Tags

, , , ,

Goal, Januari 2006

Elke voetballer heeft een haat-liefdeverhouding met lopen. Het is noodzakelijk om het spelletje goed te kunnen spelen, maar het liefst speelt de normale voetballer vanuit stilstand. Wandeltempo mag ook. In de voorbereiding is lopen altijd een vast onderdeel. Coopertest, rondjes lopen op het motorcrossparcours op de Herikerberg, het zijn niet favoriete herinneringen van de meeste GFC-ers.

Zelf had ik al snel in de jeugd door dat ik weinig aanleg heb voor het lopen als zelfstandige sport. Met een bal aan de voet was ik nog wel redelijk snel, maar zonder bal van pion naar pion versloeg men mij al snel. En dan heb ik het nog niet over het ‘rondje klooster/leao’ dat onder jeugdleiders toen populair was.

Vanaf A1 was deelname aan de Jan Schutteloop verplicht. Sterker nog, 10 kilometer was gewenst. Ik herinner me mijn eerste 10km. Geen flauw idee welk tempo ik moest lopen, kwam ik mezelf na 3km al tegen. Hens en Gijs haalden me even later in en vertelden me dat ik hun tempo maar moest volgen. Geen schijn van kans. Guus Velders liep harder dan de meeste selectiespelers. Een jaar later onder Ouwe Roelink kan ik me nog herinneren dat ik ergens achter op het Zeldam van plan was een stuk te wandelen, tot ik de trainer naast zijn auto zag staan, een paar honderd meter verderop. Dus maar weer verder sjokken.

Toen ik voor het eerst stopte, 21 jaar oud, besloot ik in Leeuwarden toch maar eens wat voor mezelf te lopen. Ik kon in het weekend in Goor het voorbeeld zien hoe je er uit gaat zien als je na jaren sporten ineens niets meer doet. Ik liep een rondje over de Bonkevaart naar Lekkum, via Snakkerburen terug naar Leeuwarden. Net geen 5km en elke week iets sneller. Toen mijn tijd onder de 20 minuten lag, werd het tijd voor een grotere ronde. De derde keer dat ik die grote ronde liep, kreeg ik last van mijn knie en dat was het eind van mijn vrijwillige loopcarrière.

Een paar jaar geleden deed ik voor het eerst vrijwillig mee met de Jan Schutteloop. Als je wat ouder wordt, valt het lopen blijkbaar ook wel mee. Ik liep zelfs weer voor me zelf vrijwillig. Een rondje langs het kanaal en dan weer terug naar Goor. Was de haat omgedraaid in liefde? Nee, zo ver gaat het niet. Maar lopen is een manier om wat te doen als er niet gevoetbald wordt (kerst, zomer).

Vorig jaar liet ik me door een collega strikken om mee te doen in Enschede. Met een groepje collegae trainden we om de vrijdag op een echte atletiekbaan, met een echte trainer. Het was leuk. Veel intervaltraining, waar ik als voetballer natuurlijk vooraan liep. Kwamen we echter voorbij de 2km dan zakte ik langzaam naar achteren. In Enschede liep ik voorzichtig en versnelde de tweede ronde, waarbij ik velen inhaalde en toch nog ruim binnen het uur door de finish kwam.

Dit jaar zag ik tijdens de Jan Schutteloop ineens kansen. Tussen vele jeugdspelers en een aantal niet GFC-ers zag ik maar 2 senioren staan die de 10km liepen. Het brons lonkte naar me. Helaas zat het er niet in. Tom kwam er nog bij en Erwin haalde me na 4km in, 2km later moest ik hem laten lopen.

Lopen. Echt leuk zal het nooit worden. Goed zal ik er ook nooit in worden. En zo lang het lichaam het nog wil, is voetballen leuker. Zelfs als je net als Hens en Frits op maandag niet meer normaal kunt lopen. Als ik zo ver ben, zal ik nog eens nadenken over die halve marathon. Eerder niet.