Tags
boeken, boeken 2006, boekrecensie, Karel van Wijnendaele, lezen, Ronde van Vlaanderen, wielerboek, wielrennen
Karel van Wijnendaele – Het rijke Vlaamsche wielerleven (06-012)
Thematisch lezen is soms leuk. Vlak voor de wielerklassiekers beginnen, lezen over de Vlaamse klassiekers is een goed idee. Een mooi oud boek in de kast is dan helemaal een pre. De oprichter van de Ronde van Vlaanderen, wielerlegende Karel van Wijnendaele stond nog in mijn kast.
Ik kwam het boek tegen in mijn favoriete tweedehands boekenzaak. Ik kreeg wel meteen een waarschuwing mee: “Je weet dat hij fout is geweest tijdens de oorlog?”. Aangezien dit boek over wielrennen ging, was het moeilijk om daar enig bewijs voor te vinden, maar stiekem zoek je er toch naar. Een boek dat in 1943 werd gepubliceerd is in ieder geval niet tegen de bezetter van die tijd geschreven, zover is wel duidelijk. Ergens halverwege het boek in ieder geval een duidelijke aanwijzing dat de schrijver politiek gezien zeker niet aan de linkse kant stond: “Omdat men, ter wille eener stem bij de verkiezingen, predikte dat men ook zonder werken moest kunnen leven! En van den <<dop>> miek men een beroep! Men noemde het werklozensteun. Maar de waarheid is, dat een zeer groot getal menschen niet meer zochten te werken, en van dien steun leefden, op de kosten van de Gemeenschap!…” (blz. 173/174)
Maar goed, afgezien van ’s mans politieke voorkeur, is het zeker interessant te lezen over de Vlaamse wielergeschiedenis. En dan ook nog van iemand zo belangrijk als van Wijnendaele. Want of hij nu wel of niet fout was, of je hem nu mag of niet, of het erg is een Vlaamse nationalist te zijn of niet, Karel was wel een van de allerbelangrijkste figuren in de geschiedenis van de wielersport. Hij was renner, maar vooral ploegleider, scheidsrechter, journalist, organisator van wedstrijden, bestuurder en welke andere rol nog mogelijk is binnen de sport. Nog elk jaar bij de start van de Ronde van Vlaanderen worden zijn woorden bij de start van de eerste ronde ooit, 1912, aangehaald. Gek genoeg, hoeveel zelfverheerlijking er ook in dit boek zit, zijn rol bij het ontstaan van Vlaandrens mooiste wordt nauwelijks belicht in dit boek.
Niet dat hij bescheiden is. Op vele plekken in het boek gebruikt van Wijnendaele de pluralis majestatis. Het duurde even voordat ik doorhad dat hij het alleen over zichzelf had, maar meerdere uitspraken kunnen toch alleen op hem zelf slaan. Daarbij wordt zijn rol als ploegleider van ‘De Flandriens’ zeker niet onderbelicht. Ook zijn alter ego Mac Bolle komt regelmatig voor in de eerste hoofdstukken. Slechts twee keer wordt er op gewezen dat deze man eigenlijk niet bestaat, maar wel dat deze dezelfde achtergrond (en geboorteplek, datum etc.) heeft als de schrijver zelf. De eerste 40 bladzijden van het boek zijn eigenlijk een gedeeltelijke autobiografie, de uitleg hoe de schrijver zo gek werd op de wielersport.
Het boek verder is niet bijzonder goed geschreven. Een bijna saaie opsomming, chronologisch van renners en wielerjaren, vanaf het eind van de 19e eeuw, tot vlak voor de tweede wereldoorlog, met daarin vele beschrijvingen van wedstrijden uit die tijd. En juist dat maakt het weer zo interessant om te lezen voor de wielerliefhebber die ik ben.
Het jargon is wel even wennen, maar eenmaal de juiste vertalingen gevonden en ik las zonder probleem jaar na jaar weg. Miek is de verleden tijd van maken (maakte dus), De zes dagen werd gereden op een velodrom, terwijl als er over wedstrijden op de baan gesproken wordt als het gaat om wegwedstrijden. De Franse stad Roubaix heet gewoon Roobaais, ‘lijk’ betekent zoals.
Maar dan kun je ook genieten van prachtige literatuur: “De verpozing duurt niet lang. Masson heeft zich diep op zijn guidon gebogen, de ruggen plooien, de beenen verdapperen, een nieuwe aanval is begonnen. Sellier verachtert opnieuw, Tilberghien en Mottiat zijn al ver, terwijl Alavoine voor de tweede maal lost.” Of over Henri van Lerberghe (Rieten) die de Ronde in 1919 won, met een kwartier voorsprong aankwam bij de velodrom van Gent en eerst een praatje maakte met wat toeschouwers, voor hij de laatste ronde reed: “Zóó was hij! Macht zonder einde. Die 240km. Waarvan hij er 120 alleen kwam af te trappen, tegen een rekordtempo, die hadden niet de minste pak op zijn sterke gestel, noch op zijn gemoed. Hij stapte van zijn rijwiel om even een <<koetertje>> te slaan, juist alsof er niets gebeurd ware en hij op oefening was!”
Wat van Wijnendaele goed gelukt is, is mij nieuwsgierig maken naar bepaalde renners. De overwinning in de Tour de France van 1912 werd behaald door Odiel Defraeye. Een van de mooiste winnaars in de geschiedenis van de belangrijkste koers ooit. Maar Defraeye won nooit weer. Niet voor niets wordt de Nederlandse schrijver Joris van den Bergh aangehaald in dit boek, met zijn klassieker ‘De mysterieuze krachten in de sport’. Defraeye had al zijn talent en kracht nodig voor die ene prachtige overwinning. Zoals Goethe maar één Faust schreef, een mooie vergelijking. Slechts 4 bladzijden over deze mysterieuze Flandrien.
Mijn kopie van dit boek is goed bewaard gebleven, al meer dan 60 jaar lang. Helaas is het niet perfect. De bladzijden 324, 325, 328, 329, 332, 341, 342 en 348 zijn compleet wit gebleven. Van de bladzijden 344 en 345 is slechts aan de zijkanten een centimeter of anderhalf zichtbaar. Zeker 10 onleesbare bladzijden dus. Ik moet toegeven dat ik ze aan het eind nauwelijks meer miste. Vooral de jaren rondom de eerste wereldoorlog waren erg interessant. Natuurlijk had ik graag meer gelezen over Bartali in de Tour van 1938, maar daarover moet ik Martin Ros dus maar lezen. Girardengo komt er ook bekaaid af.
In het laatste hoofdstuk kan de journalist het toch niet laten om geen advies te geven. Hoe word je een goede wielrenner, wat moet ik doen en wat moet ik laten? 13 bladzijden advies van de oude meester.
Al met al een prachtig boek voor de wielerliefhebber, een klassieker om trots op je plank wielerboeken neer te zetten. Ik ben blij dat ik het eindelijk ook gelezen heb. Het wielerseizoen kan beginnen. Al weet ik nog steeds niet of hij nu wel of niet fout was in de oorlog.
Nummer: 06-012
Titel: Het rijke Vlaamsche wielerleven
Auteur: Karel van Wijnendaele
Taal: Nederlands (Vlaams)
Jaar: 1943
# Pagina’s: 383 (1824)
Categorie: Sport (Wielrennen)
ISBN: nvt