Tags
Oneindig Noord-Holland. Gepubliceerd op 30 maart 2012
Er zijn een paar dingen die je als kind leert en daarna nooit meer afleert. Fietsen is er zo een. Schaatsen een ander. In beide bezigheden weet de gemiddelde Nederlander zich te redden. We fietsen om van a naar b te komen. We fietsen hard, op het gemak en in een groep. We fietsen, in het buitenland, tegen bergen op en verbinden daar een heldenstatus aan. Kortom, we fietsen. In 1971 reden 120 mensen de Ronde van Noord Holland. Blijkbaar hadden we toen andere dingen te doen. Verleden jaar waren dat immers al 7.000 mensen geworden. Vaderlanders die inzagen dat een dagje fietsen goed is voor een heleboel zaken: gezondheid, sociaal gedrag, ontspanning, het dienen van een goed doel, het leren waarderen van de eigen omgeving en het versterken van iets dat we nog in rudimentaire vorm herkennen: uithoudingsvermogen. Gemak maakt lui, staat er op een tegeltje en dat is waar. Fietsen maakt de mens wakker en vraagt aanpassing in de golf van digitale automatismen; je moet trappen, sturen, denken, kijken, opletten, genieten, een beetje pijn lijden en vooral voortgaan. In de komende weken zal ik wat gaan verhalen over fietsen in Noord-Holland, waar ‘we’ altijd wind tegen hebben. Fysiek ja, mentaal echter niet. Wie fietst, komt vooruit, zei mijn opa altijd en ik begreep hem. Ik zal schrijven over de provincie waar wij wonen, over prijzen die te winnen zijn in een tijd dat er over van alles geklaagd wordt. Dan kunnen we met fietsen de neuzen dezelfde kant opkrijgen en samen iets leuks doen. Simpel: door het fietsen door je eigen provincie.
Themaweek 58: DeMart