Jaren lang een column in de Nieuwe Revu. Dat deel van mijn collectie is nog lang niet compleet. Maar er zitten toch mooie stukjes in. Over de nadagen van een oud kampioen. (4 augustus 1993)
Hoogstwaarschijnlijk stapt hij terug met de volgende erelijst van het seizoen 1993: 13e in de Driedaagse van de Panne en 25e in de Ronde van Vlaanderen. Voor de rest niets en nergens. Afgestapt, achtergelaten, achtergebleven en vertrokken door de achterdeur. Greg LeMond zit in Minnesota, zijn pols in het gips, zijn gedachten in de war en niemand in de Europese scene heeft hem dan ook maar een seconde gemist in de Tour. Ja, zijn naam flikkerde even over de kleine computer-schermpjes toen op de laatste Tour-zondagmiddag bekend gemaakt werd dat hij tijdens een training bij hem in de buurt onderuit geslagen was en zijn pols had geknakt. De groep internationale volgers praatte door (over niets), men nam notie van het bericht, de meesten haalden de schouders op. sommigen kregen nog iets van “ach” in de gedachten. want Greg LeMond was immers al vergeten.
Een wonderbaarlijke terugkomst in 1989 had hem een karrelading krediet opgeleverd in de wielerwereld, maar toen hij vanaf 1991 luchtkastelen bestormde en duidelijk werd dat hij in meerdaagse koersen amechtig moest aanpikken, verdween zijn naam voorzichtig naar de categorie ‘have-beens’.
Zijn tergende kwellingen in wedstrijden als de Giro d’Italia en de Route du Sud (voorbereidingsrondjes voor hem op de grote Tour) waren niet om aan te zien. Zei een renner uit de Giro: “Hij loste vaak na een kilometer of dertig al. Niet dat we wandelden. Maar een toerist kon het peloton nog bijhouden. Ik heb wel eens gedacht: wat doet hij hier nog? Wat moet-ie bewijzen? Dan verdween hij zo maar in het achterland en dan zag je wat knechten terugzakken, want zo was het ook. Hij mocht niet alleen sterven.” De woorden kwamen van Bjarne Riis. Ook een wonder in de wielerwereld. Maar anders dan LeMond.
De Amerikaan werd niet gemist tijdens de Tour. ‘Zijn’ GAN-ploeg was een flop. Heel soms durfde de redactie van L’Equipe het nog aan iets over LeMond te schrijven (GAN is immers een hele belangrijke sponsor -9 miljoen- in het Franse fietsen en ook een firma die wel een hele pagina reclame kocht toen Gilbert Duclos- Lasalle uitviel. Daar moet iets tegenover staan) met als hoogtepunt een stuk van een medewerker die naar Minnesota was gereisd om de vleugellamme LeMond daar aan het werk te zien. Trainend, misschien zelfs wel hard trainend: met zweet en een roodaangelopen kop. Om zich te revancheren voor het vreselijke seizoen 1993 dat hij dan nog goed wilde maken met een knallende prestatie tijdens het wereldkampioenschap in Oslo, straks als augustus omklapt in september. Precies de week dat hij in ’83 en in ’89 ook in vorm was en een regenboogtrui kwam afhalen. Maar nee. LeMond was nauwelijks in gang te krijgen, meldde de correspondent en er trok een rimpeling van twijfel door ‘s mans tekst. Zou het ooit nog goed komen?
Je bent zo snel geneigd ‘nee’ te zeggen en misschien moet ik het nu ook maar doen. LeMond is 32 jaar oud (hij is van 25 juni) en heeft de laatste twee jaar geen berg meer behoorlijk opgereden. Maar die kronkelwegen naar de Aubisque of Vars zijn helemaal zijn grootste tegenstanders niet meer.
LeMond de zakenman, de multimillonair, heeft behoorlijke tegenslagen te verwerken gekregen. Heeft zijn vader moeten ontslaan als leidinggevend manager van de fietsenfabriek. Heeft moeten toezien dat hij per week vijftigduizend dollar verlies leed. Heeft geprobeerd de breuk met zijn vader te lijmen, maar natuurlijk bleven er bij die poging flinke splinters over.
En met die achterliggende gevoelens moest hij ook nog trainen. Wat pas later bekend werd: zijn voorbereidingstraining, die hij, eigenwijs als hij is, altijd solo afwerkt in Noord Californië en dus niet bij zijn ploeg in Zuid-Europa, viel totaal in het water. Hevige regenval hield LeMond zeventien dagen van de fiets. Daar in zijn hotelkamer in Californië, voortdurend aan de telefoon, verkeerde dingen etend, verloor Lemond de greep op dit seizoen, verloor hij de aansluiting met het laatste wiel van het peloton.
In zijn drukke sociale leven, zijn zeer te waarderen omgang met journalisten, de tijd die hij aan z’n drie kinderen besteedt bleef nauwelijks nog tijd voor iets dat op geregeld, ascetisch leven leek; een must voor een renner die drie kruisjes achter z’n naam heeft staan. Misschien wel tegen beter weten in, hoopte hij op een goede Tour, maar waar haalde hij die optimistische kijk in hemelsnaam vandaan? Zijn weerstand nam af, hij raakte oververmoeid en een allergie sloop zijn lichaam binnen. In datzelfde lijf zaten nog steeds dertig loden bolletjes van dat ‘freaky’ jachtongeluk uit 1987 en het lichaam van LeMond zei ‘doe het zelf maar. Ik kan niet meer wat drie en vier jaar geleden nog wel ging’.
De familienaam LeMond verliet de Europese wegen op het moment dat hij het bijna drie miljoen-gulden contract (over twee jaar gemeten) bij GAN moest waarmaken.
Waar hij in ’89 een onvergetelijke finale in de Tour neerlegde, waar hij een jaar later zijn ontembare strijdvaardigheid kon tonen. daar was hij nu gedwongen tot een bijna zielig afstappen. Een renner die zo groot was in zijn daden. Die noodlot en medische voorspellingen tartte. Die de wielerwereld zo veel onvergetelijke momenten gaf, moest in de remmen.
Voorgoed? Het lijkt erop. Hij mag dan roepen dat hij graag in Atlanta 1996 tijdens de wegwedstrijd wil starten, maar dat is wel heel erg ver weg. Dat is bijvoorbeeld al, zo lijkt het, te ver voor de generatie echte toppers van nu en die kunnen nog bergen over en splijtende tijdritten afleveren. En in LeMonds bestaan heeft het de afgelopen tijd eigenlijk alleen maar geregend. Waardoor de fiets dus in de schuur bleef. Greg LeMond is een te groot renner geweest om zo, in deze wrede, soms bijna potsierlijke neerwaartse spiraal uit te komen.
Stop gewoon Greg en blijf lekker bij je familie. En dank voor de mooie jaren.
Themaweek 136: Mart Smeets