij ons, die haar landgenootjes aanmoedigt. Zelf heeft ze op de baan meegereden en doet ze zaterdag mee aan de tijdrit. Judith Arndt heet ze, lees ik op haar accreditatie. De groene kleur daarvan gaf al weg dat ze een van de sportsters is. Ik ga me echt oud voelen, wanneer ik met haar aan de praat raak. Een jong meisje met geblondeerde haren en een beugel is een Olympisch wielrenster. Als ik haar vraag hoe ze haar kansen inschat, houdt ze haar vingers een stukje uit elkaar. “Eine kleine Chance”, blijft ze bescheiden (of realistisch, dat zien we zaterdag pas). Ze blijft twee rondes bij ons staan en besluit dan om naar Centennial park te lopen, waar ze de finish kan zien, en waar op het grote scherm het beeld wat beter is dan op het kleine televisietje hier.

Het groepje Nieuw Zeelanders dat bij ons komt staan wordt ook steeds groter, maar zonder uitzondering zijn het allemaal experts. Niet alleen kennen ze hun eigen rensters, maar ook de buitenlandse renners kennen ze goed, niet alleen van naam, maar ook wie er goed is waarin en dergelijke. Ik ben tevreden met dit internationale groepje. We lullen continu over wielrennen in het algemeen, de kansen van de rijdsters vandaag en de ontwikkeling van de koers. Dit is een verademing na alle Australiërs die niet verder komen dan “Go Aussie”, maar niet eens weten wie ze aanmoedigen, of om welke sport het gaat.

Al tijdens de eerste klim moest een van de Braziliaanse rijdsters lossen. Janildes Silva geeft echter niet op. Ronde na ronde wordt haar achterstand groter, maar ze zal deze wedstrijd uitrijden. Terwijl grotere namen de pijp aan Maarten geven, verdient zij de sympathie van het publiek door de hele wedstrijd alleen af te leggen. “Go Brasil”, klinkt het steeds vaker en het applaus wordt elke ronde groter. Ze verdient het, haar race is een stuk moeilijker dan die van de vedettes die beter voorbereid op hun gemak in het peloton zitten.

Het is ondertussen gaan regenen. Het kussen dat de eigenaar van de televisie had meegenomen om op te zitten, dient nu als bescherming van de televisie. De wedstrijd is mooi, de Nederlandse dames rijden voorin erg hard, terwijl achterin elke ronde op ‘ons’ klimmetje weer slachtoffers vallen. Beide andere dames, Chantal Beltman en Mirjam Melchers, werken voor Leontien van Moorsel, die vorige week op de baan al goud en zilver won en vandaag weer een van de favorieten is.

Aan het begin van de middag druppelt het nog steeds en is de beslissing niet gevallen. Meerdere groepjes hebben het geprobeerd maar niemand kwam weg. Van de grote groep is nog ruim een derde over als ze voor de laatste keer bij ons voorbijkomen. Dit is de eerste keer dat Leontien voorin te vinden is, maar ook zij komt niet weg. De laatste kilometers kijken we op de televisie. Het is een stuk drukker geworden en veel meer Australiërs zijn er bij komen staan. De Italianen en de Duitse, Judith, zijn verdwenen en de Amerikaanse dames zijn waarschijnlijk ook naar de finish gelopen. De sprint is voor Leontien. Voor het eerst heb ik een Nederlandse medaille live gezien. De supporters uit Oz zijn teleurgesteld dat hun Anna Wilson het niet redde en dat ze niet eens een medaille won. Vierde is een rotplek, maar in wielrennen is het verschil tussen goud en 23e niet in tijd te meten soms. Maar dat realiseren velen zich hier niet. De sfeer is meteen verdwenen. In plaats van een mooie koers te hebben gezien, lijkt het alsof velen alleen maar hoopten op een Australische (gouden) medaille. En dat terwijl ze vanochtend pas in de krant lazen dat Anna Wilson een van de favorieten was.

Ik groet Marco en bedank de eigenaar van de televisie, nadat we juffrouw Silva voor de laatste keer voorbij zagen komen. Ik ben tevreden. Weliswaar zeiknat, maar ik heb een mooie koers gezien. Dat Nederland daarbij ook nog eens won, interesseert me eigenlijk weinig. Ik wil niet worden zoals die vele Australiërs hier, of die in Oranje gestoken ‘glory-seekers’ bij het hockey. Via de kust loop ik naar huis, een mooie wandeling, die me ook over het kerkhof van Waverley brengt. Een van de mooiste kerkhoven die ik ooit zag. Heeft weliswaar niets met wielrennen te maken, maar het heeft als overeenkomst dat het de moeite van het bezoeken waard is.

Vliegers

20 woensdag jul 2005

Posted by Gerbie in Reisverhalen Overig

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Nieuw Zeeland, reizen, vlieger

Vanaf de heuvel vlak bij de kust, daar waar zoals gebruikelijk in de meeste steden de dure huizen staan, en die ik had beklommen om het uitzicht over de zee, zie ik in de verte een paar dingen in de lucht vliegen die ik eerst voor paragliders aanzie (er zijn aan die kant van Nelson ook heuvels), maar die bij nader inzien vliegers blijken te zijn. En aangezien ik op deze winderige zondag toch niets anders te doen heb dan rondlopen in het kleine stadje aan de noordkust van het zuidereiland van Nieuw Zeeland, loop ik naar het park waar het vliegerfestival plaatsvindt.

Op weg ernaartoe concludeer ik dat ik totnogtoe in mijn leven niet echt een gelukkige relatie met vliegers heb gehad. Mijn eerste vlieger kreeg ik op een verjaardag. Een paar maanden later, op een mooie lentedag zouden we het ding uitproberen. Aangezien mijn ouders niet al te veel vertrouwen hadden in mijn capaciteiten als vliegersamensteller, deden zij het werk voor me, de latjes en het stuk plastic werden aan elkaar vastgemaakt en we konden beginnen. Gelukkig hadden we een grote tuin, dus achter het huis konden we proberen het ding het luchtruim in te zenden.

Het bleek te lukken. Al snel had mijn vader de vlieger professioneel opgelaten (heet dat zo?). Mijn “papa, nu wil ik” werd genegeerd, het ding moest hoger. Het touw werd verder afgerold en hoger ging het. Mijn smeken hielp niets, ik mocht mijn eigen vlieger niet vasthouden. Daarvoor was ik nog te klein, redeneerden mijn ouders. Waar ze echter niet op hadden gerekend was het feit dat het touw wel netjes om een stuk hout zat, maar dat het niet vastgemaakt was door de fabriek. Dus toen het touw geheel afgewikkeld was, had mijn vader een stukje hout in de hand en vloog de vlieger met de wind mee de tuin uit. Mijn protest dat ik de vlieger nog niet eens zelf had vastgehouden, ging ten onder in het gelach van mijn moeder. Op de fiets probeerde mijn vader het ding nog terug te halen, maar de wind was sneller dan hij was en ik heb de vlieger nooit weer gezien.

Vandaag in het park is er een groot gebied afgezet en hangen een aantal gigantische vliegers in de lucht, vastgebonden aan auto’s en tractoren. Een teddybeerachtig geval en een inktvis. Een hagedis en een vliegtuig. Meerdere grote vliegers hingen midden in het park. Om het afgezette gebied heen liepen vele ouders met hun kroost, velen hadden een kleine vlieger meegenomen, die de kinderen trots vasthielden. Aan de andere kant van het park is het druk, dus daar zal wel wat aan de hand zijn en ik besluit er dus maar een kijkje te gaan nemen.

Ik hoor over de speakers dat er zo meteen nog een heat gehouden zal worden, dus ik zet me in het gras en denk nog eens terug aan de andere minder succesvolle ervaring met vliegers in mijn leven. Ik werkte op een camping in Frankrijk, waar ik de jeugd vijf uur per dag moest bezighouden. Twee sessies per dag, twaalf per week moest ik invullen. Na twee weken was ik door ideeën heen. En ook al kun je vele dingen regelmatig herhalen, om het voor mezelf leuk te houden, probeer ik eens wat nieuws. Vliegers maken dus. In een of ander knutselboek had ik gezien dat het niet al te moeilijk kon zijn en ook al had ik twee linkerhanden, ik had het idee dat ik er zeker een drie-uurssessie mee kon vullen. Het voordeel was namelijk dat de sessie begon met een wandeling naar het bos, waar de kinderen twee geschikte takken moesten vinden die later het frame van de vlieger zouden vormen. De wandeling, het zoeken en het terugwandelen namen al bijna de helft van de benodigde tijd in beslag.

Eenmaal terug bij mijn tent gaf ik dan papieren uit die ze in een ruitvorm moesten knippen en dan schilderen of tekenen, zodat het niet zo maar een vlieger zou worden. De eerste keer deed ik nog een poging de twee takken voor de kids met touwtjes aan elkaar te knopen, maar al snel had ik door dat plakband veel effectiever was. Het frame plakten we dan op de achterkant van het kunstwerkje en onderaan kon dan nog een staart gehangen worden. Een behoorlijk stukje werk, met soms verrassend mooie resultaten, met slechts een klein nadeel. Vliegen zou het ding nooit. De takken waren te zwaar, het papier niet sterk genoeg, het touw niet lang genoeg.

Meestal vertelde ik de kids aan het eind van de sessie dat het ding echt kon vliegen, als ze maar hard genoeg liepen voordat ze het loslieten. Een enkele keer, in een sarcastische bui, liet ik ze in een lijn voor mijn tent opstellen, waarna ze allemaal zo hard mogelijk moesten lopen, op mijn signaal. Terwijl sommigen zich de longen uit het lijf liepen, stonden mijn collega’s en sommige ouders lachend aan de rand van het veld te kijken, naar vele kleurige vliegers die toch nooit het luchtruim zouden zien. Maar ik had er tenminste weer drie uur opzitten en kon die middag met een korte sessie van twee uur mijn werkdag afsluiten. Zelf maakte ik eigenlijk nooit een voorbeeld, meestal waren er wel een of twee elfjarige meisjes die sowieso een mooiere vlieger dan ondergetekende konden maken.

De wind is gedraaid en de grote bakbeesten van vliegers moeten verplaatst worden, anders kan de volgende heat niet plaatsvinden. Hoe er wedstrijden gehouden kunnen worden is me een raadsel, maar ik ben nieuwsgierig genoeg om te blijven kijken. De regels blijken simpel. Alle deelnemers hebben een vlieger van gelijke afmetingen (iets meer dan twee meter doorsnee geloof ik) en laten die na een signaal vliegen. De kunst is dan om de andere vliegers neer te halen. Dat kan blijkbaar door met de touwen de tegenstander af te snijden of door een bepaald punt van de vlieger aan te raken, waardoor de balans verstoord wordt. De winnaar is uiteindelijk de vlieger die het langst in de lucht blijft.

De heat begint en duurt veel minder lang dan gedacht. Al snel zijn er erg weinig vliegers over, terwijl een aantal eigenaars aan de rand van het park achter hun vliegers aanrennen. De winnaar is een paarse vlieger. De speaker is enthousiast en vertelt dat door dit resultaat nog een heat gehouden moet worden. Het publiek vindt het wel goed, ze vermaken zich wel met hun eigen vliegers, in het treintje dat rondgaat, of met hun picknick. Een groep mongolen staat te kijken, maar hun enthousiasme lijkt eerder gebaseerd op het feit dat ze een dagje uit zijn en allemaal een flesje cola gekregen hebben, dan vanwege de vliegerwedstrijd.

De volgende heat begint wat later omdat de wind nu is gaan liggen, wat de speaker de mogelijkheid geeft een hele verhandeling te houden over de gebruikelijke windrichtingen op zondagmiddag in dit park in Nelson, terwijl de deelnemers aan de wedstrijd geduldig wachten op het begin van de heat. Als ze eenmaal bezig zijn, lijkt volgens mij de beste tactiek buiten het gedrang blijven. Meerdere vliegers gaan per tweetal naar onderen, met alle touwen in een bijna niet te ontwarren knoop.

Er is nog een laatste heat nodig, met dubbele punten, waarvoor maar vier deelnemers worden uitgenodigd. De finale dus. De laatste twee in die finale nemen er de tijd voor, de speaker verwart de namen van de deelnemers en niemand weet wie er nu uiteindelijk gewonnen heeft, al is het waarschijnlijk een Brian, aangezien de laatste twee allebei Brians waren. De zon is ondertussen ook doorgebroken en ik blijf heerlijk in het gras liggen met een boek erbij. Het is een mooie zondag.

(Nelson, Nieuw Zeeland, januari 2001)

Marek vd Jagt – De geschiedenis van mijn kaalheid

08 vrijdag jul 2005

Posted by Gerbie in Boekbesprekingen 2005

≈ 1 reactie

Tags

Arnon Grunberg, boeken, boeken 2005, boekrecensie, lezen, Marek van der Jagt

Marek van der Jagt – De geschiedenis van mijn kaalheid (05-024)

Ooit las ik een boekenweekessay getiteld ‘Monogaam’. Erg interessant. Niet dat ik er zo weg van was, maar het was wel een boekje dat aanleiding gaf tot discussie met andere lezers, wat voor mij een goed teken is. Pas later werd bekend dat Van der Jagt een pseudoniem was van Arnon Grunberg. Hij won op deze manier twee keer een debutantenprijs. Of dat eerlijk was of niet, dat moet hij zelf maar bepalen.

Dit boek, goed voor een prijs dus, stond daarna te wachten in mijn boekenkast. Eindelijk las ik het. Net als bij andere boeken van Grunberg leest het verhaal lekker vlot. Dat hoeft niet altijd een pre te zijn, maar het helpt wel. Het verhaal zelf stelt eigenlijk minder voor. Sterker nog, ik denk dat ik dit boek met de helft van de bladzijden ook nog had begrepen.

Centraal thema is de zoektocht van de schrijver naar een ‘amor fou’. Het wordt een obsessie voor hem, zeker na zijn ontmoeting met 2 Luxemburgse meisjes. Een bibliothecaresse volgt, zij ontmaagdt hem. Zijn obsessie verdwijnt niet. Ondertussen bepaalt het leven van zijn moeder, die er vele minnaars op na houdt, het gezinsleven. Aan het eind denkt hij overigens wel zijn ‘amor fou’ gevonden.

Van der Jagt bestaat ondertussen nu niet meer, Grunberg schrijft weer alleen maar onder zijn eigen naam. Een andere roman staat nog op zijn naam. Misschien moet ik die ook maar lezen om een goed oordeel te kunnen vormen over de kortstondige carrière van Van der Jagt.

Nummer: 05-024
Titel: De geschiedenis van mijn kaalheid
Auteur: Marek van der Jagt (Arnon Grunberg)
Taal: Nederlands
Jaar: 2000
# Pagina’s: 254 (4384)
Categorie: Literatuur
ISBN: 90-5226-902-5

Tour de France, juli 1984

07 donderdag jul 2005

Posted by Gerbie in Wielerwedstrijden

≈ 1 reactie

Tags

Frankrijk, Morzine, Tour de France, wielerverhaal, wielrennen

Morzine

“Papa wat staat daar?”
“Kappert”, zei de vader, na enige aarzeling. Hij sprak het uit op zijn Frans. De ‘t’ aan het eind negerend, de ‘er’ langgerekt, zodat het geheel rijmt met het Franse woord ‘compere’. “Da’s een wielrenner jongen. Een Franse wielrenner.” En wij zaten aan de kant van de weg en zeiden niets.

We zitten in Morzine, precies een kilometer voor de finish, we kwamen vanochtend aanrijden toen ze net de plek uitzochten waar de rode vlag kon hangen, in een tijd dat dat nog gewoon een rood stuk textiel was, geen opblaasbaar gevaarte met alle sponsors erop. We wisten dat dit een goede plek was om te zitten vandaag.

Het jaar is 1984 en we zijn op vakantie in Frankrijk. Weliswaar hebben we allemaal moeite om een paar woorden Frans achter elkaar te rijgen, maar we zijn ook fanatieke fans van de Tour de France, op mijn kleine zusje na dan, maar die is de jongste en in de minderheid. Het is niet de eerste keer dat we een etappe zien. In eerdere jaren zagen we Ludo Loos winnen in Prapoutel. De etappe waar we, nadat de laatste renner langs was gekomen een half uur lang in het stukje bos achter onze auto op zoek gingen naar de bidon die een van de renners wegwierp, maar meer dan een leeg bierflesje vonden we niet. We stonden op de Alpe D’huez, waar Alban een vergeefse poging deed Beat Breu te achterhalen, in de tijd dat je nog ’s ochtends de beroemde berg kon oprijden en een redelijk plekje kon vinden en we zouden een dag later de oppermachtige Laurent Fignon zien winnen op weg naar Crans Montana, behalve de tour won hij ook 5 etappes dat jaar.

Morzine was de finishplaats van een lange etappe. We waren de dag ervoor al over de Joux Plane gereden, op zoek naar een mooie plek om te staan, maar besloten deze keer in het dorp te staan. De renners komen dan weliswaar iets sneller voorbij, het is tenslotte aan het eind van de afdaling, maar er is een hoop meer te beleven en te zien in het bergdorpje. Dit jaar doen de Nederlanders het slecht. Zoetemelk is nu echt te oud, regionale held Veldscholten is niet zo goed als gehoopt en tegen de tijd dat de Tour in Morzine komt, is er eigenlijk geen Nederlander meer die nog een rol van betekenis speelt.

Maar wij hebben die spuitbus verf bij ons. In voorgaande jaren begon het namen op de weg schrijven net populair te worden, dus wij waren dit keer voorbereid. In de schilderswinkel van een oom en tante, waar we toen nog wel goed mee konden opschieten, kregen we de bus met korting en de hele vakantie had dat ding achter in de kattenbak gelegen, wachtend op het moment dat wij ons ook bij de ‘echte’ wielerfans konden scharen. En we hadden de beste plek gevonden die er is. Zelfs in de samenvatting van twee minuten laten ze het moment zien dat de uiteindelijke etappewinnaar onder de rode vlag doorkomt. Televisiebeelden waren dus een garantie. Maar welke naam moeten we op de straat schrijven?

Het was mijn moeder die het idee had. “Kappert” zegt ze. Als enige die die naam niet haar hele leven gevoerd had, had ze het beste idee. Dus terwijl Morzine zich langzaam begint op te maken voor de finish, achter ons op een sportveld de helikopters van de televisie startklaar gemaakt worden, boven ons op de weg een man op een ladder de laatste touwen van de rode vlag vastknoopt, zit ik op mijn knieën op de weg en begin met het spuitbusje onze familienaam op de weg te schrijven. Grote dikke letters, tussendoor elke keer de bus schuddend om het ding aan de praat te houden (ik krijg bewondering voor graffiti artiesten, want dit valt niet mee), duurt het een behoorlijke tijd voordat de naam er staat. Als ik bij de tweede ‘P’ ben, komt een groepje Amsterdammers langs die me er op wijst dat “Kapelaan met slechts 1 ‘P’ geschreven wordt”. Nieuwsgierige voorbijgangers zoeken in hun startlijst naar de renner wiens naam met deze letters begint en kunnen hem, natuurlijk, niet vinden.

Na een tijdje staat de naam op de weg, precies onder de vlag. Met het laatste restje dat nog in de bus zit, maken we de letters nog wat dikker en daarna kunnen we genieten van het resultaat. En dat komt meteen. Nog nooit hebben we onze eigen naam zo vaak gehoord. Op allerlei verschillende manieren wordt de naam uitgesproken. De klemtoon wordt verschillende keren verlegd. Kappert is een Duitse naam, een Italiaanse, maar meestal een Franse renner. Bijna niemand heeft door wie Kappert nu eigenlijk echt is.

Wanneer mijn moeder, mijn zusje en ik voor een wandeling naar het centrum lopen, de finish bekijken en het hele circus daaromheen, blijft mijn vader alleen achter. Hij zit in zijn tuinstoeltje bij de auto, aan de rand van de weg en doet een oog dicht, maar slapen doet hij niet. Keer op keer hoort hij iemand die zijn naam probeert uit te spreken. De Nederlanders zijn het leukst, wanneer ze na het eerst goed te hebben gelezen, concluderen dat het dat niet kan zijn (tenslotte rijden er nog maar een dozijn rond en dan hadden ze deze renner toch moeten kennen?), en alsnog een poging doen de naam op zijn Frans uit te spreken.

De etappe was prachtig. Vanaf half twee (een half uur voordat de uitzending begint), hebben we radio Tour al op de autoradio, op die frequentie die je in Nederland niet krijgt, maar alleen kunt ontvangen als je dicht genoeg bij het vliegtuig bent dat het signaal van de motoren verder zend. We kunnen dus ook de communicatie horen die buiten de uitzending blijft. We horen dat Delgado is gevallen in de afdaling, we weten dat zijn ploegmakker Arroyo de eerste is die straks bij ons voorbij zal komen. En we weten dat we de televisie halen vandaag.

Een half uur na de eersten komt de grote groep voorbij met bijna alle Nederlanders. Het lijkt niet echt een zware etappe te zijn geweest voor deze groep. Leo van Vliet komt rechtop zitten juichend voorbij, wanneer hij wordt aangemoedigd door de groep uit de bus van Sauna Diana, de fanatieke volgers die jaar in jaar uit weer naar de tour gaan en die we ondertussen ook al meerdere keren waren tegengekomen.

Thuis in Nederland zag bijna niemand de naam. Men lette er niet echt op. Slechts Oma had de naam zien staan. Ze wist dat we bij die etappe zouden zijn, keek dus de hele middag naar de uitzending vanwege het kleine kansje dat ze haar dochter en de familie kon zien. Toen ze de naam op de weg zag staan, durfde ze het niemand te vertellen, bang dat men haar zou uitlachen. Een paar weken na de tour kregen we van vrienden van vrienden een videoband te leen. Een recorder hadden we nog niet, maar die konden we ook wel lenen. Ook zij hadden de naam zien staan en hadden toen besloten de band te bewaren. Uiteindelijk hadden we het bewijs dat onze opzet geslaagd was. Duidelijk zichtbaar voor iedereen die weet waar ze naar moeten kijken. Het was de eerste en laatste keer dat we meededen aan de rage. In volgende jaren verschenen er zoveel namen op het asfalt dat die ene niet meer zou opvallen, daarbij kon het succes toch nooit meer geëvenaard worden, laat staan overtroffen. Stoppen op je hoogtepunt, slechts een enkele renner kan hetzelfde over zichzelf vertellen.

← Oudere berichten
Follow Niets is geheel waar, en zelfs dat niet. on WordPress.com

Nu te lezen op dit blog:

  • 235 – Breeders – Cannonball 28 maart 2023
  • Toen Ajax Europa veroverde 25 maart 2023
  • Lale Gül – Ik ga leven 23 maart 2023
  • 234 – Leonard Cohen – Suzanne 21 maart 2023
  • Ouderavond 20 maart 2023
  • Contract voor het leven 18 maart 2023
  • Jesse Frederik – Zo hadden we het niet bedoeld 16 maart 2023
  • 233 – Michael Nyman – The heart asks pleasure first 14 maart 2023
  • Vanaf het kasteel 11 maart 2023
  • Gerard Haverkort @ Almelo 9 maart 2023
  • 232 – Marianne Faithfull – As tears go by 7 maart 2023
  • De blik van Van Gaal 5 maart 2023
  • Stilstaande trein 4 maart 2023
  • Geel 3 maart 2023

Recente reacties

235 – Breeders… op Gerbie’s top 212: De…
235 – Breeders… op Gerbie’s top 212
235 – Breeders… op Gerbie’s top 212
235 – Breeders… op 78 – Pixies – Wher…
234 – Leonard… op Gerbie’s top 212: De…
234 – Leonard… op Gerbie’s top 212
234 – Leonard… op Gerbie’s top 212
233 – Michael… op Gerbie’s top 212: De…
233 – Michael… op Gerbie’s top 212
233 – Michael… op Gerbie’s top 212
232 – Marianne… op Gerbie’s top 212: De…
232 – Marianne… op Gerbie’s top 212

Mijn laatste tweets

Mijn tweets

Categorieën

  • Boeken (1.245)
    • Boekbesprekingen 2000 (1)
    • Boekbesprekingen 2001 (1)
    • Boekbesprekingen 2002 (1)
    • Boekbesprekingen 2003 (1)
    • Boekbesprekingen 2004 (1)
    • Boekbesprekingen 2005 (42)
    • Boekbesprekingen 2006 (60)
    • Boekbesprekingen 2007 (50)
    • Boekbesprekingen 2008 (51)
    • Boekbesprekingen 2009 (55)
    • Boekbesprekingen 2010 (50)
    • Boekbesprekingen 2011 (36)
    • Boekbesprekingen 2012 (61)
    • Boekbesprekingen 2013 (76)
    • Boekbesprekingen 2014 (65)
    • Boekbesprekingen 2015 (64)
    • Boekbesprekingen 2016 (70)
    • Boekbesprekingen 2017 (67)
    • Boekbesprekingen 2018 (78)
    • Boekbesprekingen 2019 (68)
    • Boekbesprekingen 2020 (143)
    • Boekbesprekingen 2021 (73)
    • Boekbesprekingen 2022 (33)
    • Boekennieuws (80)
    • De boekenkast van.. (8)
    • NaNoWriMo (9)
  • De Recensieprins (7)
  • De Rijdende Rechter (64)
  • Elders op het web (66)
  • Fictie (8)
  • Fotooo (374)
  • Gastschrijver Peter (3)
  • Gastschrijver Yolanda (6)
  • Gerbie kijkt YouTube (158)
  • Gerbie leest Wikipedia (16)
  • Gerbie schrijft een open brief aan (9)
  • Gerbie's Lifeblog (248)
  • Gerbie's Prijsvraag (71)
  • Gerbie's Recensies Concerten (28)
  • Gerbie's Recensies Televisie (55)
  • Gerbie's Recensies Theater (7)
  • GFC (225)
    • GFC Archief (44)
    • GFC Jubileum (7)
    • Goal Columns (160)
      • Goal Johan 4 (65)
    • Goal Interviews (2)
    • Goal Reisverhalen (8)
  • Goorse vragen (150)
  • In het nieuws (202)
    • Gerbie vindt iets (17)
  • In memoriam (37)
  • Kijk nog eens (212)
  • Kunst omdat het kan (30)
  • Laat eens wat van je horen (47)
  • Lezers helpen lezers (21)
  • Muziek (369)
    • Gerbie's top 212 (243)
    • Muziek 32 songs (9)
    • Muziek column (35)
    • Muziek teksten (7)
    • Tiny Desk Concert (7)
  • Nutteloze lijstjes (30)
  • Overige columns (17)
  • Poëzie (150)
    • Beeldprikkels (6)
    • Haiku (11)
    • Poëzie (92)
    • Vergaderpoëzie (34)
  • Politiek (164)
  • Reizen (244)
    • Mensen (24)
    • Reisboeken (20)
    • Reisverhalen Gerbie on tour (24)
    • Reisverhalen Ik (18)
    • Reisverhalen Natuur (14)
    • Reisverhalen Overig (22)
    • Reisverhalen Reizen (31)
    • Reisverhalen Reizigers (27)
    • Reisverhalen Steden (57)
  • Sport (258)
    • Olympische dagboek Sydney 2000 (14)
    • Olympische Spelen Rio 2016 (6)
    • Olympische Winterspelen 2006 (19)
    • Olympische Winterspelen 2014 (12)
    • Olympische Winterspelen 2018 (18)
    • Overige sporten (21)
    • Sport Column (22)
    • Sportboek (137)
    • Sportpoëzie (2)
    • Sportwedstrijden (10)
  • Suus (110)
    • Papa Gerbie (42)
    • Suus schrijft (64)
  • themaweek (325)
  • Uit de school geklapt (93)
  • Uit het leven gegrepen (43)
  • Uncategorized (3)
  • Voetbal (814)
    • Oranje in 2006 (7)
    • Oranje in 2008 (5)
    • Oranje in 2010 (13)
    • Oranje in 2012 (13)
    • Oranje in 2014 (16)
    • Oranje in 2016 (5)
    • Oranje in 2018 (5)
    • Oranje in 2020 (9)
    • Van der Meest (145)
    • Voetbal column (65)
    • Voetbal EK 2012 (15)
    • Voetbal EK 2020 (19)
    • Voetbal over de wereld (27)
    • Voetbal WK 2010 Zuid Afrika (21)
    • Voetbal WK 2014 Brazilië (49)
    • Voetbal WK 2022 Qatar (88)
    • Voetbalboek (222)
    • Voetbalfoto's (113)
    • Voetbalhelden (51)
    • voetballied (1)
    • Voetbalpoëzie (13)
    • Voetbalzondag (60)
  • Wielrennen (345)
    • Wielerboeken (125)
    • Wielerfoto (7)
    • Wielerhelden (9)
    • Wielerliederen (18)
    • Wielerpoëzie (102)
    • Wielerverhalen (18)
    • Wielerwedstrijden (26)
    • Wielrennen Artikelen (26)
    • Wielrennen Columns (24)
  • Z.K.V. (10)
  • Zoektermen stats (23)

Wat lees ik op dit moment?

Populaire berichten & pagina’s

  • De posters van de E3 prijs (Harelbeke)
    De posters van de E3 prijs (Harelbeke)
  • Ouderavond
    Ouderavond
  • De rode stoel van Graham Norton
    De rode stoel van Graham Norton
  • Tommy Wieringa – Een mooie jonge vrouw
    Tommy Wieringa – Een mooie jonge vrouw
  • Hugo Walker fanclub
    Hugo Walker fanclub
  • Open brief aan Rik Letteboer
    Open brief aan Rik Letteboer
  • Jan Mulder – Mobieliquette
    Jan Mulder – Mobieliquette
  • Rorkes Drift, Zuid Afrika
    Rorkes Drift, Zuid Afrika
  • Peter van Straaten – Vader & Zoon gaan het helemaal maken
    Peter van Straaten – Vader & Zoon gaan het helemaal maken
  • Jeroen van Merwijk – Bestemming Paradijs
    Jeroen van Merwijk – Bestemming Paradijs

Gerbie on Facebook

Gerbie on Facebook

Het archief

  • maart 2023 (16)
  • februari 2023 (17)
  • januari 2023 (14)
  • december 2022 (56)
  • november 2022 (44)
  • oktober 2022 (18)
  • september 2022 (6)
  • juli 2022 (24)
  • juni 2022 (16)
  • mei 2022 (14)
  • april 2022 (16)
  • maart 2022 (30)
  • februari 2022 (28)
  • januari 2022 (26)
  • december 2021 (19)
  • november 2021 (7)
  • oktober 2021 (31)
  • september 2021 (26)
  • augustus 2021 (1)
  • juli 2021 (25)
  • juni 2021 (23)
  • mei 2021 (23)
  • april 2021 (42)
  • maart 2021 (34)
  • februari 2021 (119)
  • januari 2021 (23)
  • december 2020 (27)
  • november 2020 (30)
  • oktober 2020 (31)
  • september 2020 (31)
  • augustus 2020 (31)
  • juli 2020 (26)
  • juni 2020 (21)
  • mei 2020 (20)
  • april 2020 (22)
  • maart 2020 (31)
  • februari 2020 (28)
  • januari 2020 (17)
  • december 2019 (16)
  • november 2019 (23)
  • oktober 2019 (32)
  • september 2019 (16)
  • juli 2019 (22)
  • juni 2019 (16)
  • mei 2019 (17)
  • april 2019 (18)
  • maart 2019 (20)
  • februari 2019 (17)
  • januari 2019 (23)
  • december 2018 (14)
  • november 2018 (30)
  • oktober 2018 (31)
  • september 2018 (15)
  • juli 2018 (10)
  • juni 2018 (14)
  • mei 2018 (17)
  • april 2018 (17)
  • maart 2018 (28)
  • februari 2018 (32)
  • januari 2018 (31)
  • december 2017 (28)
  • november 2017 (30)
  • oktober 2017 (3)
  • september 2017 (1)
  • juni 2017 (15)
  • mei 2017 (16)
  • april 2017 (17)
  • maart 2017 (30)
  • februari 2017 (46)
  • januari 2017 (31)
  • december 2016 (22)
  • november 2016 (20)
  • oktober 2016 (23)
  • september 2016 (30)
  • augustus 2016 (31)
  • juli 2016 (27)
  • juni 2016 (18)
  • mei 2016 (21)
  • april 2016 (19)
  • maart 2016 (23)
  • februari 2016 (25)
  • januari 2016 (29)
  • december 2015 (21)
  • november 2015 (20)
  • oktober 2015 (18)
  • september 2015 (23)
  • augustus 2015 (22)
  • juli 2015 (26)
  • juni 2015 (22)
  • mei 2015 (23)
  • april 2015 (21)
  • maart 2015 (28)
  • februari 2015 (24)
  • januari 2015 (25)
  • december 2014 (27)
  • november 2014 (12)
  • oktober 2014 (27)
  • september 2014 (28)
  • augustus 2014 (13)
  • juli 2014 (30)
  • juni 2014 (32)
  • mei 2014 (20)
  • april 2014 (21)
  • maart 2014 (21)
  • februari 2014 (25)
  • januari 2014 (19)
  • december 2013 (20)
  • november 2013 (19)
  • oktober 2013 (20)
  • september 2013 (19)
  • augustus 2013 (19)
  • juli 2013 (19)
  • juni 2013 (29)
  • mei 2013 (29)
  • april 2013 (29)
  • maart 2013 (31)
  • februari 2013 (24)
  • januari 2013 (31)
  • december 2012 (30)
  • november 2012 (30)
  • oktober 2012 (30)
  • september 2012 (29)
  • augustus 2012 (52)
  • juli 2012 (31)
  • juni 2012 (30)
  • mei 2012 (31)
  • april 2012 (30)
  • maart 2012 (30)
  • februari 2012 (29)
  • januari 2012 (29)
  • december 2011 (2)
  • november 2011 (5)
  • oktober 2011 (26)
  • september 2011 (17)
  • augustus 2011 (15)
  • juli 2011 (26)
  • juni 2011 (29)
  • mei 2011 (24)
  • april 2011 (28)
  • maart 2011 (31)
  • februari 2011 (25)
  • januari 2011 (23)
  • december 2010 (29)
  • november 2010 (7)
  • oktober 2010 (28)
  • september 2010 (27)
  • augustus 2010 (12)
  • juli 2010 (22)
  • juni 2010 (28)
  • mei 2010 (29)
  • april 2010 (25)
  • maart 2010 (27)
  • februari 2010 (18)
  • januari 2010 (25)
  • december 2009 (29)
  • november 2009 (28)
  • oktober 2009 (24)
  • september 2009 (26)
  • augustus 2009 (20)
  • juli 2009 (18)
  • juni 2009 (24)
  • mei 2009 (25)
  • april 2009 (22)
  • maart 2009 (26)
  • februari 2009 (24)
  • januari 2009 (22)
  • december 2008 (28)
  • november 2008 (20)
  • oktober 2008 (13)
  • september 2008 (24)
  • augustus 2008 (13)
  • juli 2008 (26)
  • juni 2008 (12)
  • mei 2008 (22)
  • april 2008 (26)
  • maart 2008 (25)
  • februari 2008 (17)
  • januari 2008 (16)
  • december 2007 (25)
  • november 2007 (24)
  • oktober 2007 (20)
  • september 2007 (20)
  • augustus 2007 (7)
  • juli 2007 (9)
  • juni 2007 (5)
  • mei 2007 (19)
  • april 2007 (13)
  • maart 2007 (9)
  • februari 2007 (13)
  • januari 2007 (18)
  • december 2006 (16)
  • november 2006 (17)
  • oktober 2006 (27)
  • september 2006 (23)
  • augustus 2006 (9)
  • juli 2006 (14)
  • juni 2006 (21)
  • mei 2006 (23)
  • april 2006 (26)
  • maart 2006 (31)
  • februari 2006 (38)
  • januari 2006 (23)
  • december 2005 (26)
  • november 2005 (23)
  • oktober 2005 (21)
  • september 2005 (23)
  • augustus 2005 (3)
  • juli 2005 (14)
  • juni 2005 (19)
  • mei 2005 (15)
  • april 2005 (1)
  • maart 2005 (2)
  • februari 2005 (3)
  • januari 2005 (1)

#ikkijkniet Ajax auto boeken boeken 2006 boeken 2007 boeken 2009 boeken 2010 boeken 2012 boeken 2013 boeken 2014 boeken 2015 boeken 2016 boeken 2017 boeken 2018 boeken 2019 boeken 2020 boeken 2021 boekrecensie boycottqatar Brazilië cabaret citaat column De Muur Duitsland fcblogbroeders fotooo Frankrijk Gerbie's top 212 Gerbie kijkt YouTube Gerbie on tour geschiedenis GFC Goal Goor Goorse vragen Hans van der Meer Hard Gras in het nieuws In Memoriam Italië Kijk nog eens lezen lifeblog Mart Smeets muziek Nederlands elftal Olympische Spelen onderwijs Oranje politiek poëzie prijsvraag Qatar QuitQatar quote reizen Rijdende Rechter school Spanje sport sportboek sportboeken Suus themaweek Tour de France vakantie Van der Meest Verenigde Staten voetbal voetbalboek voetbalfoto voetbalzondag wielerboek Wielerpoëzie wielrennen WK 2014 YouTube Zuid Afrika

Klik hier als je een mail wilt wanneer er een nieuwe blog verschijnt.

Voeg je bij 1.896 andere abonnees
juli 2005
M D W D V Z Z
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031
« jun   aug »

Gerbie leest

  • Abubakari de Vries
  • At the Sea
  • Bad Tourists
  • Beggar
  • Edwin Winkels
  • Koen Schyvens
  • Rob Alberts
  • Rodzooi
  • Oudste Goorsche Tourtoto
  • Goors Nieuws
  • Sport Amerika

Bloglovin’

Niets is geheel waar, en zelfs dat niet. gerbie7's Profile Page

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • Niets is geheel waar, en zelfs dat niet.
    • Doe mee met 64 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Niets is geheel waar, en zelfs dat niet.
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....