Goal, februari 2015
Tien over tien, zondagochtend. Normaal hebben we een redelijk idee van onze tegenstander van de dag, of we kunnen winnen. Vandaag sta ik in een gondel de berg op, naast mij vijf van mijn studenten. Werkweek in Fieberbrunn, ook leuk. De zevende en laatste medereiziger in deze gondel is de skileraar van de meisjes. Ik ken hem. Een paar jaar geleden speelde hij voor het eerst mee op zondagochtend, Achilles ’12 uit voor de beker. We wonnen dik. Hij vond het leuk met de oudjes. Vele passjes tussen de verdedigers door, hij ging er wel achteraan. Scoorde drie of vier keer. We wonnen met dubbele cijfers in de kwartfinale.
Sindsdien is het met mijn team niet echt beter gegaan. Ik speel nog lager dan toen. Daan niet, die drong al snel door tot de selectie en werd een regelmatige scorende linksbuiten in het eerste en tweede. Maar nu is hij even vijf maanden er tussen uit. Rood pak aan (“met zwarte schoenen”, zegt hij trots) en mag hij in Oostenrijk les geven.
Trots laat hij zijn telefoon zien aan anderen, trots dat er nog een GFC-er in het dorp is. Iemand die begrijpt dat hij de apres-ski een keer overslaat, omdat hij op zoek moest naar wifi, GFC speelde tegen Twenthe. Iemand die twintig jaar geleden dezelfde keuze maakte. Lekker een hele winter in de sneeuw. We komen elkaar deze week regelmatig tegen. Soms hebben we het even over voetbal, maar vaak ook over onze studenten. Mijn studenten in zijn skiklasje.
Hij moppert even over een lerares. Op school vertelt ze hem dat hij stil moet zijn. Nu de rollen omgedraaid zijn, blijkt zij hardleers. “Ik noem haar ook gewoon bij haar voornaam, deze week geef ik les”, klinkt het verontwaardigd. Zijn leraar en ik moeten lachen. We kennen hem anders, maar geven hem groot gelijk.
In de skishow op dinsdagavond doet hij mee, op donderdagavond deelt hij diploma’s en medailles uit. Skileraar is meer dan alleen een paar uurtjes op de lange latten staan. Volgende week is er weer een groep van zijn ROC. Dan moet hij snowboardles geven. Nog een herexamen en dat papiertje heeft hij ook. Hij heeft er vertrouwen in. Hij heeft het naar zijn zin in Oostenrijk, dat zie je aan zijn hele houding, zijn Oostenrijkse collega’s hebben hem opgenomen in de groep. Een team van skileraren. Nog een paar maanden en dan mag hij weer een plekje veroveren in een voetbalteam. Bij zijn clubje, waar hij nog eens trots over vertelt. Een GFC-er in de sneeuw.