Vraag een aantal wielerliefhebbers naar wielerlegendes en de volgende namen zullen vallen: Merckx, Anquetil, Coppi, Van Est, Bobet en Bartali. Misschien worden er nog een aantal anderen genoemd zoals De Vlaeminck, Gaul, Kubler, Bahamontes of Janssen. Maar de namen Hinault, Zoetemelk en Lemond zullen niet zo snel vallen. En ook Indurain, Ullrich en Armstrong komen nog te kort voor de kwalificatie wielerlegende.
Doe hetzelfde onder voetballiefhebbers. Pele, Puskas, Garrincha, Matthews en Di Stefano. In Nederland Lenstra, Wilkes en Cruijff. Eventueel Maradona en Van Basten. Maar niet Zidane of Kluivert.
Is Indurain een mindere renner dan Anquetil? Ik denk het niet. Toch kreeg de laatste de bijnaam Monsieur Chrono, terwijl de Spanjaard als de saaiste grote kampioen werd uitgeroepen. Is Zidane een mindere voetballer dan Di Stefano? Waarschijnlijk niet, eerder andersom. Toch is Di Stefano legendarisch en moet Zidane maar afwachten of hij dat ooit wordt.
Het verschil is de televisie. Nog niet erg lang geleden waren we blij dat we elke dag een uurtje te zien kregen op de televisie van de belangrijkste klassiekers en de etappes in de Tour de France. Van de Vuelta en de Giro kregen we een samenvatting van een minuut of 5 te zien. En dan nog alleen maar de belangrijkste etappes. Nederland 3 bestond nog niet en de verslaggeving over wielrennen gebeurde via de radio en de kranten. We vertrouwden op de ogen van een ander om te oordelen over een wielrenner. Van de grote vedetten uit het verleden zijn slechts filmbeelden te vinden in het polygoonjournaal. De generatie liefhebbers die de helden uit de jaren ’50 en ’60 nog hebben gezien is langzaam aan het uitsterven. Maar de verhalen blijven en worden alleen maar mooier.
Op die manier werden legendes geboren. Een wandeletappe kon via radio Tour de France toch nog spannend worden. Het is geen geheim dat wijlen Theo Koomen soms een ontsnapping bedacht, die niet bestond. Maar zelfs als hij dat niet deed, dan nog hadden we thuis niet altijd door dat het peloton een rustdag had genomen, we zagen het immers niet zelf. En zodoende werden mooie etappes alleen maar mooier. Een ontsnapping werd steeds heroïscher, een beklimming steeds steiler en een sprint steeds spannender. We zagen het namelijk niet zelf.
Prachtige verhalen over lange ontsnappingen van Coppi, aanvallen van Bahamontes, sterke optredens van Anquetil na een avondje wijn, vrouwen en weinig slaap en het nog immer functionerende horloge van Wim van Est zijn bij een ieder bekend. De aanvallen van Pantani hebben we allemaal kunnen zien. Van begin tot eind. Twijfels zijn ondertussen bekend over hoe hij die aanvallen kon opbrengen. En hoe Riis in zijn nadagen ineens de onverslaanbare Indurain versloeg, is bij de kenners al lang geen geheim meer. Werd er in het verleden niet gebruikt? Vraag het de weduwe Simpson maar. Of Thevenet. Maar er werd minder aandacht aan besteed.
De televisie heeft een hoop kapot gemaakt. De 8 seconden die er zaten tussen Fignon en Lemond waren het kleinste verschil waarmee een Tour de France ooit werd gewonnen. Velen kunnen zich de beelden herinneren van de totaal gedesillusioneerde Fransman op de Champs Elysees. Prachtige televisie. Maar toch zal de legende over 50 jaar gaan over de overwinning van Janssen op Van Springel. Omdat er slechts een paar beelden van zijn. Tegenwoordig kijken we de hele middag naar Milaan – San Remo, terwijl iedereen weet dat het eigenlijk een saaie wedstrijd is, met twee molshopen aan het eind die de koers maken. Zonder televisie hoefden we niet naar de beelden te kijken van een paar hoopvolle kanslozen in een lange ontsnapping en een gesloten peloton wachtend op de Poggio. Zabel kan de koers nog 5 keer winnen, maar zal nooit beschouwd worden als een van de grootste legendes van de koers.
Het is onmogelijk om de techniek tegen te houden. Om voortgang te stoppen. Dus zullen we in de toekomst alleen maar meer te zien krijgen. Nog meer bergetappes van begin tot eind, waarin een gesloten peloton over hoge bergen fietst. Nog meer onbelangrijke voorbereidingskoersen die een hoop publiciteit gaan krijgen. Nog minder mogelijkheden voor de renners om ooit nog een legende te worden. Het voetbal is al lang verpest, eindeloos veel wedstrijden krijgen we elke week te zien. Laten we hopen dat het wielrennen het voetbal niet blijft volgen. Vooruitgang is niet altijd leuk.