Backpackers zijn een apart type toeristen. In een van de reisgidsen las ik dat wanneer je reist het niet de beste keus is om low-budget te gaan, het is de enige keus. Het is de enige manier wanneer je werkelijk iets wil meepikken van een cultuur, van een land. Ik ben het daar mee eens, al heb ik mijn eigen manier van reizen gevonden tijdens deze reis. In de supermarkt kijk ik naar de aanbiedingen en de huismerken, maar tussendoor geef ik wel geld uit aan huurauto’s, een avondje stappen en een sportwedstrijd. Reis goedkoop, maar leef niet goedkoop. De backpackers die je onderweg tegenkomt, hebben allerlei nationaliteiten. En op het gevaar af dat ik mensen beledig, zet ik die even op een rijtje. Lees echter goed, dit zijn stereotypen. Niet iedereen valt binnen deze vakjes, de typische Nederlander of typische Duitser bestaat niet. Niemand hoeft zich dus aangesproken te voelen.
Britten. De grootste groep backpackers en meteen de groep die het verst weg zitten van de originele gedachte. De meerderheid gaat slechts naar Australië en Nieuw Zeeland. Daar reizen ze niet omdat ze het land willen zien, of om de cultuur te leren kennen, maar ze zijn op een verlengde vakantie. Een tussenstop in Thailand op de heenreis (en dan bij voorkeur The Beach lezen) en dan weer terug naar de vertrouwde cultuur, met de eigen taal gesproken, pubs en Engelse kranten, Premiership voetbal op de televisie en vele landgenoten om je heen. Bijna net als thuis, alleen het weer is beter en het wakende oog van de ouders is extreem ver weg. Een ‘year out’ is een Britse traditie. Een jaar lang feesten en elk mogelijk slecht gedrag dat daarmee gepaard gaat. Terug thuis kan dan het echte leven weer beginnen met een nieuwe baan of een nieuwe studie. Er zijn hele horden die een jaar weg zijn, maar niets anders doen dan werken en zuipen, vrije dagen zijn om bij te komen, eventueel naar het strand te gaan, maar zeker niet voor een uitstapje of een culturele uiting.
Ieren. Lijken meer op Britten dan ze zelf ooit willen toegeven. Hoe langer ze weg zijn, hoe sterker hun Iers accent wordt, zo lang men ze maar niet verwart met de oosterbuur (waar kennen we dat ook al weer van?). Zoeken elkaar graag op, het liefst in pubs. Een ‘social drink’ is verplicht. Velen hebben er een cultuur van gemaakt de stereotypen te bevestigen.
Duitsers. Eenvoudig herkenbaar. Zij heeft vaak een bandana op hoofd of om nek. Hij heeft de alternatieve look, waar een (vreemdvormige) baard bij hoort. Allebei hebben ze een bril op, die net iets te modern is voor hun gezicht. Je komt ze tegen in museums en vooral natuurgebieden. Er hoeft maar de naam National Park aangehangen worden en de Duitsers komen achter elkaar aan. Alle Duitsers onder 35 doen pogingen om de taal te spreken van het land wat ze bezoeken, Engels en Spaans standaard, aboriginal dialect geen uitzondering. Zij komen het dichtst bij de gedachte achter backpacken. In vergelijking met Duitse toeristen een verademing.
Nederlanders. De Nederlander is niet eenvoudig om mee in contact te komen. Zoeken andere nationaliteiten elkaar op, Nederlanders vermijden elkaar. Zonder uitzondering denken ze dat ze briljant zijn in vreemde talen, een enkeling is dat ook. De eigengereidheid die spreekwoordelijk is, is ook onder backpackers aanwezig. Ook al zegt de reisgids dat je er niet heen moet gaan, ook al raad de lokale bevolking het af, de Nederlander moet het zelf zien om te geloven. Aan de oostkust van Australië, maar ook in zuid Mexico en Guatemala, lijken Nederlanders steeds vaker op Britten, feesten en werken. Verder hebben ze een hekel aan het feit dat ze voor Duitsers worden aangezien, terwijl ze natuurlijk erg veel op de oosterburen lijken.
Canadezen. Erg eenvoudig te herkennen, want geen Canadees verlaat zijn land zonder de vlag op zijn rugzak, jas en T-shirt. De maple leaf dient om de wereld ervan op de hoogte te brengen dat ze geen Amerikaan zijn, hun accent lijkt helaas te veel op dat van de zuiderburen. Zijn de grote buitensporters. Dagenlange wandelingen, kanotochten, skiën en extreme sporten, Canadezen deinzen nergens voor terug. Op de een of ander manier is het percentage Quebecois onder de reizigers veel hoger dan onder de ‘normale’ bevolking.
Scandinaviërs. Zijn in het buitenland een groep. Hun zingende Engels is duidelijk herkenbaar, de onderlinge verschillen zijn miniem. Meestal hebben ze minder vakantie dan andere nationaliteiten en reizen daarom als Japanners of Amerikaanse toeristen in Europa, of in 3 maanden Nepal, Thailand en geheel Australië, of in 3 maanden van Mexico tot aan Santiago de Chile. Door hun snelheid is het niet eenvoudig met ze in contact te komen. Genieten van de verschillende dingen die het leven ver van huis heeft te bieden, lijken een gulden middenweg tussen de Britten en de Duitsers te hebben gevonden. Dus én feest vieren én het land leren kennen.
Japanners. Het zal wel een vooroordeel zijn, maar de eerste indruk die ik kreeg, was dat ze graag slapen. Tien uur per dag en een extra middagdutje is geen enkel probleem. Of ze blij zijn uit het drukke leven thuis te vluchten, of dat ze meer slaap nodig hebben dan anderen is me niet bekend. Ze zijn de punkers van Azië. Waar de gemiddelde Aziaat minstens 18 dubbelgangers heeft, in de ogen van de Europeaan, zorgen de Japanners ervoor dat ze herinnerd worden. Kapsels in vele kleuren, aparte kleding, alleen op de fiets van Alaska naar Argentinie, Japanners doen graag iets aparts. Engels is nog wel eens een probleem, maar de vriendelijke glimlach en het herhalen van ‘oooooo yes’ geven de gesprekspartner meer geduld dan voorheen. Ook op een low budget blijkt het mogelijk om alles en iedereen op de foto te zetten. Volgens mij verkopen ze rolletjes van 72 in Tokio.
Koreanen. Worden te vaak voor Japanners aangezien. Niet geheel onbegrijpelijk, want hoe ik ook probeer, tot ik het navraag kan ik het verschil ook niet zien.
Argentijnen. De rijkste Zuid-Amerikanen. Reizen graag door de rest van Latijns Amerika, de taal is dan tenminste geen probleem. Ben er nog geen tegengekomen die niet minstens een achtste Italiaans bloed heeft, meestal meer. Zonder uitzondering kunnen ze de hele avond discussiëren over voetbal, zijn helaas nog steeds allemaal er van overtuigd dat Maradona de beste speler aller tijden was. Schijnen Pele en Cruijff te hebben gemist.
Zwitsers. Moeilijke groep om te classificeren. Er zijn er niet zo veel van onderweg, de meerderheid uit het Duitstalige gebied. Ondanks het feit dat ze vier talen in hun kleine landje hebben, spreekt de meerderheid slechts hun eigen. De gekke situatie dat twee Zwitsers met elkaar Engels spreken komt dus meer dan eens voor.
Amerikanen. Amerikanen reizen graag in eigen land, slechts een enkeling waagt zich er buiten en doet dan het liefst datgene wat ze thuis niet mogen. Bier drinken op hun 19e, vele dingen in hun sjekkie meedraaien of allerlei andere dingen die thuis verboden zijn. Vinden alles ‘great’ en ‘cool’, maar merken pas op hun eerste buitenlandse reis hoe onwetend ze eigenlijk zijn. Hun eigen onderwijssysteem wordt dan pas voor het eerst aan een kritische blik onderworpen. Verbazen zich over de hoeveelheid buitenlanders die zelfs meer over Amerika schijnen te weten dan zij zelf. Het houdt ze overigens niet tegen om hun mening te uiten, tenslotte is dat een ding dat ze wel geleerd hebben thuis. Geen vervelende reizigers, tenzij je in hun land bent.
Australiërs. De echte reizigers. Niet alleen verkennen ze graag hun eigen gigantische land, maar trekken de hele globe over. Het is erg normaal voor Aussies om een sabbatjaar te nemen om de wereld te zien. Vaak ook wordt een enkele reis Londen gekocht om daar te beginnen. Werk is daar altijd te vinden voor hen en tussendoor doen ze weekendjes Brussel, Amsterdam, Parijs, Brugge, Edinburgh, Dublin en Hamburg. Als ze genoeg gespaard hebben gaan ze op vakantie in zuid Europa, werken nog wat in Londen en gaan dan via Zuid Amerika, Azië of Afrika weer naar huis. Zijn geïnteresseerd in datgene wat ze thuis niet hebben (cultuur), maar een biertje op zijn tijd, lees: elke dag, zullen ze niet afslaan.
Nieuw Zeelanders. Lijden onder hetzelfde probleem als de Ieren, Nederlanders, Canadezen en Koreanen. Binnen twee zinnen in het gesprek hebben ze duidelijk gemaakt dat ze niet uit Australië komen, ook al wonen sommigen al een decennium in het grote buurland. Verschillen ook niet zo veel van de buurman, al moet je ze dat nooit in hun gezicht zeggen. In Sydney en Londen kun je hele groepen tegenkomen, als ze reizen, reizen ze lang, tenslotte is de afstand te groot, waar dan ook naar toe, om slechts een vakantie van twee weken te doen.
Israëliërs. Vertrekken allemaal zodra ze uit militaire dienst komen. Dienst is hun land natuurlijk niet zo eenvoudig en/of slaapverwekkend als in een hoop andere landen. Zijn dan ook echt weg en willen genieten van het leven. Helaas bevestigen ze nogal eens vooroordelen die er heersen tegenover hun nationaliteit. Afdingen tot op het belachelijke af heeft menig andere nationaliteit in Azië tot vertwijfeling gebracht, aangezien ze nog doordiscussiëren over bedragen kleiner dan 5 cent. Meer dan enige andere nationaliteit klitten ze samen en omdat er zo goed als geen buitenlander Hebreeuws spreekt, leven ze al snel in een eigen wereld. Tref je een Israëliër alleen, dan is hij/zij een interessante gesprekspartner, helaas tref je ze nog te vaak aan in groepen.
Zuid Europeanen: Uitzonderingen. Vanuit Spanje, Frankrijk en Italië komen zo nu en dan een paar reizigers, ik moet de eerste backpacker uit Griekenland of Portugal nog tegenkomen. Deze uitzonderingen zijn, doordat ze die uitzondering zijn, niet representatief voor hun land. Wat ze wel allemaal hebben is een probleem met Engels spreken, maar ze doen allemaal graag pogingen, een belangrijk onderdeel van het reizen in verre landen.
Overige Zuid Amerikanen: Ook hiervan zijn er erg weinig. Incidenteel kom je een Braziliaan tegen of iemand uit Uruguay, de rest van Zuid Amerika zendt geen vertegenwoordigers over de globe.
Oost Europeanen: Slovenen doen pogingen, net als Tjechen. Een enkele Rus kan het zich veroorloven, maar het zijn dermate kleine aantallen dat ik geen oordeel durf te vellen, laat staan een stereotype vinden.
De rest van de wereld: Een enkele Oostenrijker, een paar Zuid Afrikanen en wat Chinezen. Verder zie Oost Europeanen.