Tags
Goal, december 2017
Al heel veel jaren wordt deze uitslag automatisch geassocieerd met de stem van Frits van Turenhout (overleden in 2004). Al zal dat bij de voetballiefhebbers van mijn generatie meer het verhaal, de legende zijn, dan dat we ons daadwerkelijk zijn stem herinneren. De oudere generatie, gelukkig hebben we er daar bij GFC nog veel van, weten het ongetwijfeld nog wel. Die tijd ver voor internet, de televisie had nog maar twee zenders en dan nog slechts een paar uur uitzendingen per dag, dus de radio was het belangrijkste medium. Op zondagmiddag half vijf las de legendarische presentator de uitslagen voor en het leek of het woord nul een dubbele l op het eind had: Feyenoord – FC Utrecht null null.
Vorig seizoen deden we tot twee wedstrijden voor het eind nog mee om het kampioenschap. Weliswaar een kleine kans, maar genoeg om voor te spelen. De nummer een en twee speelden tegen elkaar, zelf moesten we op bezoek bij Bornebroek. Thuis hadden we relatief simpel gewonnen, maar die zondag lukte het niet echt. Het bleef heel lang 0-0. De thuisploeg was een taaie, beduidend beter dan de wedstrijd een half jaar eerder. Aan een gelijkspel hadden we niets, winnen en hopen op een gunstig resultaat elders was onze enige kans. We verloren met 1-0 en eindigden derde. Na die wedstrijd peinsde ik over de score. Wanneer was de laatste keer dat ik 0-0 heb gespeeld?
Bij het honkbal komen meer grote uitslagen voor dan bij voetbal 14-5 of 12-8 zijn daar geen gekke uitslagen. Maar een echt goede honkbalwedstrijd heeft weinig runs. Een pitcherduel met daarnaast wat spectaculaire verdedigende acties betekent dat het heel lang 0-0 blijft. Voor de liefhebber een mooie uitslag. Uiteindelijk volgt er altijd een winnaar, een gelijkspel bestaat niet in die sport, maar het geeft wel aan dat 0-0 niet per definitie slecht is.
In het voetbal streven we naar doelpunten, al zijn er sinds de jaren zestig, het catenaccio van Inter Milaan, genoeg teams die er juist naar streven om de doelpunten van de tegenstander te voorkomen. De 5-5 onlangs in Delden geeft aan dat op zondagochtend het scoren van doelpunten een stuk belangrijker is dan het voorkomen er van. Het spelplezier wordt groter door het maken van een doelpunt. Toch zijn er ook verdedigers die er juist plezier in hebben dat hun directe tegenstander niet scoort. Zo zit er in elke kleedkamer na de wedstrijd wel iemand die tevreden is. 6-1 verloren? Maar mijn spits heeft niet gescoord. Iets verderop zit de maker van het enige doelpunt ook te glunderen. Hij heeft tenminste gescoord.
De schoonheid van een 0-0 wordt niet door iedereen gezien. Om mijn eigen vraag te beantwoorden: ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst 0-0 heb gespeeld. Voor mijn gevoel in de lagere senioren een enkele keer, zelfs jaren geleden in het eerste kwam het niet vaak voor. Toch hoeft de brilstand niet per definitie saai te zijn. Ook hier weer een verschil tussen de zondagochtend en de zondagmiddag. In de ochtend is het gebrek aan goals vaak een kwestie van onmacht. Hoe hoger je speelt, hoe vaker het een kwestie is van een goed georganiseerde tegenstander.
Toch is het wel een bijzondere uitslag. Juist omdat het zo weinig voorkomt, de schaarste maakt het mooi. Bij vele sporten is de uitslag niet eens mogelijk. Bij voetbal wel. De uitspraak “hadden we net zo goed niet kunnen spelen” is dan ook onterecht. Koester het moment, realiseer je hoe bijzonder het is dat er ondanks negentig minuten voetballen door beide teams niet is gescoord. Besef dat er schoonheid zit in de uitzondering.
Benieuwd of ik zelf ooit nog een wedstrijd zal spelen die eindigt in 0-0. De tijd dringt.