Tags

, ,

Voor het tweede jaar werd ik gestrikt om te collecteren. Helaas was het een slechte week voor mij, met vier avonden andere verplichtingen, dus slechts 1 avond om langs de huizen te gaan. Natuurlijk mocht ik mijn eigen straat als werkterrein gebruiken.

Na twee jaar leer je je buurt wel kennen. Het eerste huis waar ik begon, doet al twee jaar niet mee. Ik ben er nog niet uit of ze niet geeft aan Amnesty, of dat ze helemaal nooit geeft. Ook valt het me op hoeveel mensen hun portemonnee in hun jaszak laten zitten. En als dat niet zo is, dan zoeken ze toch vaak als eerste daar. Het ‘kleingeldpotje’ staat bij velen al klaar voor de wekelijkse collecte. Een gezin gebruikt dat potje echt: zelfs 10 centstukken komen daar niet in. Ik zag kleine muntjes, hoorde ze nauwelijks vallen. Nu weet ik ook waar die losse centen vorig jaar vandaan kwamen. Elders kreeg ik echter ineens 10 euro. Daarmee was ik plaatselijke topper dit jaar. Qua totale opbrengst overigens niet, maar dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat ik slechts 1 straat liep en dan ook nog eens velen niet thuis trof. Vooral in de duplexwoningen (waar ik zelf ook woon), was bijna niemand thuis. De man die vorig jaar nog klaagde over het feit dat hij in de bijstand zat, was niet thuis, van zijn vrouw kreeg ik wel een kleine bijdrage. Slechts 3 keer kreeg ik niets, een keer omdat alle kleingeld in een verjaardagscadeau zat. Ik geloof haar, dat was geen smoesje.

Volgend jaar zal ik wel weer op de lijst staan, ik hoop alleen dat ik iets minder druk ben die week, dan voelt het ook niet zo als een verplichting. En iets minder koud mag ook best.