Als een van de weinige fulltimers in het onderwijs, weet ik dat ik altijd op vrijdag moet werken. De vergrijzing slaat toe onder leraren, de Bapo-regeling (minder werken voor ouwe lullen) is populair. Vele parttimers zijn het liefst vrij op woens- of vrijdag.
Gevolg is dat hoe laat je ook aan komt, op vrijdag is er altijd plek in de parkeergarage. Maar het leukst is de pauze tussen de middag. Om drie uur werk je meestal door, zodat de klas die nog tot vier uur moet een kwartiertje eerder naar huis kan. Zelf ook natuurlijk.
De middagpauze is gezellig op vrijdag. Op maandag is het een halve vergadering. De week is net begonnen, iedereen moet nog van alles doen en regelen, in de pauze kom je elkaar tegen. Dinsdag is een snelle pauze. Laat vanwege de projectochtend, vergadering begint, snel even brood eten. Woensdag is rustig, velen zijn er niet, het wordt saai. Donderdag is de vermoeidheid merkbaar. Veel geïrriteerde collegae, kleine frustraties, chagrijnige gezichten.
Nee, dan vrijdag. Een klein clubjes werkt. ‘Wij zijn de sukkels’, zeggen we wel eens hard op. We menen het niet. Wij vinden ons vak leuk, wij werken lekker op vrijdag. De school is rustig. Er is genoeg te doen, vrijdags kun je opschieten.
Om een uur of een is er net een halve tafel vol. Normaal moet je zoeken of er nog een stoel is, nu zitten we ruim. Een enkele keer komt er een bittergarnituurtje langs. Niet vaak, moet geen gewoonte zijn, maar wel welkom. Het gesprek gaat bijna nooit meer over school. Pauze is echt pauze op vrijdag. Geen verkapte vergadering, geen moment om even uit te razen, geen (okay, weinig) gemopper, maar gewoon echt pauze. Vandaag ging het over JIT en tepelkloven. Ik zal u de details besparen. Het is bijna weekend, iedereen is opgewekt, de gespreksonderwerpen schieten alle kanten uit.
Misschien dat ik een dezer jaren besluit ouderschapsverlof op te nemen. Maar de vrijdag wil ik met plezier op school zijn. Het werk komt af en de gezelligste pauze van de week gaat me niet mis.