Goal, december 2013
Daar zit hij. In de miezerige regen onder een grote paraplu. Een paar meter achter hem staat zijn auto. Hij is alleen. Hij staart naar zijn dobber. Hij heeft er een aantal. De hengels staan op een soort standaard. Het is kwart over acht zondagochtend en hij zit in zijn eentje aan de waterkant van de zijtak van het Twentekanaal.
Een flink stuk van huis. Ik weet zeker dat het geen boerenzoon is, die is de hele dag in de weer, buiten. Bezig. Die heeft al een goede conditie, die hoeft op zondagochtend niet te rennen om fit te blijven. Maar deze hardloper moet er al een behoorlijk stuk op hebben zitten. De dichtstbijzijnde bebouwde kom is kilometers verder. Ik kan ook niet zien of hij op de heen- of terugweg is. Wel dat hij erg vroeg vertrok vanochtend.
De deur die spreekwoordelijk altijd open staat, gaat letterlijk open. Het is een koude herfstochtend. Binnen was het fris, tochtte het en zat er weinig publiek. De ontkerkelijking is in Nederland hard gegaan de laatste decennia. De gemiddelde leeftijd van kerkgangers omhoog geschoten. De dag moet nog beginnen, maar het afgelopen uur hebben ze wijze levenslessen gehoord. Nu moeten ze de kou weer in.
Ze zijn al met vier. Er komen er twee aanfietsen. Ze wachten op de laatkomers. De benen zijn rood. Kan niet anders bij deze temperatuur. Om het nog maar niet over de snijdende wind te hebben. Snappen ze niet dat wielrennen een zomersport is, lekker in het zonnetje? Te strakke shirts, handschoentjes en mutsen. Ik hoop voor ze dat de rest zo komt, dan kunnen ze proberen door wat beweging weer warm te worden.
Ongetwijfeld hebben ze allemaal vanochtend de wekker gezet op hun vrije zondagochtend. Maar ik snap er niets van. Helemaal niets. Wat bezielt ze? Waarom doen ze dit? Wat ging er mis in je leven als je om kwart voor acht zondagochtend gaat hardlopen? Hoe slecht is je huwelijk als je om zes uur al aan de waterkant zit? Waarom ga je nog steeds naar een kerk, een instituut vol schandalen en doofpotten? En waarom hangt je fiets nog niet in de schuur terwijl de Ronde van Lombardije allang is geweest?
Vier man met overgewicht in een auto. Vier auto’s achter elkaar. Weer naar Almelo, de KNVB heeft een schitterend schema in elkaar geflanst. Week in, week uit op pad zonder enig resultaat, zonder enig publiek spelen ze op een bijveld van een lelijk sportpark aan de rand van de bebouwde kom. Zonder keeper, elke week is het weer zoeken naar iemand die de handschoenen aan wil trekken.
Tien wedstrijden op rij verloren ze. GFC 4. Wat bezielt ze? Waarom doen ze dit? Ik zie ze kijken. De visser, de kerkgangers, de hardloper, de fietsers. Wat een stelletje dwazen, wat een vreemde hobby. Je wekker zetten om ergens in of in de buurt van Almelo door weer een thuisfluiter benadeeld te worden. Alsof je niets beters te doen hebt.
Ik niet. Waar op andere ochtenden de wekker een wrede verstoring van de nachtrust is, is het op zondagochtend de aankondiging van weer een wedstrijd. En ook al weet ik dat de kans groot is dat we weer verliezen, toch sta ik met plezier op. Gooi de tas op het stuur en fiets naar het voetbalveld. Om negentig minuten later, een (onnodige) nederlaag verder tevreden onder de douche te stappen.
Ik voetbal in GFC 4. Mijn hobby.