Tags

, , , , , ,

Rino Negri – Un uomo solo… (Fausto Coppi nella vita, nella storia, nella legenda)
ISBN 88-7978-079-4

Ik werkte lang genoeg in Italië om de taal een beetje op te pikken. Ik kon me redden aan het eind van de zomer. Ik las elke dag trouw de Gazetta della Sport, de bekende roze sportkrant, zo had ik de taal tenslotte geleerd. Boeken lezen viel echter tegen. Gelukkig maar, anders had ik als boekenfreak nog zwaarder bepakt huiswaarts gemoeten, de literatuur was er erg goedkoop.

Op die ene vrije dag in Mantova kon ik me echter niet inhouden. Als een magneet trok de boekhandel me naar binnen, zoals me al zo vaak gebeurde in nieuwe steden, waar dan ook ter wereld. De foto op de voorkant was eigenlijk al genoeg, de blik die normaal langs de kasten dwaalt op zoek naar Joost mag weten wat, bleef hangen bij die foto. Een wielrenner in de beklimming met zijn handen boven op het stuur. Een fietsband twee keer om de nek geslagen, zoals renners dat vroeger hadden, voor het geval ze een lekke band kregen, ver voor de tijd van de mecaniciens en vliegende wielwisselingen. Achter hem een jeep met een extra wiel voorop en meerdere mannen met pet staande achterin, allemaal kijkend naar die eenzame fietser. Een motor naast de jeep, een hele hoge berg op de achtergrond, voornamelijk rotsen. Een zwart wit foto natuurlijk. De fietser heeft zijn mond iets los, ziet er vermoeid uit, maar straalt ook een wilskracht uit, waardoor je weet dat hij voorop ligt. Weliswaar weet ik niet over welke koers het gaat, wanneer die foto genomen is, maar je voelt gewoon dat hij voorop ligt. “Een man alleen..” is de titel van het boek. De titel past perfect bij de foto, de ondertitel was natuurlijk niet meer nodig, elke liefhebber weet dat het hier om Fausto Coppi gaat.

Ik weet nog dat ik eerst de verlokking kon weerstaan en weer naar buiten ben gegaan. Dat ik eerst de stad eens goed wilde bekijken, zoals ik graag in oude Italiaanse steden rondloop. Maar dat ik dat boek ging kopen, stond al vast na die eerste blik. Eigenlijk was het gewoon om het boek te beschermen tegen een middag in een rommelige rugzak, een stadsbank, de regen of andere zaken die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de staat van het boek. Het was geen goedkoop boek, maar toen ik aan het eind van de middag weer de Portici Broletto opzocht, waar ik de boekhandel gelukkig nog open trof, wist ik dat ik geen seconde spijt zou krijgen van de aanschaf.

En dat klopt nog steeds. Nu, 6 jaar later, heb ik het boek nog steeds niet helemaal gelezen. Maar toch pak ik het regelmatig uit de kast. Om even te kijken, om even te bladeren. De foto’s te bewonderen, een feitje na te zoeken, of een kwisvraag te bedenken. Liefst 170 foto’s staan er in het bijna 200 pagina dikke boek. Een legendarische op de binnenkant van de omslag. Fausto alleen, terwijl zijn naam in de sneeuw geschreven staat. Hij kijkt iets naar rechts, moet zijn naam er zien, maar vertoont (nog?) geen emotie. De sneeuw die tot aan de weg reikt, terwijl hij zich niets aantrekt van wat ongetwijfeld een erg koude dag is.

Maar het boek heeft meer mooie foto’s. Op bladzijde 7 een berg vol mensen, allemaal bewonderend kijkend naar de grote Italiaanse kampioen, die op een zware weg met grint en stenen naar boven klimt. Niet het carnavaleske van Nederlanders op de Alpe D’huez, maar gewoon honderden, misschien wel duizenden in een weiland langs het bergweggetje. Allemaal met hoofddeksel, zoals dat in die tijd gebruikelijk was. Fausto naast de kist van zijn broer Serse (blz.15), verongelukt in de Giro del Piemonte, Fausto samen met zijn grote rivaal Gino Bartali. Fausto in de Giro, in de Tour en op de baan. Fausto in het regenboogshirt. Fausto met zijn oude Italiaanse moeder, die zo erg lijkt op mijn overgrootmoeder, die weer lijkt op die ansichtkaart die iedereen wel eens gezien heeft in Oostenrijk, van een oude dame wiens kin en mond net niet tegen elkaar aan groeien.

Behalve het verhaal van zijn leven, zoals je in een biografie mag verwachten, zijn er ook hoofdstukken gewijd aan uitspraken van Fausto in interviews (“Een Tour telt net zo zwaar als 5 wereldkampioenschappen; dus, wanneer je de Giro en de Tour wint in twee maanden tijd, dan heb je genoeg rendement voor 10 jaar”), alle 151 overwinningen (van een etappe in de Giro 1940 tot het criterium in Lanciano in 1959), zijn 3000 kilometer in ontsnappingen, alle wedstrijden waarin hij tegen Bartali reed en vele andere statistische feitjes.

Over zijn blinde masseur Cavanna, zijn zoontje Faustino, la dama biancha en zijn laatste dagen, het staat er allemaal in. Over hoe hij door sporters en journalisten werd gekozen tot sportman van de eeuw in Italië, in 1996. Het is gewoon een compleet boek. Niet zo’n lullige biografie zoals er tegenwoordig elke week wel eentje verschijnt van een voetballer die 3 goede wedstrijden heeft gespeeld.

Zo nu en dan lees ik een stukje. Maar meestal kijk ik toch naar de foto’s. Foto’s van een lang vervlogen tijdperk. Mooie zwart-wit foto’s uit een tijd dat wielrennen heroïek was, foto’s van prachtige duels met Kubler, Koblet en vooral Bartali. Foto’s van de campionissimo. Een van de grootste sporters aller tijden, een van de allerbeste wielrenners aller tijden. Met respect zet ik het boek weer terug op de plank. Het zal wel weer een paar maanden duren voor ik het weer in de handen heb. Spijt van de aanschaf heb ik inderdaad nooit gehad, het is een van de parels van mijn verzameling.