Tags

, , , , ,

Mooie overwinningen in de wielersport hebben vaak een verhaal. Gerrie Kneteman won altijd op de verjaardag van zijn vrouw, zijn moeder of zijn schoonmoeder. Jan Raas won een massasprint in de Tour nadat hem een dag er voor om onduidelijke redenen de gele trui geweigerd werd. Barry Hoban mocht winnen nadat Tom Simpson een dag eerder het leven verloor. Lance Armstrong jaren later droeg de overwinning op aan Fabio Casartelli.

Wielrenners lijken veel meer drama in hun levens te hebben dan andere sporters. Ik kan me alleen Pete Sampras herinneren tijdens de Australian open, die tijdens de kwartfinalepartij tegen Jim Couriers in huilen uitbarstte toen een supporter hem opriep te winnen voor zijn coach Tim Gullikson en Nigel de Jong die een gele kaart kreeg omdat hij tot twee keer toe een T-shirt liet zien met een foto van zijn onlangs overleden vriend Luciano van den Berg.

Paolo Bettini schreef onlangs een nieuw hoofdstuk in dit tragische boek. Binnen een maand tijd werd hij Wereldkampioen op de weg, verloor hij zijn broer Sauro bij een auto-ongeluk en won hij een van de mooiste klassiekers op fenomenale wijze, De Ronde van Lombardije. Zelfs zijn concurrenten gunden hem de zege, ook al hadden ze er alles aan gedaan om zelf de overwinning te behalen.

Het gezicht van Bettini tijdens die laatste meters is onvergetelijk. Verdriet, zoals alleen Italianen dat kunnen laten zien. De gebaartjes die bij voetballers zo vervelend zijn, waren totaal niet misplaatst. De verwijzing naar het shirt, die regenboog die hem een maand voordien zo belangrijk leek, daarna de kussen richting de hemel, daar waar hij zijn broer ziet. Geen mens met enig gevoel in zijn donder kon deze beelden onbewogen bekijken. Menig wielerliefhebber zat met tranen in zijn ogen te kijken naar de laatste meters in Como.

Paolo Bettini had dit drama niet nodig om geliefd te worden. Al jaren zorgde zijn aanvallende manier van rijden ervoor dat liefhebbers uit binnen- en buitenland hem elke overwinning weer gunden. Als hij won, dan had hij die zege ook verdiend, gestolen zeges, zoals menig sprinter ze pakt, zijn hem totaal onbekend. Maar niet alleen wanneer hij wint won hij sympathie, zeker ook in zijn nederlagen was hij groot. In de Tour leek het soms wel of hij de rol van een andere favoriet van mij, Laurent Jalabert, wilde overnemen. Een lange ontsnapping in een bergetappe zonder enig perspectief, maar toch vertrekken. Mooie beelden.

Dit decennium is er geen renner die zich zo kan richten op een wedstrijd als Bettini. Na een aantal jaren als knecht van Bartoli won hij in 2000 zijn eerste klassieker, Luik – Bastenaken – Luik. De klassiekerkoning was geboren. Hij won vele klassiekers en etappes in grote ronden. Pieken deed hij vooral bij kampioenschappen. Hij werd meerdere malen Italiaanse kampioen, Olympisch kampioen in 2004 en Wereldkampioen in 2006. Wedstrijden die veel moeilijker te winnen zijn, tenslotte moet je op die dag de sterkste zijn, een ronderenner heeft altijd meerdere dagen of zelfs weken om zijn zege veilig te stellen.

Die zege in de Olympische wegwedstrijd kan ik me nog goed herinneren. Ik was vroeg op het vliegveld van Ushaia, de meest zuidelijke stad ter wereld, in Argentinië en zat te wachten op mijn vlucht. De televisie laat allerlei bewegende beelden zien van sporten die me niet interesseren. Tot ik over mijn boek heen ineens een lege weg zag en me realiseerde dat ik wel eens wat fietsers voorbij kon zien komen. Een paar seconden later komt Bettini in beeld en fiets over een witte lijn. Zonder geluid moet ik gokken wie er achter hem aan fietsen. De uitslag verschijnt in beeld, maar voordat ik de andere medaillewinnaars kon lezen waren we alweer terug bij judo. Ik had mijn handbagage nog geen minuut zonder toezicht gelaten. Ik wilde eigenlijk juichen bij die televisie, maar wanneer je bijna alleen bent op een klein vliegveld, ben je je erg bewust van het beeld dat anderen van je hebben. Een vliegveld verder kom ik wat Italianen tegen en trots vertel ik ze wat ik zag. Ze blijken geen sportliefhebbers.

Sindsdien fietste hij met een gouden helm. Weer stoort het me niet. Cipollini in zijn nadagen kwam zielig over. Bettini mag met een gouden helm fietsen. Het boerenkopje van Il Grilo (de krekel) onder die helm geeft al aan dat we niet met een glamourrenner te maken hebben.

Volgens mij is de carrière van Bettini bijna compleet. Er is nog maar een wedstrijd die niet op zijn erelijst staat, die er wel op hoort, die past bij een renner van zijn klasse. Maar of zijn teammaat Tom Boonen hem volgend jaar de Ronde van Vlaanderen laat winnen, ik waag het te betwijfelen.